Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 470]
[p. 470]

CLXXXIV Stichtigh Clagh-Layt

I: 583-585

Lofzang tot God, tevens lied van berouw om de eigen zondige voorkeur.

Beginregel: O God stiert in mijn slechte siel,

Vindplaatsen: Geestigh Liedt-Boecxken 1621: 260-264; Groot Lied-boeck 1622 III: 38-39; Liedt-boeck 1644: 41; Liedt-boeck 1677: 46; Kalff 1890: 546-547; Knuttel 1929: 306-307; Van Rijnbach 1944: 317-318.

Omvang: 60 verzen, zes strofen van 10 regels.

Versvorm: overheersend jambisch metrum met vier heffingen in de vzn. 1 en 4, twee in de vzn. 2, 3, 5, 6 en 10, vijf in vs. 7, en drie in de vzn. 8 en 9. Er zijn talrijke omzettingen, vooral van de eerste jambe.

Rijmschema: a b b a b b c d d c.

Melodie: Matter 1979, blz. 234-236.

Varianten
Groot Lied-boeck 1622 Geestigh L.-B. 1621 Liedt-boeck 1644
27 herte harte herte
54 tijdlijck tijt'lijck tijdelijck

- Clagh-Layt: De verklaring klaaglied (I: 583) houdt niet in dat Layt een bijvorm zou zijn van lied; Layt betekent leed.

21 Leert my u Lof-sangh Heer, met rijm: De dichter stelt de formele poëtische kwaliteiten in dienst van de godsdienstige bedoeling.

24 die uyt bloet en slijm: Gezien de destijds bestaande conceptieleer verdient slijm de voorkeur boven slijk. (+)

31 Ghy hebt ons Heer van water, vuyr, Van doot, van leven: Het woord water komt in het N.T. herhaaldelijk voor als het water van de doop, d.i. de afwassing van zonden en het opnemen in Gods genade. In Openb. 22: 17 staat de tekst: Ende de Gheest ende de Bruyt segghen: Coemt. Ende wie het hoort, die segge: Coemt. Ende wie dorst heeft, die come. Ende wie wil, die neme dat water des leuens om niet. Met het vuyr wordt uiteraard de hel bedoeld. De volgorde water-vuyr en doot-leven vormt een chiasme.

44 en wasser gheen soo snoot Als dese ziele: Door de toespitsing van het algemene op het individuele krijgt het lied een veel direkter toon, zonder dat het daardoor autobiografisch wordt.

52 Ock ick verkeerde: Waarschijnlijk is verkeerde een persoonsvorm en geen substantief, dus: Och, ik dwaalde, ik was op de verkeerde weg. (+)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken