Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

CXCIV Geestigh Liedeken

I: 611-613

Lied van zondebesef en berouw, overgaande in een gebed om Gods genade.

Beginregel: O God die de gedachten

Vindplaatsen: Geestigh Liedt-Boeckxen 1621: 240-245; Groot Lied-boeck 1622 III: 54-55 (foutief genummerd 44-55); Liedt-boeck 1644: 41-42; Kalff 1890: 560-562; Knuttel 1929: 312-313; Van Rijnbach 1944: 334-335.

Omvang: 72 verzen, negen strofen van 8 regels.

Versvorm: jambisch metrum met drie heffingen.

Rijmschema: a b a b c d c d.

Melodie: Matter 1979, blz. 248-249.

Varianten
Groot Lied-boec 1622 Geestigh LB. 1621 Liedt-boeck 1644
12 noch doch doch
18 gruw'len grouw'len grouw'len

1 O God die de gedachten: Ontlening aan Psalm 94: 11: Doch de Heere weet de ghedachten der menschen, dat sy ydel zijn.

7 dit ellendigh leven: dit leven in ballingschap.

8 Dat als een windt vergaet: Ontlening aan Job 7: 7: Gedenckt dat myn leuen eenen windt is.

13 't Is al te veer getreden: dat is te ver gezocht, te diep erin gedoken. (+)

[pagina 482]
[p. 482]

17 Ick heb door mijn misdaden: Ontlening aan Psalm 51: 6: Aen u hebbe ick ghesondicht, ende quaet voor u gedaen.

21 Och ick en kan niet rusten, Van eygen wil verwoet: Al is de uitdrukking rusten van niet ongewoon (zie WNT XII, kolom 1891), toch is de verklaring: geen afstand doen van mijn eigen tomeloze wil (I: 612) waarschijnlijk niet juist. Met handhaving van de komma is een eenvoudiger verklaring mogelijk: verwoet is geen bijv. bij wil, maar vs. 22 is in z'n geheel een bijv. bep. bij ick: Och ik kan geen rust vinden, verscheurd als ik ben door mijn eigen wil. (+)

59 Dat daer u kraeltjes singen: Het voegwoord Dat sluit aan bij soo (vs. 57), dus zodat, opdat; kraeltjes: eigenlijk koraaltjes, koorknapen, zangers, in dit geval de engelen; zie WNT VII, tweede stuk, kolom 5588.

62 Dat niet kan zijn vol-eert: Het betr. vnw. Dat wijst terug op wonder (vs. 61).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken