Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Groot lied-boeck. Derde deel.]

[pagina 7]
[p. 7]

Woord vooraf

‘Het is my (beminde Lezer) vry wat tegen, dat ick juyst mede een Boeck in de werelt moet brengen, ende (ten minsten na schijn) oock deel hebben aen de algemeyne zotheydt van boeck-maeck-lust, inzonderheydt in deze tijden, waer in dagelijcks de Werelt met Boecken ... zoo gepropt wordt, dat het eenen vervelen mochte, alleen maer de tijtels en opschriften, 'k zwijge de Boecken zelfs, te lezen.’

Wie deze woorden van Camphuysen (voorrede Stichtelycke Rymen, 1624) tot de zijne maakt, moet wel een bijzondere reden hebben, zich te begeven in ‘de Werelt vol drucx,’ zoals een 17de-eeuwse uitgever zijn bedrijf noemde. Helaas kan ik het Camphuysen niet nazeggen, tot het schrijven van dit boek ‘zoo veel als gedwongen’ te zijn, integendeel, ik haalde het mij zelf op de hals. Toen de redacteur van de uitgave van Bredero's werken mij uitnodigde een opstel te schrijven over de melodieën behorend bij het Groot Lied-boeck, vreesde ik dat zo'n opstel een schimmig verhaal zou blijven als niet ook de melodieën zelf bij de uitgave werden betrokken. Te vaak al zijn tot in het recente verleden hoogwaardige liedboeken opnieuw uitgegeven in een inadequate vorm, hetzij zonder melodieën, hetzij in uitgaven die teksten en melodieën meer kwaad deden dan goed. Met heruitgaven als die van Starters Friesche Lust-hof (1966-'67) en van liederen uit het Antwerps Lied-boek (1972) leek daar voor het eerst verandering in te komen. Zou nu het liedboek, tevens hoofdwerk, van een dichter groter dan Starter of enig dichter uit het Antwerps liedboek genoegen moeten nemen met een uitgave zonder melodieën? Ik meende van niet en deed een tegenvoorstel waarvan dit boek, mede dank zij de inspanningen van de redacteur en van de uitgeverij, het zichtbaar resultaat is.

Het zou niet goed mogelijk zijn geweest dit boek in deze vorm te schrijven als ik niet had kunnen beschikken over een aanzienlijke hoeveelheid materiaal dat is opgeslagen in het Volksliedarchief van het Instituut voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde te Amsterdam. Daarnaast heb ik ook in de persoonlijke sfeer veel hulp mogen ontvangen, waarvoor een woord van dank wel de geringste beloning is. Mej. Drs. Marie Veldhuyzen was vanaf het eerste begin bij het werk betrokken; aan haar dank ik talrijke waardevolle opmerkingen, vooral de melo-

[pagina 8]
[p. 8]

dieën betreffend. Prof. Dr. G. Stuiveling las de gehele tekst; ik bewaar goede herinneringen aan onze samenwerking. Drs. Kees Vellekoop behoedde mij voor een muzikale glijpartij, Prof. Dr. A. Keersmaekers verstrekte, uit zijn nog te verschijnen uitgave van Bredero's verspreide gedichten, aanvullende gegevens die hier van groot nut bleken. Annemarie de Jong-Abelman tenslotte nam de correctie van manuscript en druk op zich; hoewel zij in het geheel geen binding met het onderwerp heeft, deed zij dat met dezelfde hartstocht waarmee zij ook haar eigen zaken pleegt te behartigen. Als ik hen allen hier bedank voor meer of minder, maar steeds onschatbare hulp, dan doe ik dat in de verwachting dat zij achter deze woorden mijn gevoelens weten te vinden. Dat het verschijnen van wéér een boek mij evenals Camphuysen met skepsis vervult, vermag die gevoelens niet wezenlijk te beïnvloeden.

Een verklaring ben ik nog verschuldigd over de illustraties in dit boek. Zij waren nodig om te voorkomen dat blanco bladzijden zouden ontstaan ten gevolge van de geprojecteerde indeling. Ik wilde tot elke prijs voorkomen dat de illustraties een bepaald stempel zouden drukken op het onderwerp. Met name de traditionele zienswijze: Bredero de ‘volksdichter,’ te verluchten met talrijke boerenherbergscènes, kreupele en blinde muzikanten, rommelpottende bedelaars e.d., gaf aanleiding tot veel zorg. Tot een kunsthistorisch onderzoek naar de toegevoegde betekenis die muzikale voorstellingen uit de 16de en 17de eeuw kunnen hebben, achtte ik mij bovendien niet bevoegd. Ik nam mijn toevlucht tot één thema dat naar ik hoop ‘neutraal’ genoeg is: alle illustraties zijn voorstellingen van Het gehoor, gewoonlijk onderdeel van een serie De vijf zintuigen. Zij vormen een keuze uit werk van Nederlandse kunstenaars uit Bredero's tijd, kort ervoor en erna. Het spreekt vanzelf dat deze verzameling niet de minste pretentie wil hebben.

Onder de vele kritische opmerkingen die ik al op mijn werk heb gekregen, was er een die ik niet meer heb kunnen overnemen en die ik bij wijze van ‘waerschouwing aen den leser’ in het bijzonder in de aandacht wil aanbevelen. Waar in dit boek uit een bepaalde bron een plaats wordt aangehaald met een foutieve paginering of foliëring, gebeurt dat aldus: Bloem-hof 1608, p. 101 (= 110). Van bevriende zijde werd ik erop attent gemaakt dat een dergelijke vermelding twee dingen kan betekenen, nl. p. 101 (lees: 110) èn het omgekeerde: p. 101 (ten onrechte genummerd: 110). Dat is duidelijke taal en ik haast mij dan ook te verklaren dat ik in voorkomende gevallen steeds de eerste van beide mogelijkheden heb bedoeld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken