Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 238]
[p. 238]

58 Camer-Liedt

I: 591

Stemme: Met gantscher bedruckter herten, &c.



illustratie
Melodie naar Theodotus 1621, p. 452-454.


[pagina 239]
[p. 239]


illustratie

 

Als Bredero bij dit lied aan een melodie gedacht heeft, dan ben ik alleen al daarom geneigd te veronderstellen dat hij hier je reinste parodie bedrijft. Het vereist een grote vaardigheid, bij een metrisch zo geprononceerde (dans-)melodie een lied te schrijven dat zo systematisch tegen de draad ingaat, ‘ruyge kunst’ zoals Bredero het zelf noemt (str. 8), een Petrus Datheen waardig. En waar hij even later tot de leden van d'Eglentier zegt te hopen

 
... dat u lieden
 
Niet in't quaet sult dieden,
 
Of 't rymen niet en vloeyt

lijkt dat niet eens een steek ònder water meer te zijn. Juist de melodie brengt dit het duidelijkst aan het licht. Inderdaad, we weten niet of Bredero de melodie in déze vorm gekend heeft, al is dat wel waarschijnlijk. Maar welke andere melodie je hier ook bij denkt, of hoe je déze ook aanpast, het blijft altijd een uiterst moeizame combinatie, zelfs in aanmerking genomen dat de 17de eeuw de prosodie anders waardeerde dan wij. Talrijke liederen in het Groot Lied-boeck getuigen toch van (althans het streven naar) harmonie tussen melodie-, vers- en woordaccent.

[pagina 240]
[p. 240]

Alleen in het Boertigh Liedt-boeck vindt dit lied zijns gelijke, zij het in geheel andere functie en context. Ik heb dan ook met opzet nagelaten, de melodie metrisch in overeenstemming te brengen met de eerste strofe.

Een volledige tekst van het aangehaalde lied kennen we alleen uit het Aemst. Amoreus Lb. 1589, p. 112Ga naar voetnoot1:

Een nieu Liedeken,
Op die wijse: Van quater brande.
 
Met gantscher bedruckter harten
 
Claech ic v mijn swaer torment
 
Want ick lijde druck en smerte,
 
Omdat ick moet zijn absent
 
Vande liefste reyne, die ick certeyne
 
Met gantscher harten bemin
 
Schoon Roosemereyne, ghy zijt alleyne
 
Vercoren in mijn zin. (9 str.)

De wijsaanduiding ‘Van quater brande’ is hier onduidelijk. Bredero zelf noemt een ‘quaterbranckt’ in de al eerder genoemde fricassé in Lucelle (ed. Zaalberg, vs. 1244; vgl. hiervóór p. 105 en 126). Het gaat hier zeker om een van de vele vormen van de bran(s)le (Ned. brand(e); vgl. hiervóór p. 93), maar de melodie waarvan het hs. Thysius (na 1590), f. 443r (ed. Land, nr. 412) een luitbewerking geeft onder de naam ‘Quater Brande’, is hier kennelijk niet bedoeld. Wèl komt de vorm bij Thysius overeen met die van een lied in Nieu Amoureus Lb. 1605, p. 98 (= 106): ‘Stemme, De quater Brande’. Of onze melodie ook een branle is, dan wel een gavotte, allemande o.i.d. onttrekt zich aan mijn waarneming. In elk geval komt ze met de naam branle niet in natura voor.

Het lied ‘Met gantscher bedruckter harten’ is blijkbaar tamelijk bekend geweest. Het wordt als wijsaanduiding genoemd voor liederen van dezelfde vorm in Aemst. Amoreus Lb. 1589, p. 19; Nieu Amst. Lb. 1591, p. 7 en 54; Suyverlijck Boecxken (c. 1600), f. G2r; Nieuwen Lust-hof 1602, I p. 15; Nieu groot Amst. Lb. 1605, p. 70 en 112; voor het laatst in Stalpert 1634, p. 330 (= 230), met een melodie die nauwelijks verschilt van die van Theodotus (hier afgedrukt), dezelfde eigenaardige versbouw als deze, maar met betere tekstplaatsing.

voetnoot1
Volledige tekst afgedrukt bij Mincoff-Marriage, nr. 97, met de melodie uit Souterliedekens 1540, ps. 9: ‘Na die wise Wt gansser allendiger herten’. Al is het dan onbewijsbaar dat dit lied en het onze níet verwant zijn, het resultaat van Mincoffs bemoeienis met de melodie is ongenietbaar. Ook haar afleiding van het lied uit een Duits dagelied mist iedere grond.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken