Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen
Afbeelding van LiederenToon afbeelding van titelpagina van Liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

Scans (17.13 MB)

ebook (3.95 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

E.K. Grootes



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen

(1985)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Amoureus liedje

Op de voois: Phebus die is lang over die zee

 
1 Nu dobbert mijn liefje op de ree,
 
op de woelende springende baren
 
van de wijdluchtige grote zee
 
die hij, elacie! nu zal bewaren.
 
Vaar heen, vaar heen, vaar voor de wind
 
en denk altoos, waar dat je bint
 
aan haar die u bemint.
[pagina 56]
[p. 56]
 
2 Och had ik twee ogen als de zon,
 
die de ganse wereld beschouwen,
 
of dat ik je, troostje, volgen kon,
 
ik zou u steeds gezelschap houwen,
 
maar of't lichamelijk niet geschiedt,
 
omdat de eerbaarheid 't mij verbiedt,
 
mijn ziel en laat 't niet.
 
 
 
3 En al mis ik Dedalus' kunst,
 
die door de lucht zijn lief kon dragen,
 
ik zal u geleiden met mijn gunst,
 
mijn waarste lief, mijn welbehagen.
 
Was ik ontslagen van 't trage vleis,
 
mijn geest trok met u op de reis,
 
nu doet 't mijn gepeins.
 
 
 
4 Was ik voorzien van Stentors stem,
 
ik zou gedurig met u spreken,
 
maar laas! mijn keeltje te kleen bij hem,
 
kan door de wolken zo niet breken,
 
maar toch al vaar je nog eens zo vard,
 
ik zal nochtans in druk en smart
 
u spreken met mijn hart.
 
 
 
5 Had ik Medea's toverkracht,
 
ik zou Aeolus in zijn klippen
 
bekollen met zijn volle macht,
 
dat niet een windje hem zou ontslippen,
 
of barst er een stoker uit zijn zak,
 
die zou ik in uw zeilen strak
 
gaan sturen met gemak.
 
 
 
6 De winden, 't water en de vloed,
 
hipp'lende sterren en vaste polen,
[pagina 57]
[p. 57]
 
aan hen wordt nu mijn hoogste goed,
 
mijn lief, mijn licht, mijn leven bevolen.
 
O goedertieren góden vermaard,
 
o regeerders van hemel en aard,
 
mijn waarde Ceyx bewaart.
 
 
 
7 Alcyone, uw lieve bruid die schreit,
 
't hart wil heur van droefheid scheuren.
 
Omdat 't zo buldert, stormt en waait,
 
doet uw tortelduifje niets dan treuren.
 
O Ceyx! o Ceyx! waardige man!
 
wat hartzeer gaat uw vrouwtje an
 
die van u niet zijn en kan.
 
 
 
8 Nu dobbert mijn liefje op de ree,
 
op de woelende springende baren
 
van de wijdluchtige grote zee,
 
die hij, elacie! nu zal bewaren.
 
Vaar heen! vaar heen! vaar voor de wind,
 
maar denk altoos, waar dat je bint,
 
aan haar die u bemint.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken