Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen
Afbeelding van LiederenToon afbeelding van titelpagina van Liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

Scans (17.13 MB)

ebook (3.95 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

E.K. Grootes



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen

(1985)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nieuw liedeken

Op de vooize: Aanhoort toch mijn geklag, gij ruiters, etc.

 
1 Ogen vol majesteit,
 
vol grootse heerlijkheden,
 
hoe komt dat gij nu scheidt
 
van uw eerwaardigheid
 
en zoete aardigheid;
 
laas, wat lichtvaardigheid
 
aanneemt gij zonder reden?
 
 
 
2 Vanwaar komt dit versmaân?
 
Voorwaar, ik kan 't niet zinnen,
 
noch generwijs verstaan
 
de oorzaak van dit gaan;
[pagina 73]
[p. 73]
 
(U kwelt misschien een waan)
 
zo ik u heb misdaan
 
't is met te veel te minnen.
 
 
 
3 Die waan kwelt u misschien,
 
dat ik u zoek te vrijen,
 
'k heb nooit zo hoog gezien
 
of ik wist wel op wien,
 
want die machtige liên
 
die zoeken te gebiên
 
en dat kan ik niet lijen.
 
 
 
4 Ik ben te groot van moed
 
om iemand iets te achten
 
om rijkdom of om goed,
 
zot is hij die 't ook doet.
 
Ik prijs uw edel bloed
 
dat goddelijk is gevoed
 
met hemelse gedachten,
 
 
 
5 waar gij mij vaak mee speest,
 
als ik hier kwam verkeren,
 
ootmoedig en bevreesd,
 
voornamelijk allermeest
 
om uw gezwinde geest!
 
'k Ben nooit zo stout geweest
 
dat ik u dorst begeren.
 
 
 
6 Maar lieve oogjes blij,
 
en heugt u niet het wenken
 
en 't gluren van terzij
 
en 't lonken tegen mij,
 
zo vriendelijk als vrij?
[pagina 74]
[p. 74]
 
Nochtans op vrijerij
 
heb ik nooit willen denken.
 
 
 
7 Hoe zou iemand van staat
 
als ik dat denken kunnen?
 
Hij mocht, door feil van raad
 
of om zijn eigen baat,
 
o vrouwelijk sieraad!
 
Ik zou u zoveel kwaad
 
om mij niet mogen gunnen.
 
 
 
8 Gij ziet mijn liefde in
 
met innerlijk meedogen,
 
ik ken 't dat ik, vriendin,
 
u als mijn ziel bemin,
 
maar eer ik meer begin,
 
gij sluit mij uit uw zin
 
en bant mij van uw ogen
 
 
 
9 Ogen! is 't dat ik dan
 
mijn landwinning moet derven,
 
zo bid ik, ziet eens an
 
mij, d' allerdroefste man
 
die ooit moeder gewan,
 
overmits dat ik van
 
de braafste ziel moet zwerven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken