Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen
Afbeelding van LiederenToon afbeelding van titelpagina van Liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

Scans (17.13 MB)

ebook (3.95 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

E.K. Grootes



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen

(1985)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Geestig liedeken

Stemme: Uit de diepten, o Here!

 
1 O God, die de gedachten
 
der mensen ziet en leest!
 
Gij weet wat zij betrachten
 
in 't midden van hun geest,
 
waar zij zich toe begeven,
 
hetzij tot goed of kwaad,
 
in dit ellendig leven,
 
dat als een wind vergaat.
 
 
 
2 Wat wil ik mij verbloemen
 
en dekken met de liên,
 
en u de wereld noemen
 
die ik nog niet kan zien.
 
't Is al te ver getreden,
[pagina 87]
[p. 87]
 
'k wil in mijzelve gaan,
 
voor uwe goedigheden,
 
die 'k heb te zeer misdaan.
 
 
 
3 Ik heb door mijn misdaden
 
en gruw'len onbepaald
 
in plaats van uw genade
 
uw straf op mij gehaald.
 
Och, ik en kan niet rusten,
 
van eigen wil verwoed,
 
want laas! mijn kwade lusten
 
die drijven mij van 't goed.
 
 
 
4 Helaas, ik ben te gierig
 
naar mijn verderf en schand',
 
ik volg nog al te vierig
 
mijn beestig onverstand.
 
Ik ben vervreemd van rede,
 
mijn zinnen wild en woest,
 
vol ongeregeldheden,
 
die hollen even noest.
 
 
 
5 Gelijk twee dolle meren
 
in onbedwongen run
 
onmoog'lijk zijn te keren,
 
maar vliên door dik en dun,
 
tot zij hun meester storten
 
in 't water of in 't slijk,
 
zo doen zij mij verkorten
 
mijn leven jammerlijk.
 
 
 
6 Och, had ik kunnen horen
 
uw inspraak eer ik viel!
 
Zo zou ik nu uw toorn
[pagina 88]
[p. 88]
 
niet dragen op mijn ziel,
 
zo zou ik nu niet dulden
 
de heimelijke smart
 
van mijn bekende schulden,
 
geloospand op mijn hart.
 
 
 
7 O Heer, ik ben verwonnen,
 
ik ken 't in mijn gemoed,
 
maak van mijn ogen bronnen
 
van water en van bloed,
 
die tot de Hemel springen
 
tot voor uw Majesteit,
 
opdat zij u bedwingen
 
tot uw barmhartigheid
 
 
 
8 Doe toch zo grote dingen
 
aan mij, benauwde man,
 
dat daar uw kraaltjes zingen
 
in eeuwigheden van
 
uw goedheid en het wonder,
 
dat niet kan zijn vol-eerd,
 
dat is dat gij een zonder
 
zo zalig hebt bekeerd.
 
 
 
9 Zo zullen alle mensen
 
(tenminste zullen 't dien,
 
die mijn welvaren wensen
 
en gaarne zouden zien)
 
u op de aarde loven
 
tot in uw hemelrijk
 
en d' engeltjes hierboven
 
u prijzen eeuwelijk.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken