Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historische grammatica van het Nederlands (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historische grammatica van het Nederlands
Afbeelding van Historische grammatica van het NederlandsToon afbeelding van titelpagina van Historische grammatica van het Nederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.69 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historische grammatica van het Nederlands

(1987)–Cor van Bree–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]

6 De gotische pronomina

N.B. We bespreken in dit hoofdstuk met enkele uitzonderingen alleen die pronomina waarvan de flexie afwijkt van die van de nomina.

6.1 Pronomina personalia

1e persoon 2e persoon reflexivum
sing. N ik þu -
  G meina þeina seina
  D mis þus sis
  A mik þuk sik
dual. N wit ? -
  G ? igqara seina
  D ugkis igqis sis
  A ugkis igqis sik
plur. N weis jus (jūs?) -
  G unsara izwara seina
  D uns, unsis izwis sis
  A uns, unsis izwis sik

 

3e persoon
    masc. neutrum fem.
sing. N is ita si
  G is is izos
  D imma imma izái
  A ina ita ija
plur. N eis ija ijos
  G ize ize izo
  D im im im
  A ins ija ijos

6.2. Pronomina possessiva

De pronomina possessiva zijn meins (1e pers. sg.), þeins (2e pers. sg.), seins (reflexivum), unsar (1e pers. plur.), izwar (2e pers. plur.) en igqar (2e pers. dualis). Voor de flexie zie 7.4. De 1e pers. dualis ontbreekt.

[pagina 45]
[p. 45]

6.3 Pronomina demonstrativa

masc. neutr. fem.
sing. N sa þata so
  G þis þis þizos
  D þamma þamma þizái
  A þana þata þo
plur. N þái þo þos
  G þize þize þizo
  D þáim þáim þáim
  A þans þo þos

OPM. 1. Het ‘versterkte’ demonstrativum (sah enz.) kan van het eenvoudige demonstrativum (sa enz.) door middel van de volgende regels worden afgeleid: 1. niet-geaccentueerde ă vervalt vóór het toegevoegde partikel uh: þamma + uh = þammuh; 2. in de andere gevallen waarin -uh op een vocaal volgt, vervalt ŭ: sa + uh = sah, þize + uh = þizeh; 3. de auslautende s van het eenvoudige demonstrativum verschijnt als z: þizos + uh = þizozuh.

OPM. 2. Het Got. kent nog drie demonstratiefvormen die met h beginnen: himma daga ‘op deze dag’ (temporale datief, masc.), und hina dag ‘tot op deze dag (und + acc. sg. masc.), und hita ‘tot op heden’ (und + acc. sg. neutr.).

6.4 Pronomina relativa

Het relativum wordt door middel van het partikel -ei van het eenvoudige demonstrativum afgeleid. Ook hierbij gelden mutatis mutandis de bij het versterkte demonstrativum besproken afleidingsregels 1 en 3: vgl. þamma + ei = þammei, þans + ei = þanzei. Regel 2 geldt niet doordat -ei in de andere gevallen na vocaal blijft staan; vgl. saei, þizeei, þizoei. De flexie ziet er derhalve als volgt uit:

masc. neutr. fem.
sing. N saei þatei soei
  G þizei þizei þizozei
  D þammei þammei þizáiei
  A þanei þatei þoei
plur. N þáiei þoei þozei
  G þizeei þizeei þizoei
  D þáimei þáimei þáimei
  A þanzei þoei þozei

In plaats van saei (nom. sg. masc.) vinden we ook izei, in plaats van soei

[pagina 46]
[p. 46]

(nom. sg. fem.) sei (uit si-ei). Beide vormen zijn afgeleid van het personale 3e persoon. Ook als het antecedent een 1e of 2e persoon is, worden van het personale afgeleide vormen gebruikt: ikei ‘ik die’, þuei ‘jij die’ enz.

6.5 Pronomina interrogativa

masc. neutr. fem.
sing. N hvas   hva hvo
  G   hvis   hvizos
  D   hvamma   hvizái
  A hvana   hva hvo
Instr.   -   hve -

OPM. De instrumentalis hve kan met ‘waarmee’ vertaald worden. Pluralisvormen komen niet voor.

6.6 Pronomina indefinita

Het pronomen interrogativum hvas kan ook als pronomen indefinitum dienst doen in de betekenis ‘iemand, een of ander’. Verder valt te wijzen op ni mannahun ‘niemand’, samengesteld uit de ontkenning ni + manna ‘mens’ + het partikel hun (voor de flexie van manna zie 5.3); hvazuh = hvas + uh ‘versterkt interrogativum’ met de betekenis ‘ieder’; hvarjizuh = hvarjis (interrogativum ‘welke’) + uh, eveneens met de betekenis ‘ieder’; ni áinshun = ni (ontkenning) + áins numerale ‘één’ + partikel hun, met de betekenis ‘niemand, geen’.

De flexies van hvazuh, hvarjizuh en áinshun volgen hieronder.

masc. neutr. fem.
sing. N hvazuh   hvah hvoh
  G   hvizuh   ?
  D   hvammeh   ?
  A hvanoh   hvah hvoh
plur. A hvanzuh   ? ?
           
sing. N hvarjizuh   hvarjatoh ?
  G   hvarjizuh   ?
  D   hvarjammeh   ?
  A hvarjanoh   hvarjatoh hvarjoh
           
sing. N áinshun   áinhun áinohun
  G   áinishun   -
  D   áinummehun   áináihun
  A áin(n)ohun   áinhun áinohun


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken