Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historische grammatica van het Nederlands (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historische grammatica van het Nederlands
Afbeelding van Historische grammatica van het NederlandsToon afbeelding van titelpagina van Historische grammatica van het Nederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.69 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

monografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historische grammatica van het Nederlands

(1987)–Cor van Bree–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
bron

Cor van Bree, Historische Grammatica van het Nederlands. Foris Publications, Dordrecht 1987

codering

DBNL-TEI 1
dbnl-nr bree001hist02_01
logboek

- 2006-12-18 IH colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S. NED. 16 8571

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een herziene editie van Historische Grammatica van het Nederlands door Cor van Bree uit 1987, met toevoegingen en correcties van de auteur uit 2006 (zie ook p. 2: ‘Bij de digitale druk’).

 

redactionele ingrepen

p. 56-59: de aantekeningen die in het origineel onder de tekstfragmenten staan zijn hier als noten opgenomen.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. ii, xiv, 4, 12, 14, 60, 62, 74, 76, 84, 150, 152, 182, 184, 206 en 290) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina ongenummerd (p. i)]

Historische Grammatica van het Nederlands

 

[pagina ongenummerd (p. iii)]

C. van Bree

 

HISTORISCHE

GRAMMATICA

van het Nederlands

 

1987

FORIS PUBLICATIONS - DORDRECHT

 

[pagina ongenummerd (p. iv)]

Uitgegeven door:

Foris Publications Holland

Postbus 509

3300 AM Dordrecht

 

CIP-GEGEVENS

 

Bree, C. van

 

Historische Grammatica van het Nederlands / C. van Bree. - Dordrecht [etc.]: Foris Met lit. opg.

ISBN 90-6765-268-7

SISO * 836.1 UDC 803.931-5

Trefw.: Nederlandse taal; Historische grammatica

 

ISBN 90 6765 268 7

 

Copyright © 1987 Foris Publications, Dordrecht.

 

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

 

Druk: ICG Printing, Dordrecht.

 

[pagina ongenummerd (p. v)]

Inhoudsopgave


  Woord vooraf 1
     
  PRELIMINAIR 3
     
1. Verantwoording 5
  1.1. Inhoud van het boek en werkwijze van behandeling 5
  1.2. Het tekengebruik 6
  1.3. Tekens en afkortingen 10
     
  GRAMMATICA VAN HET GOTISCH  
2. Inleiding: de Goten en hun Bijbel 15
  2.1. Historische achtergronden 15
  2.2. De gotische bijbelvertaling 16
  2.3. Onze kennis van het Gotisch 18
3. Spelling, uitspraak en fonologie van het Gotisch 19
  3.1. Het accent 19
  3.2. De consonanten 19
  3.3. De vocalen 23
  3.4. Fonologie 26
  3.4.1. De systemen 26
  3.4.2. Neutralisatie van oppositie en alternanties 28
4. Het gotische werkwoord 30
  4.1. Indeling van de werkwoordsvormen 30
  4.2. Klasse-indeling 30
  4.3. De sterke werkwoorden 31
  4.4. De zwakke werkwoorden met een tussenvocaal in het praeterium 35
  4.5. De zwakke werkwoorden zonder een tussenvocaal in het praeteritum 35
  4.6. De werkwoorden gaggan en wisan 38

 

 

[pagina vi]


  4.7. Werkwoordsparadigmata 38
5. Het gotische substantief 41
  5.1. Indeling 41
  5.2. Beschouwingen 42
  5.3. Paradigmata 42
6. De gotische pronomina 44
  6.1. Pronomina personalia 44
  6.2. Pronomina possessiva 44
  6.3. Pronomina demonstrativa 45
  6.4. Pronomina relativa 45
  6.5. Pronomina interrogativa 46
  6.6. Pronomina indefinita 46
7. Het gotische adjectief 47
  7.1. Algemene opmerkingen 47
  7.2. Paradigmata adjectief 47
  7.3. Analyse van de uitgangen 49
  7.4. Andere woorden met adjectivische valentie 50
8. Gotische numeralia 51
  8.1. Cardinalia 51
  8.2. Ordinalia 51
9. Syntactisch-semantische opmerkingen bij de gotische tekstfragmenten 52
  9.1. Gebruik naamvallen 52
  9.2. Het gebruik van de vormen van het adjectief 53
  9.3. Pronomina 53
  9.4. Werkwoordsvormen 54
  Gotische tekstfragmenten 56

 

HISTORISCHE GRAMMATICA VAN HET NEDERLANDS


10. Inleiding tot de historische grammatica van het Nederlands 63
  10.1. Het Nederlands temidden van de andere indoëuropese talen 63
  10.2. Ontstaan van het Standaardnederlands 65
  10.3. Het Ingweoons 69
  10.4. Verdere opmerkingen bij het schema Indeling van het Germaans 69
  10.4.1. Periodisering 69
  10.4.2. Stamboommodel of golfmodel 72
  10.5. Psalm 66 (67) in het Oudnederlands 73

 

 

[pagina vii]

HISTORISCHE GRAMMATICA VAN HET NEDERLANDS. KLANKLEER


11. Het accent 77
12. De klanken in zwak geaccentueerde syllaben 78
  12.1. De oudgermaanse wetten voor zwak geaccentueerde syllaben 78
  12.2. De syncopewet van Sievers 78
  12.3. Latere ontwikkelingen 79

 

DE KLANKEN IN GEACCENTUEERDE SYLLABEN/DE VOCALEN


13. De vocalen van het Gemeengermaans 85
14. GGM. ă 86
  14.1. Gemeengermaans > Nederlands 86
  14.2. Secundaire ontwikkelingen 88
  14.3. Alternanties en gelijkmakingen 88
  14.4. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 89
15. GGM. ĭ, ĕ 90
  15.1. Gemeengermaans, Gotisch 90
  15.2. Gemeengermaans > Nederlands 91
  15.3. Secundaire ontwikkelingen 91
  15.4. Alternanties en gelijkmakingen 92
  15.5. Gemeengermaans < Oerindoëropees 92
16. GGM. ŭ, ŏ 94
  16.1. Gotisch, Gemeengermaans 94
  16.2. Gemeengermaans > Nederlands 95
  16.3. Spontane palatalisatie en i-Umlaut 96
  16.4. Dialectische verschillen 97
  16.5. Alternanties en gelijkmakingen 97
  16.6. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 99
17. GGM. ăĭ 100
  17.1. Gemeengermaans > Nederlands 100
  17.2. Alternanties en gelijkmakingen 101
  17.3. Dialectische verschillen 101
  17.4. Samenval van klanken 103
  17.5. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 104
18. GGM. ăŭ 105
  18.1. Gemeengermaans > Nederlands 105
  18.2. Dialectische verschillen 106
  18.3. Samenval van klanken 106
  18.4. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 108

 

 

[pagina viii]


19. GGM. ĕŏ, ĭŭ 110
  19.1. Gemeengermaans, Gotisch 110
  19.2. Gemeengermaans > Nederlands 111
  19.3 Alternanties en gelijkmakingen 111
  19.4. Dialectische verschillen 112
  19.5. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 112
20. GGM. ɛ̄ 114
  20.1. Gemeengermaans > Nederlands 114
  20.2. Dialectische verschillen 114
  20.3. Samenval van klanken 115
  20.4. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 117
21. GGM. ē 118
  21.1. Gemeengermaans > Nederlands 118
  21.2. Leenwoorden uit het Latijn of het Oudfrans 118
  21.3. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 119
22. GGM. ī 120
  22.1. Gemeengermaans > Nederlands 120
  22.2. Dialectische verschillen 121
  22.3. Samenval van klanken 121
  22.4. Relicten 123
  22.5. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 123
23. GGM. ū 124
  23.1. Gemeengermaans > Nederlands 124
  23.2. Leenwoorden uit het Latijn 125
  23.3. Dialectische verschillen 125
  23.4. Samenval van klanken 126
  23.5. u- en y-relicten 127
  23.6. Geschiedenis van de diftongering 127
  23.7. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 128
24. GGM. ō 129
  24.1. Gemeengermaans > Nederlands 129
  24.2. Dialectische verschillen 130
  24.3. Gemeengermaans < Oerindoëuropees 130
25. Rondingen en ontrondingen 132
  25.1. Ronding 132
  25.2. Ontronding 133
26. Invloed van de l op het vocalisme 135
27. Invloed van de r op het vocalisme 137
28. Invloed van de w op het vocalisme 140
  28.1. Inleiding 140
  28.2. w na vocaal 140
  28.3. y/ou-afwisseling 141
  28.4. ou/ooi-afwisseling 141

 

 

[pagina ix]


  28.5. Oorsprong en samenval van au en ou 142
  28.6. w na consonant 142
29. Rekking, verkorting en samensmelting van vocalen 143
  29.1. Ersatzdehnungen 143
  29.2. Verkorting van vocalen 144
  29.3. Samensmeltingen 145
30. Ablaut 146
  30.1. Algemeen 146
  30.2. De oerindoëuropese Ablaut 147

 

DE KLANKEN IN GEACCENTUEERDE SYLLABEN/DE CONSONANTEN


31. De obstruenten 153
  31.1. De obstruenten in het Ggm. en Got. 153
  31.2. De owgm. geminatie 154
  31.3 De ggm. stemloze fricatieven in het Nederlands 156
          31.3.1 De labiaal 156
          31.3.2. De non-stridente dentaal 157
          31.3.3. De velair 157
          31.3.4. De labiovelair 159
          31.3.5. De stridente dentaal 159
  31.4. De ggm. stemloze occlusieven in het Nederlands 160
  31.5. De ggm. stemhebbende fricatieven en occlusieven in het Nederlands 162
          31.5.1. De labiaal 162
          31.5.2. De non-stridente dentaal 162
          31.5.3. De velair 163
          31.5.4. De labiovelair 164
          31.5.5. Stemloos worden vóór onmiddellijk volgende l, r, m, n 165
          31.5.6. De stridente dentaal 165
  31.6. Samenvatting van 31.3., 4. en 5. 165
  31.7. Velair/palataal 166
  31.8. Syncope van intervocalische d; overgang van d tot j 167
          31.8.1. d-syncope 167
          31.8.2. Overgang in j 167
          31.8.3. Afwisselingen 167
          31.8.4. Behoud van d 168
          31.8.5. d-epenthesis 168
  31.9. Overzicht obstruenten Ogm. (na Verner)- Ndl. 168
  31.10. De herkomst van de ggm. obstruenten. De Germaanse klankverschuiving 169

 

 

[pagina x]


          31.10.1. De veranderingen 169
          31.10.2. Consonantalternanties als gevolg van de Germaanse klankverschuiving 172
  31.11. De Wet van Verner 172
  31.12. De relatieve chronologie van de Germaanse klankverschuiving en de Wet van Verner 174
  31.13. De sporen van de Wet van Verner (en de Ersatzdehnung) in Mnl. en Nnl. 174
          31.13.1. De sporen van de Wet van Verner 174
          31.13.2. Sporen van de Wet van Verner en Ersatzdehnung 175
  31.14. De oudgermaanse geminaten 176
32. De halfvocalen j en w 177
  32.1. De j 177
  32.2. De w 177
33. De liquidae en de nasalen 178
  33.1. De r 179
  33.2. De l 179
  33.3. De m 179
  33.4. De n 179
34. Assimilaties 180
  34.1. Assimilatie in synchronische en assimilatie in diachronische zin 180
  34.2. Assimilatie en reductie 180
  34.3. Voorbeelden van diachronische assimilatie 181
  34.4. De synchronische assimilatie 181

 

HISTORISCHE GRAMMATICA VAN HET NEDERLANDS/KLANKLEER (PERIODEN)


35. De klankwetten per periode 185
  35.1. Inleidende opmerkingen 185
  35.2. De oerindoëuropese klanken 185
  35.3. De veranderingen in het Oergermaans 186
  35.4. De veranderingen in het Gemeengermaans 188
  35.5. De veranderingen in het Gotisch 191
  35.6. Veranderingen in het Oerwestgermaans 193
  35.7. Veranderingen in het Oudnederlands 195
  35.8. Veranderingen in het Middelnederlands 199
  35.9. Veranderingen in het Nieuwnederlands 202

 

 

[pagina xi]

HISTORISCHE GRAMMATICA VAN HET NEDERLANDS/VORMLEER


36. De sterke werkwoorden 207
  36.1. Algemeen 207
  36.2. Het oerindoëuropese systeem 208
  36.3. De klassen van de sterke werkwoorden 209
          36.3.1. Klasse 1 (oeride. wortelvocaal vóór i + consonant) 209
          36.3.2. Klasse 2 210
          36.3.2.1. Klasse 2a (oeride. wortelvocaal vóór ǔ + consonant) 210
          36.3.2.2. Klasse 2b 210
          36.3.3. Klasse 3 (oeride. wortelvocaal vóór liquida of nasaal + consonant) 211
          36.33.1. Klasse 3(I) (wortelvocaal vóór liquida + consonant) 211
          36.33.2. Klasse 3(II) (wortelvocaal vóór nasaal + consonant) 212
          36.33.3. Biezonderheden klasse 3 212
          36.3.4. Klasse 4 (oeride. wortelvocaal vóór enkele liquida of nasaal) 213
          36.3.5. Klasse 5 (oeride. wortelvocaal vóór enkele consonant die geen nasaal of liquida is) 214
          36.3.6. Klasse 6 (oeride. wortelvocaal vóór enkele consonant) 215
          36.3.6.1. De oeride. oorsprongen 215
          36.3.6.2. Overzicht 215
          36.3.6.3. Biezonderheden klasse 6 216
          36.3.7. Klasse 7 (oeride. wortelvocaal vóór enkele consonanten of vóór vocaal) 217
          36.3.8. De reduplicerende werkwoorden 217
          36.3.8.1. Algemeen 217
          36.3.8.2. Klassen 218
37. Het werkwoordensysteem. Algemeen 220
  37.1. Algemene opmerkingen 220
  37.2. Globale indeling van de werkwoorden 221
          37.2.1. Algemeen 221
          37.2.2. Sterke werkwoorden 221
          37.2.3. Zwakke werkwoorden 222
  37.3. Overgang van werkwoorden van de ene klasse naar de andere 223
  37.4. De nominale vormen van het werkwoord 224

 

 

[pagina xii]


          37.4.1. Infinitief 224
          37.4.2. Participium praesens 224
          37.4.3. Participium praeteritum 224
  37.5. De verbale vormen. het verschil thematisch-athematisch 224
  37.6. Nog enkele andere opmerkingen over de verbale vormen 225
          37.6.1. Praesens 225
          37.6.2. Imperatief 226
          37.6.3. Praeteritum sterk 226
          37.6.4. Praeteritum zwak 226
          37.6.5. j-loze vormen bij jan-werkwoorden 227
          37.6.6. De spelling van de werkwoordsvormen 227
  37.7. De zwakke werkwoorden zonder tussenvocaal 228
          37.7.1. Algemeen 228
          37.7.2. Overzicht van de praeterito-praesentia 229
  37.8. Nog enkele ‘onregelmatige’ werkwoorden 231
          37.8.1. 1e pers. sg. praes. indic. op n 231
          37.8.2. Het ‘verbum substantivum’ 232
          37.8.3. Het werkwoord willen 232
          37.8.4. Doen, gaan, staan 232
  37.9. Slotopmerkingen 232
38. De flexie van de substantieven 235
  38.1. Verdeling en indeling van de substantieven 235
  38.2. Geschiedenis flexie algemeen 236
  38.3. De toestand in het Mnl. 237
  38.4. De zwakke flexie. De meervouds-n 238
  38.5. De sterke flexie. De meervouds-s 239
  38.6. Neutra met pluralia = singularia 239
  38.7. Neutra met pluralisuitgang -eren 240
  38.8. De genera 241
          38.8.1. Vrouwelijke woorden van substantieven op sjwa 241
          38.8.2. Verval van de genera 241
  38.9. De numeri. De gevallen schoen en zeis 242
  38.10. Klankwetten 242
  38.11. Het moderne Nederlands 244
  38.12. Factoren in de ontwikkeling van het substantieven-systeem 244
39. De flexie van de adjectieven 246
  39.1. Algemeen 246
  39.2. Middelnederlands en modern Nederlands 247
  39.3. De ja-stammen 249

 

 

[pagina xiii]


  39.4. De modern-nederlandse periode 250
  39.5. De trappen van vergelijking 250
40. Pronomina 251
  40.1. Pronomina personalia 1e persoon 251
  40.2. Pronomina personalia 2e persoon 251
  40.3. Het gebruik van de aanspreekvormen 253
  40.4. Pronomina personalia 3e persoon 254
  40.5. Pronomina reflexiva 256
  40.6. Pronomina possessiva 256
  40.7. Pronomina demonstrativa 256
  40.8. Pronomina interrogativa 257
  40.9. Pronomina relativa 257
  40.10. Pronomina indefinita 258
41. Numeralia 259

 


Bibliografische aantekeningen 260
   
Bibliografie 262
   
Lijst van kaarten 266

 

REGISTERS


Woordregisters 267
Zaakregister 268
Herkomst van de ndl.klanken 269
Gotisch 270
Grieks 278
Latijn 279
Litouws 280
Middelnederlands 280
Nederlands 280
Sanskrit 289

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken