Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De tweede vijftigh lustige historien ofte nieuwigheden Johannis Boccatii (1644)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.51 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)
vertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De tweede vijftigh lustige historien ofte nieuwigheden Johannis Boccatii

(1644)–Gerrit Hendricksz. van Breughel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Een Florentijns Ridder...]

Een Florentijns Ridder diende den Coninck van Spaengien, vanden welcken hy hem qualijck beloont hiel, door welcke reden den Koninc hem met een seeckere proeve bewees dattet door hem niet, maer door des Ridders ongheluck toequam, hem daer nae hoogelijcken begavende. Om te kennen te gheven dat de Dienaers van groote Heeren het meestendeel meer door de Fortuyne dan door haer diensten gheloont worden.

 

GHY moet dan weten dat onder de andere deuchdelijcke Ridders die in langhen tijden binnen onse Stadt gheweest zijn, Heer Rogier van Figiovan eener gheweest is ende mogelijck de vroomste van allen. Dewelcke rijck ende hoochmoedich zijnde, ende merckende dat om wel te letten, op de qualiteydt van de maniere van doene ende ghewoonte van onse Toscanen, hy dieder woonde, gantsch gheene oft heel kleyne vertooninghe zijnder vroomigheydt doen konde, heeft hy voorghenomen hem-selven eenighen tijdt inden dienst van Alfonso Coninck van Spaengien te begheven, wiens weerdigheydt ende vermoedigheydt, die van alle de andere Princen van dien tijdt te boven ginck. Soo is hy eerlijcken in orden van Wapenen, Peerden ende diensten nae hem toe in Spaengien ghetrocken vanden welcken hy eerlijcken ontfanghen werdt. Heer Rogier daer dan blijvende, ende rijckelijck levende in feyten van Wapenen wonder bedryvende, heeft hem selven seer haest voor een kloeck Man doen kennen, ende daer alreedts eene goede wijle tijdts ghewoont hebbende, de maniere van doen des Coninghs seer aenmerckende, heeft hy hem laten voorstaen, dat hy onbescheydelijcken genoegh het sijne wech schonc, nu aen den eenen, nu aenden anderen plaetsen Casteelen, Steden, ende Baroenen, als dat ghevende aen Volckxken die niet en verdienden. Ende om dies-wille dat hy sach datmen hem niet en schonk, die hem selven voor sulck eenen hiel als hy was, docht hy dat zijn vermaertheydt des-halven seer af-nam, soo dat hy voor hem ghenomen heeft te vertrecken, ende dadelijcken heeft hy verloff aen den Coninck ghe-eyscht diet hem ghegunt heeft, ende heeft hem een van de beste ende schoonste Muylen daermen oyt op sadt, gheschoncken, die Rogier seer in weerden hadde, om de seer grooten wegh die hy te doen hadde, ende naer dit heeft de Coningh aen een van

[Folio Cc1r]
[fol. Cc1r]

sijne Edellieden die wijs ende welbedacht was last ghegeven, dat hy middel vinden soude, dat hy over wegh in t'gheselschap van Rogier conde comen te rijden, alsoo doch dat hy niet en vermerckte dat hem de Coninck ghesonden hadde, ende dat hy soo wel vatten soude al t'gheene dat hy van hem segghen soude, dat hy't hem weder conde over-draghen, dan dat hy hem smorghens daer nae beval dat hy wederkeerde den Coninck te spreecken. d'Edelman de wacht houdende, soo haest als Heer Rogier uytte Stadt quam, is hy hem behendelijcken aenghevallen, hem wijs maeckende dat hy van Italien quam. Heer Rogier dan rijdende op den Muyle, die hem de Coninck ghegheven hadde, ende desen vast praetende van 't eene ende het andere, ontrent den neghen nyren smorghens wesende, heeft hy gheseydt: Ick gheloove dattet wel ghedaen soude wesen onse Beesten te laten pissen, ende in eenen stal ghecomen zijnde, hebbense alte-samen ghepist, uytghenomen den Muyl, weshalven sy voorts rijdende, ende d'Edelman altijdts wel lettende op dees Ridders woorden, zijnse een Waterken comen te passeeren, ende daer hun Peerden drinckende, heeft de Muyle int water ghepist: Het welcke Heer Rogier siende, heeft hy gheseydt: Dat u Godt schende vervloeckte Beeste, ghy zijt van het maecksel van uwen Meester die u my gheschoncken heeft. d'Edelman dit woort wel vattende (hoe-wel dat hyer noch veele andere op-ghenomen hadde, met hem dus rijdende, soo en hadde hyer hem gheene hooren segghen die niet tot grooten loff vanden Coninck en waeren) waer door smorghens vroegh, daer nae datse te Peerde gheseten gheweest waeren, ende haeren wegh vervolghen wilde om nae Toscanen te trecken. d'Edelman het ghebodt vanden Coninck gevolcht heeft, het welck een oorsaeck gheweest is dat Heer Rogier stracx te rugghe ghekeert is, ende de Coninck alree vernomen hebbende t'gheene hy vanden Muyl gheseydt hadde, heeft hy hem doen roepen, ende ontfinck hem met een goet ghelaedt, vraghende waerom hy hem by sijnen Muyl vergheleecken hadde, Heer Rogier sonder seer te verschieten heeft hem met een vast gelaet gheseyt: Heer Coninck ick heb dese ghelijckenisse ghedaen om dies-wille dat even alsoo als ghy geeft daert niet en hoort, ende dat ghy niet en gheeft daer't reden ware, alsoo en piste den Muyl niet daerse hoorde te pissen, ende daer zy 't niet en behoorde ghedaen te hebben, daer dede zy't. Doen seyde de Coninc: Heer Rogier soo ick u gheen ghiften ghedaen en hebbe, als aen meenighe andere, dat en is niet gheschiedt om dat ick u niet voor een seer vroom Ridder, ende alles goets weerdich ghekent en hebbe: maer u ongheluck dat het my niet toeghelaten en heeft, heeft hier inne ghesondicht, ende niet ick, ende dattet waerachtigh zy, soo sal ick u opentlijcken doen blijcken. Wien Rogier gheantwoort heeft: Heer Coninck ick en beclaghe my niet dat ick gheen giften ofte gaven van u ontfanghen hebbe, als eener die de selve niet en begheerde om rijcker daer door te worden, maer alleenlijcken dat ghy nieuwers mede ghetuyghenisse van mijn deucht ghegheven hebt: Niette-min ick neem u excusatie aen voor goet ende redelijck, ende ick ben te vreden te sien wat u believen sal: Hoe-wel dat ick u sonder eenighe andere ghetuyghenisse vastelijcken geloove. Den Coninck die heeft hem dan in eene van sijne groote Salen geleydt, alwaer (als hy te vooren belast

[Folio Cc1v]
[fol. Cc1v]

hadde) twee gheweldighe ende groote ghesloten Coffers waeren, ende in de teghenwoordigheydt van twee persoonen, heeft hy hem gheseydt: Heer Rogier int eene van dese Koffers is mijn Croone, mijnen Conincklijcken Scepter ende Appel, met veele andere mijn schoone gordelen, baggen, ringen, ende Juweelen die ick hebbe: D'ander is vol eerde, kiest het eene van twee, ende 'tgheene dat ghy nemen sult, dat gheve ick u, ende daer door suldy konnen sien, wie op uwe verdiensten onbeleeft is gheweest, oft ick oft u eyghen ongeluck. Heer Rogier siende dattet des Conincx wille was, heeft het eene ghenomen dat de Coninck dede open doen, ende 't wert bevonden dattet het geene was dat met aerde ghevult was, ende doe seyde hem de Coninck al lacchende ghy mooght wel sien Heer Rogier, dat het ghene dat ick u segghe van u ongeluck waerachtich is: Dan u vromigheydt verdient wel dat ick my teghens desselfs ghewelt stelle, ende overmidts dat ick seer wel weete dat ghy gheensins int sinne hebt Spaens te worden, en ick wil u hier doch Slot noch Casteel niet gheven: maer ick wil dattet Koffer dat u de Fortuyne ontnomen heeft, uwe sy in spijt van haer, op dat ghyt in u lant mocht brengen, ende dat ghy u met u naebueren van weghen u deucht te recht verheughen meucht, door ghetuygenisse van de gifte die ick u doe. Heer Rogier naer dat hyt ontfanghen ende hem sulcken danck-segghe ghedaen hadde als sulcken present verdiende, is mettet selve heel verblijt in Toscanen ghekeert.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken