Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven van Sinte Christina, de wonderbare. In oud-Dietsche rijmen, naer een perkementen handschrift uit de XIVde of XVde eeuw (1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leven van Sinte Christina, de wonderbare. In oud-Dietsche rijmen, naer een perkementen handschrift uit de XIVde of XVde eeuw
Afbeelding van Leven van Sinte Christina, de wonderbare. In oud-Dietsche rijmen, naer een perkementen handschrift uit de XIVde of XVde eeuwToon afbeelding van titelpagina van Leven van Sinte Christina, de wonderbare. In oud-Dietsche rijmen, naer een perkementen handschrift uit de XIVde of XVde eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.21 MB)

ebook (3.81 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan-Hendrik Bormans



Genre

poëzie

Subgenre

heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven van Sinte Christina, de wonderbare. In oud-Dietsche rijmen, naer een perkementen handschrift uit de XIVde of XVde eeuw

(1850)– Broeder Geraert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

In oud-Dietsche rijmen, naer een perkementen handschrift uit de XIVde of XVde eeuw


Vorige Volgende

Hoe dat si verstont alle scrifture van der godlecken.

 
Voerweert vint men bescreven, dat
1260[regelnummer]
de heileghe Kerstine ind selve stat
 
alle nachte te mettenen ginc.
 
Nu hoert een wonderleke dinc,
 
ghi moeght hier alte groet wonder merken…
 
Doen alle de liede waren uter kerken,
1265[regelnummer]
so bleef de maeght daer binnen allene,
 
ende sloet die doeren toe alle rene
 
ende ginc daer al omme wandelen ende scerken,
 
over dat paviment van der kerken,
[Folio xxxivv]
[fol. xxxivv]
 
ende liet daer ut gaen so sueten sanc,
1270[regelnummer]
ende maecte daer so edel geclanc,
 
dat die sanc vele bat ingele sanc sceen,
 
dan erdersche sanc ocht els engeen.
 
Die sanc, hi was so wonderleke
 
te horene, ende soe sunderleke,
1275[regelnummer]
dat hem nien conste geliken
 
engeen instrument van eengher musiken;
 
so dat, in desen sterfleken live,
 
noch van manne noch van wive
 
so suete stimme noyt wart gehoert,
1280[regelnummer]
als doen ut haren lichame quam voert.
 
Hi was oec claer, subtijl ende rijc;
 
nochtan so was hi ongelijc
 
dien sanghe daer ic af seide hier voere:
 
want hi was suete ende goet ter coere.
1285[regelnummer]
Dese sanc was minder vele dan die,
 
die had so edele suete armonie,
 
daer si so sere in jubileerde,
 
daer si oec Gode so sere in eerde:
 
want hi ginc boven allen sin,
1290[regelnummer]
men consten verstaen noch meer noch min.
[Folio xxxvr]
[fol. xxxvr]
 
Dat was de sanc die men van hare
 
tevoren hoerde, suet ende clare,
 
die tuschen borst ende strote gaf
 
so sunderlinghen luet, dat nieman daer af
1295[regelnummer]
engeen gelikenesse vinden en conde,
 
die hem so wel op sanc verstonde.
 
Dees edel sanc hi was latinen,
 
gesiert met wonderleken ende met sinen
 
clauselen van concordancien, die wel
1300[regelnummer]
luedden, ende dat dan enech dinc el…
 
Als was dat sake dat si engeene
 
letteren en kinde, de maghet rene,
 
van die male dat si wart geboren,
 
nochtan verstont die utvercoren
1305[regelnummer]
joncfrouwe wel al latijnsche tale,
 
ende daer toe kinnese volcomelec wale
 
van der scrifturen alle den sin;
 
ende al die donker questien, die daer in
 
verworren laghen, ontbant si cleerleke,
1310[regelnummer]
ende daer toe oec harde meesterleke,
 
als hare haer geesteleke vriende baden.
 
Dat quam haer al van Gods genaden.
[Folio xxxvv]
[fol. xxxvv]
 
Nochtan so deed sijt alte noede;
 
want maeghde, si selen natuerlec sijn bloede:
1315[regelnummer]
boude maeghde sijn selden bleven
 
langhe staende, sijn moesten sneven.
 
Daer omme so was dees maghet bloede,
 
ende quam daer toe oec alte noede,
 
dat si de heileghe scrifture ontvant,
1320[regelnummer]
ende dat si haer dies onderwant;
 
want dat seid si dad proper ware
 
der papen; daer omme en woud sijs hare
 
ten nausten niet onderwinden doe:
 
want, si seide, en hoerde haer niet toe.
1325[regelnummer]
Clerke die erese, ende sunderlinghe
 
priestere ende papen voer alle dinghe,
 
aen die groete minne die si
 
te Gode wert hadde, de maghet vri;
 
nochtan dat si haer deden weder
1330[regelnummer]
meneghe versmeetheit op ende neder….
 
Papen, priestere ende clerke,
 
die sunden deden ocht sundelec werke,
 
die manese lieflec ende heimeleke,
 
met reverencien eersamleke,
[Folio xxxvir]
[fol. xxxvir]
1335[regelnummer]
oude ende ionghe allee gadre,
 
als ocht si hadden geweest haer vadre.
 
Dat deedse daer omme, als ic merke,
 
dat, overmits haer quade werke,
 
nien worde de name Gods blassemeert
1340[regelnummer]
in den volke. Dat maect ende leert,
 
ende neemt meer bispel aen de papen,
 
dan aen riddre ocht aen knapen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken