Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1828)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1828)–Lambrecht van den Broek–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

Lied in de lente.

 
Kom hier, mijn Zaïre! zing vrolijk gezangen;
 
De dochter des hemels verlaat weêr haar troon'.
 
Daar komt zij, met bloemen op boezem en wangen;
 
Aanschouw haar, Zaïre, wat is zij weêr schoon!
 
 
 
Hoe lacht zij, hoe lonkt zij, die bloem der godinnen!
 
Hoe toont ze ons haar korfje, met bloemen versierd!
 
Zij weet het, die schalksche! hoe teêr wij beminnen,
 
Zij weet het, hoe vrolijk haar feest wordt gevierd.
 
 
 
Nog klimt zij niet over de stuitende muren;
 
De daken der grooten belonkt zij nog niet;
 
Alleen op de landen bevleugelt zij de uren,
 
Alleen van den veldling ontvangt zij een lied.
 
 
 
'k Voel heiligen wellust mijn boezem doorvloeijen;
 
O zie hoe dat roosje zijn windsel verbreekt.
 
't Is schooner dan toen gij de amandlen zaagt bloeijen,
 
Zaïre! en 't gelaat der natuur was verbleekt.
 
 
[pagina 57]
[p. 57]
 
De bergen verheffen weêr groenende toppen,
 
En blozen verheugd, als de dageraad lacht,
 
En paarlen komt scheppen uit blinkende droppen,
 
Gedauwd op de blaadren in 't uur van den nacht.
 
 
 
De ceedren verspreiden belomrende twijgen,
 
Langs welige velden met bloemen bestrooid;
 
't Gevederde boschkoor, reeds moede te zwijgen,
 
Rept, kweelend, de nebjes zoo vrolijk als ooit.
 
 
 
O dochter van Allah, o goede meestresse!
 
Hoe zegent gij de aarde, hoe lonkt gij haar aan!
 
Natuur, die u huldigt als hemelbodesse,
 
Strooit lovers en kruiden verrukt op uw baan.
 
 
 
Urania! gij, die de bloemrijke hoven
 
Des grooten Profeets met uw schoonheên versiert,
 
Bevallig en vriendlijk bestraalt ge ons van boven,
 
Wijl de aarde u bewierookt en vrolijk u viert.
 
 
 
Kom hier, mijn Zaïre, zing vrolijk gezangen,
 
Eer 't zengende zonvuur de blaadjes verdort;
 
Kus zingend de lente den blos van de wangen,
 
Zing vrolijk, Zaïre, zij duurt maar zoo kort.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken