Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen (1770)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen
Afbeelding van Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingenToon afbeelding van titelpagina van Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.03 MB)

ebook (6.20 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen

(1770)–Johan Pieter Broeckhoff–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

Ydelheid.



illustratie


Ydelheid der Ydelheden, zeid de Prediker, Ydelheid der Ydelheden, 't is al Ydelheid.
Predik. I. 2.
 
Dit jeugdig Beeld vertoont den aart der Ydelheid:
 
Want de Ydelheid kan 't eerst de wufte Jeugd behaagen.
 
't Hart, dat men 't op het hoofd ziet in een Schotel draagen,
 
Leert hoe zy 't hart (zo ras door schynbaarheên verleid)
 
Te ligt aan elk ontdekt. Men merkt haar losse zeden,
 
Zo wel in 't los gewaad, als in de ontbloote leden.
O verraaderlyke Waereld! gy belooft alle goed, maar gy brengt niet anders voort dan alle kwaad: gy belooft het leven, maar gy schenkt den dood: gy belooft vreugde, maar gy geeft droefheid: gy belooft rust, maar ziet! daar is onrust: gy belooft eene bloem, maar die haast vergaat: gy belooft dat gy zult staan blyven, maar gy gaat ras weg; en daarom moet men u niet liefhebben, terwyl gy voorby gaat, en uwe begeerlykheid als de rook verdwynt.
Augustinus.
[pagina 98]
[p. 98]
 
U, die 't aardsch gewoel beschouwt,
 
Wellust, Rykdom en Vermogen
 
In hun rechte waarde ontvouwt,
 
Door de schors niet wordt bedrogen:
 
U, die waan van waarheid scheidt,
 
Poogt myn Zangster na te treeden,
 
Ny zy 't beeld der Ydelheid,
 
Dat, gediend en aangebeden,
 
Zo veel dwaazen naar zig trekt,
 
Schets en zyn bedrog ontdekt.
 
 
 
Losse Jeugd! die 's Levens morgen
 
Aan eene Ydle vreugde opdraagt,
 
Als ge, nog door bleeke zorgen,
 
Nog door moeite, wordt geplaagd,
 
Baart die blydschap vergenoeging?
 
Geeft ze uw Ziel eene eedle rust?
 
Of verwekt ze een naare wroeging,
 
Als ge uw neiging vindt geblust,
 
En ge, in eenzaamheid gezeten,
 
Wordt beschuldigd door 't geweten?
[pagina 99]
[p. 99]
 
Smaakt ge ook in die vreugde al 't zoet,
 
Dat ge u dwaas daar van verbeelde?
 
Hebt gy zelfs geen vreeze ontmoet,
 
In het midden van die weelde?
 
Wierdt gy dan door twist, of wraak,
 
Of door lastig tegenspreeken,
 
Niet gestoord in uw vermaak?
 
Waar het uur niet ras verstreken,
 
En de blydschap, in dat uur,
 
Dan niet veel te kort van duur?
 
 
 
Maar, hoe vaak is 't Ydel harte
 
In zyn vreugde niet verrast!
 
Door een koorts, een kwaal, een smarte,
 
Of een toeval aangetast:
 
Op het leger neêrgeslagen,
 
En, nog van 't gewoel ontsteld,
 
In de Lente van zyn dagen,
 
Afgemaaid door 't doodsgeweld?
 
Als de blydschap angst en schrikken
 
Baarde, in de uitterste oogenblikken.
[pagina 100]
[p. 100]
 
Gy, wiens Jaartal hooger stygt,
 
Kan u 't Ydele ook verblinden?
 
Daar gy zwoegt, en zweet, en hygt,
 
Om een rook, een damp te vinden.
 
Wordt die dwaaling niet gemerkt,
 
Nu gy met een ryper oordeel,
 
Dan een ydle Jongkheid werkt?
 
Geeft een schaduw u ook voordeel;
 
Wyl gy die voor 't wezen kiest,
 
En 't bestendig goed verliest?
 
 
 
Zou 't verzamelen der schatten,
 
Ligt met moeite en zorg gepaard,
 
Zulk een heil in zig bevatten?
 
Zyn ze uw' tyd en arbeid waard?
 
Kan u 't Goud gezondheid geeven,
 
Als ge op 't zugtend Ziekbed kermt?
 
Rekt het ook uw tydlyk leven?
 
Heeft het u voor ramp beschermd?
 
Of zal 't voor 't verderf u dekken,
 
En der sterflykheid onttrekken?
[pagina 101]
[p. 101]
 
Kan het uwen wensch voldoen?
 
Blyft gy niet op meerder hoopen?
 
Helpt het om de Ziel te voên?
 
Kunt ge 'er 't eewig heil voor koopen?
 
Neen! als eens die Godstem klinkt,
 
‘Dwaas! nog heden zult gy sterven!’
 
't Gout, hoe zeer 't bekoort en blinkt,
 
Kan u dan geen troost verwerven:
 
Daar 't veel meer de Ziel bezwaart,
 
Als zy hooploos heenen vaart.
 
 
 
Straalt u 't aadlyk bloed door de adren?
 
Roemt ge op uw aloud geslacht,
 
En zyn uw doorluchte Vadren
 
Om hun heldendaên geacht?
 
Wat kan u hunne eer vereeren?
 
Moesten zy, met al hun lof,
 
Niet tot de Aarde wederkeeren?
 
Kunt ge ons nu hun aadlyk stof,
 
Uit het stof van andren toonen?
 
Zou 't verderf hen meer verschoonen?
[pagina 102]
[p. 102]
 
Mint ge pracht en heerlykheid?
 
Moet de Zyde uw Lichaam dekken?
 
Zyde, door een' Worm bereid,
 
Zal een' Worm ten kleed verstrekken!
 
Arme Mensch! hoe trots ge treedt,
 
Uw gewaad is niet bekleedt
 
Zo u Jezus niet bekleedt
 
Met zyn heil; wat zyt ge ellendig!
 
Naakt, in alle uw pronksieraên,
 
Zult ge ook als uw Kleed vergaan.
 
 
 
Kan u 't grootsch paleis behaagen?
 
Bouwt gy huizen hoog van kruin?
 
Vloed, en gloed, en oorlogsplaagen
 
Werpen die zo ligt in 't puin.
 
Onder laage rieten daken,
 
Woont het minst verdriet en haat.
 
Eerlang zal de tyd genaaken,
 
Dat ge uw trotsch paleis verlaat:
 
Eer ge uw Bouw nog kunt voltrekken,
 
Kan het graf uw huis verstrekken.
[pagina 103]
[p. 103]
 
Zyt ge op Heerschappy gezet?
 
Kan ze U 't waar genoegen geeven,
 
Die zo vaak de rust belet?
 
Daar ook Konings troonen beeven.
 
Voelt een Vorst zig, in zyn' staat,
 
Door geen vreeze en zorgen kwellen,
 
Als hem Ontrouw en Verraad,
 
Nyd en Vleïery verzellen?
 
Riep de Ervaarnis niet voorlang:
 
‘Heerschappy is overgang?’
 
 
 
Durft ge op eedle Schoonheid roemen?
 
Zyt ge trotsch op 't frisch gelaat?
 
Zie, hoe 't schoon der Lentebloemen
 
In een oogenblik vergaat.
 
Zyn de juistgevormde leden,
 
Meer voor ziekte en ramp bevryd?
 
Worden uw bekoorlykheden
 
Niet veranderd door den tyd?
 
Schoonheid heeft, op 's waerelds stroomen,
 
Meest voor klip en blank te schroomen.
[pagina 104]
[p. 104]
 
Zo ge uw Weetenschap vermeêrt,
 
Denk dan, schoon we uw vlyt niet wraaken,
 
Weetenschap kan u geleerd,
 
Maar uw heil niet eeuwig maaken.
 
Dikwils baart zy Hovaardy,
 
Zo gy haar aan God' niet heiligt,
 
Blyft van afgunst zelden vry,
 
Is voor dwaaling nooit beveiligd,
 
En, by al haar licht, verblind:
 
Zo ze Jezus kent nog mint.
 
 
 
't Ondermaansche is onstandvastig,
 
Wisselvallig als de Maan:
 
Los, bedrieglyk, zondig, lastig,
 
Meest met zorg en smart belaên.
 
God, en in zyn' dienst te leeven,
 
Schenkt alleen 't bestendig goed!
 
All' het ander, hoe verheven,
 
Blyft, wanneer 't bedaard gemoed
 
't Recht beschouwt, by 't licht der reden:
 
Ydelheid der Ydelheden!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken