Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1
Afbeelding van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

(1946)–Johan Brouwer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 58]
[p. 58]

Twaalfde les
Merkwaardigheden in de spelling van sommige regelmatige werkwoorden

Tot goed begrip van de merkwaardigheden in de schrijfwijze van een aantal regelmatige werkwoorden raadplege men het algemene overzicht over de uitspraak en de spelling. Als men tot voorbeeld neemt het werkwoord llegar en men vervoegt dat, dan zal men bemerken dat in de subjuntivo de uitgang - e, - es enz. de uitspraak van de g zou wijzigen. Om aan te geven dat de uitspraak van deze g van llegar behouden blijft wordt, waar zulks nodig is, dus voor een - e, een u achter de g geschreven, b.v. que llegues, que lleguemos, llegué enz. Een aantal regelmatige werkwoorden ondergaat dus, om aan te geven dat de uitspraak van de medeklinker aan het eind van de stam behouden blijft, een lichte wijziging in de schrijfwijze.

Van de werkwoorden op - ar noemen wij bijv.

pagar betalen que pague enz., pagué
tocar aanraken que toque enz., toqué
apaciguar tot rust brengen que apacigüe enz., apacigüé
rezar bidden que rece enz., recé (rezé geeft geen andere uitspraak, maar in de tegenwoordige spelling wordt geen z voor e of i geschreven).

Van de werkwoorden op -er noemen wij bijv.

coger grijpen, cojo, que coja (maar coges, cogí enz.)
vencer overwinnen, venzo, que venza (maar vences, vencí enz.)

Van de werkwoorden op - ir noemen wij bijv.

extinguir blussen, extingo, que extinga (maar extingues, extinguí enz.)
dirigir leiden, dirijo, que dirijas (maar diriges, dirigí enz.)

Bij de werkwoorden op -er en -ir wier stam eindigt op een klinker wordt de onbetoonde i van de uitgang als y geschreven en uitgesproken als hij tussen twee klinkers valt. Bijvoorbeeld:

creer geloven, van mening zijn, houden voor: creyó, creyeron, creyendo, maar creía.
[pagina 59]
[p. 59]

De werkwoorden op - uir schuiven bovendien tussen de stam en de uitgang altijd een y in als in de uitgang geen betoonde i voorkomt. Bijvoorbeeld huir vluchten: huyo, huyes, huye, huya enz. maar huí, huiste, huimos, huía.

De werkwoorden op - er en - ir wier stam eindigt op ll, ch of ñ nemen de onbetoonde i van de uitgang in deze klank op. Deze - i wordt dus niet geschreven. Bijvoorbeeld:

gruñir knorren: gruñó, que gruñera, gruñese, maar gruñía enz. mullir opschudden: mulló, que mullera, mullese, maar mullía enz.

Wijzigingen in de spelling of phonetische merkwaardigheden als boven genoemd ondergaan o.a. de volgende werkwoorden:

cruzar kruisen, oversteken (de straat)
cazar jagen
alcanzar inhalen, bereiken, halen, verkrijgen, aanreiken
colocar plaatsen
buscar zoeken
pagar betalen
prolongar verlengen
tocar aanraken, toetsen, bespelen (een muziekinstrument)
sacar te voorschijn halen, iets ergens uitnemen
traficar handel drijven
llegar (aan)komen
cargar beladen, belasten
otorgar toestaan, verlenen
entregar overhandigen
averiguar onderzoeken, uitvorsen
apaciguar tot rust, vrede brengen
coger pakken, opnemen
construir opbouwen
destruir afbreken
instruir onderrichten
sustituir vervangen
acoger opnemen (in huis als gast bijv.), aanvaarden (een mening), ontvangen
recoger oprapen, verzamelen, opbergen, opnemen
escoger uitzoeken
proteger beschermen
leer lezen
poseer bezitten
roer knagen
tañer bespelen (een muziekinstrument), beieren
erigir oprichten
afligir pijn of smart berokkenen
fingir veinzen, doen als- of
distinguir onderscheiden
influir invloed hebben op
concluir besluiten, afmaken
excluir uitsluiten
atribuir toeschrijven aan
constituir vaststellen, oprichten
restituir herstellen

[pagina 60]
[p. 60]

Woordenlijst

lo único het enige
la vez de keer, maal
la última vez de laatste maal
el sentido de zin, de betekenis
sacar fotos foto's nemen, fotograferen
acercarse naderen
demasiado te veel, te zeer, te....
la hierba het gras
transigir een schikking treffen, transigeren, schipperen
chocar con botsen, stoten tegen
choque (gemeenzaam:) ‘geef me de vijf’
el choque de botsing
indicar aangeven, aanwijzen
dedicar wijden aan
regatear afdingen, ‘pingelen’ (in Spanje vrij gebruikelijk)
obligar verplichten tot
pegar slaan, plakken
el combate de boxeo de bokspartij
la partida het vertrek
juzgar oordelen
la apariencia het uiterlijk, voorkomen
las apariencias de schijn
el éxito het succes
el partido de partij
la novela de roman
el papel het papier
el rumor het gerucht
falso vals, onjuist
el timbre de (electrische) bel
tocar el timbre bellen, schellen
el fracaso de mislukking
la empresa de onderneming
el matiz de nuance, de schakering
el ratón de muis
tarde laat, te laat
la quinta het landhuis, het landgoed
el borrico het ezeltje
sacar billete een kaartje nemen
el sello de postzegel
el espectáculo het schouwspel
la deuda de schuld
la red het net
circular in omloop brengen

Oefening 12 A

Lo único que averigué fué que el enfermo estaba muy débil. Varias veces leyó el papel sin alcanzar el sentido de la frase. Saqué varias fotos. Saque usted los billetes mientras yo compro algunos periódicos. El cerdo gruñó cuando me acerqué demasiado. Ayer cogí frío. Coja usted mi perro. La joven estaba sentada en la hierba, leyendo poesías. Yo no transijo con estas cosas. Sus padres creían que todas estas explicaciones eran necesarias. Choque usted y no esté de mal humor. Ya es hora de que dediques tu tiempo a cosas útiles. Crucé la plaza, como usted indicó, y llegué a la calle que buscaba. Temo mucho (hier: erg) que no alcances el tren. Busqué el libro en todas partes (= overal) sin buscar en tu cuarto. Entregue usted la carta al jefe de la oficina. Pagué la cuenta sin regatear. Los ladrones huyeron. No quiero (= ik wil niet) que usted le (= hem) obligue a pagar si no tiene dinero. Estaban concluyendo el trabajo cuando llegué. Este sello no pega. No toque usted el timbre, el ruido molesta al enfermo.

[pagina 61]
[p. 61]

No protejas a este hombre, trabaja poco y mal. Creyeron que su amigo estaba en casa pero no estaba. Siempre creyó que un combate de boxeo era un espectáculo bárbaro. Es preciso que explique usted la razón de su partida. No distingo bien los colores de este cuadro. No pegue usted al pobre animal. No juzgues por las apariencias. Es posible que venza este partido porque está bien constituído. ¿A qué (= waaraan) atribuye usted su éxito? Deseo que leas esta novela. Recoja usted los papeies que están en la mesa. El director mandó que el empleado sustituyese algunas palabras por otras.

Oefening 12 B

Zij hebben onjuiste geruchten in omloop gebracht. Laten wij (subj. pres.) de straat hier (= aquí, onmiddellijk na het ww.) oversteken. Laten wij niet bellen. Speelt u fluit? Neen, ik speel piano. Hij zal een foto nemen van dit plein. Overhandigt u deze brief aan den directeur. Schrijf de mislukking van de onderneming niet toe aan de omstandigheden. Laten zij de dieren beschermen. Kiest u een boek uit. Leest u veel? Mijn vader las (pret. def.) veel. Onderricht. De slechte critiek breekt af, de goede critiek bouwt op. Hij vervangt. Zij vervingen. Zij hebben vervangen. Onderscheidt u de schakeringen? Veins niet. De muis knaagt. De varkens knorren. Pak aan. Lees deze boeken niet. Zet (= pon) de koffer in het net. Hij is te laat gekomen. Wij hielden hem (= le, vóór het ww.) voor rijk, omdat zijn ouders een landgoed bezaten. Hij vlucht, zij vluchtten, laten wij vluchten. Sla die (vertaal: de) hond niet. Blijf niet in gebreke je (= tus) schulden te betalen. Als u iedere dag een bladzijde hadt gelezen, zoudt u nu vlot (= corrientemente, na het ww.) Spaans lezen. Geloof je dat hij hem (= le, vóór het ww.) zal inhalen? Wij geloven niet dat hij hem zal inhalen (subj. pres.). Neem een kaartje. Belast het ezeltje niet te zeer (= demasiado, onmiddellijk na het ww.). Zij bezaten een landhuis en een auto. De dood van zijn zoon heeft zijn werk beïnvloed.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken