Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tirol (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tirol
Afbeelding van TirolToon afbeelding van titelpagina van Tirol

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (6.99 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Editeur

Ruth Wolf



Genre

proza

Subgenre

reisbeschrijving


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tirol

(1989)–Carry van Bruggen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

Hoog bezoek

Elke dag opnieuw is mij het eerste buitenkomen een feest. Het lijkt soms alsof die ogenblikken de verkwikking brengen, die de nacht mij te vaak onthoudt, zelfs nu in de vakantie, zelfs hier in de hoge lucht. Op zonnige dagen is het weerzien in de morgen al bijzonder plezierig. Hoe warm en welig staan de roomwitte muren, hoe monter kleuren er de bloemen tegen aan. De schoenmaker is met zijn gezellen al van vijf uur af aan de slag, tegen zessen daagt de leerjongen op, met zijn grote kuif en zijn guitig gezicht, en het is een komen en gaan, een lachen en grappen langs de buitentrap naar het balkon waar achter open deuren de vrouwen reeds aanstalten maken voor hun eerste maal. Fris klatert de bron en het houten baasje lacht. Overal in Tirol staan van die wachters en beschermers bij bronnen en wellen, bontbeschilderde houten poppen, een enkele keer een heilige of een held, doch meestal het een of andere oude ventje, jager of herder, zoals ze die in het klein te Fulpmes snijden uit blokjes licht hout.

De fruitvrouw kent ons al en knikt ons uit haar stalletje toe. Wat zal het zijn vandaag? Salzburger peren maar weer? Ja, boven een Salzburger peer gaat geen andere peer in de hele wereld. En daarbij... maar ik wil u niet tergen, in dit dure land, in deze dure tijd.

We eten ze op het bruggetje en kijken neer op het kristallen water, dat zich schuimend voortrept tussen walletjes van kruizemunt. En dit alles op geen halve minuut afstand van het hotel, ons bruine, brave Gasthof staat er middenin.

Vandaag is de morgen al bijzonder fleurig. Helder straalt de zon, er zeilt geen wolkje aan de lucht, scherp en vast staan

[pagina 46]
[p. 46]

rondom de bergen in de klare, nevelloze atmosfeer. Maar wat mag die ongewone drukte op straat wel beduiden? Aha, daar komen de Igler Schützen aan! Wat zien ze er toch kranig uit in hun scharlakenrode buizen en korte, zwarte leren broeken en witte hemden met groene bretels. Op de ruige, zwierige hoeden zijn de witte veren bevestigd aan gouden kwasten. Hun koperen instrumenten stralen en fonkelen als goud in de zon. Ze verzamelen zich op het plein, van hier en daar schiet nog een laatkomer toe; tussen al die grote, zware kerels staat het bolle jochie dat de trom kruit en hetzelfde pak draagt, met hoed en kwasten en pluimen en al, als een grappig miniatuurmuzikantje.

De meeste Kur-gasten zijn al op de been en slaan met welwillende glimlach, een beetje blasé, het fleurige schouwspel gade.

Maar de kinderen, met hun lange blote benen uit bijna geen broekjes en nauwelijks jurkjes - het part in de moderne élégance, dat mama haar argeloos kroost toebedeelt! - de kinderen zijn niet blasé en dansen uitgelaten om de mooie mannen heen.

Wacht even, die ontbrak nog, de juffer van de fotopers! Ze is altijd overal als de kippen bij, ze is altijd modieus in het wit, ze ligt altijd met haar toestel overhoop. Gisteren zagen we haar, rondwarend langs de Lanser See, azend op prooi, tot ze eindelijk met een jeugdige mama een verbond sloot tegen een vierjarige schattebout. Poedelnaakt werd het wicht in het riet te poseren gezet, poedelnaakt moest het blijven staan, totdat de juffrouw het met haar lastig, omslachtig statiefapparaat eens zou zijn geworden.

Het schaap werd ongeduldig en wou weg, maar mama gaf geen kamp, ze glom van trots, denk ook eens aan: háár schat als snoezig plaatje in een Wener illustratie.

[pagina 47]
[p. 47]

Ten leste mocht het dan lukken, maar vandaag, och arme, lukt het niet... want net als het toestel wil zoals de juffrouw wil, daar klateren bekkens en trompetten, de groep rolt zich uit tot stoet. Voorwaarts, mars! Hemelblauw, morgenzon, muziek waarop je marcheren kunt.

Een ommegang door het dorp en halt in de aardige boerse tuin van een eenvoudig hotel. En nu trekken ze pas recht van leer, het hele repertoire wordt ten beste gegeven, dat het schalt tussen de kastanjes en over het gazon.

Wie mag die lustige aubade wel gelden? Is misschien de hotelhouder een vriend, die vandaag verjaart of zijn koperen bruiloft viert?

We zijn er die morgen niet achter gekomen, maar een paar dagen later heeft ons de ‘Kurzeitung’ van het raadsel de oplossing gebracht. Die zonnige morgen is er hoog bezoek in het dorp geweest, niemand minder dan de rijkspresident heeft in ‘Stettnerhof’ aan een vergadering van Tiroler burgemeesters deelgenomen, daar hij toch, met zijn familie, in het naburige Sistrans vertoefde.

In Sistrans, dat kleine, boerse dorp, waar enkel kleine, boerse hotelletjes zijn? Ik sta verbaasd, ik had gedacht dat de rijkspresident toch minstens in ‘Tirolerhof’ zou wonen.

Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik zelfs niet weet hoe hij heet, de rijkspresident. Het gaat mij te roezig en te snel in Europa toe, die wisseling van staatshoofden en van regeringsvormen, mijn oude hoofd kan er niet meer bij, de steun van eens genoten onderwijs is mij ontvallen. Ik weet minder dan niemendal van de rijkspresident. Maar ik houd hem voor een eenvoudig man, of hij zou niet in Sistrans wonen, en niet naar Igls komen voor een vergadering van dorpsburgemees-

[pagina 48]
[p. 48]

ters. Als hij nu, in zijn eigen belang, maar niet al te eenvoudig is. Want eenvoud mag bij de enkeling een aanbeveling zijn, de massa bemint in haar staatshoofden nog immer het tegendeel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken