Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De verlatene (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De verlatene
Afbeelding van De verlateneToon afbeelding van titelpagina van De verlatene

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.51 MB)

Scans (14.64 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De verlatene

(1910)–Carry van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Een roman uit het Joodsche leven


Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

II.

's Avonds, terwijl vader en de jongens nog in Sjoel waren, zette de moeder met haar dochtertjes den Seiderdisch gereed. Het regende nu harder en vóór en achter was dat het eenige gerucht. Tusschen de breede zwarte achtersloot, waarin aanhoudend neerkletterden de zware, kille droppels, en het avondlijke buurtje, lag 't feestelijk huis nu vervuld van gouden lampeschijn en van gewijde stilte. Want de meisjes hadden het te druk om te praten.

Ze hadden het héél druk. Ze liepen van muurkast naar witgedekte tafel met gewichtige gezichtjes, de mondjes half-open, de wangen warm-blozend.

De moeder zat bij tafel en keek toe met een zonnigen lach van verblijding. Ze had met handige vingers de drie versche, broze brooden van ongezuurd deeg in de blanke plooien van een servet gevouwen en daarop het bruinhouten blad geplaatst, dat tot Seiderschotel diende. De meisjes hadden gevraagd de verschillende dingen daarop te mogen schikken, ze zouden het zorgvuldig doen naar voorschrift, en de moeder keek er bij toe en hielp ze met een enkel woord of een aanwijzend handgebaar.

Daar lag dan de lange grauwe bitter-wortel, met de

[pagina 14]
[p. 14]

lichtgroene kroon op den knoestigen kop, het glazen bakje stond er naast, met de natte, bruine brei van zoetigheid - appel en rozijn en kaneel en wijn - 't zoete, dat het bittere temperen moet. Het zwart-gebraden lamsbeentje was er, met een olijfgroot brokje vleesch eraan...., dat is het Paaschlam, dat werd gegeten in den Bevrijdingsnacht.... Het ei, het Eindelooze, van bittere ballingschap, maar óók van hoop en Godsvertrouwen en de vele groenten, die symbool zijn van weelde en van feestelijkheid.

De moeder knikte, goedig en tevreden. ‘Bèst heb jelui 't gedaan. Zet nou nog de stoelen om tafel en leg voor ieder z'n “Hagodo” neer, dat is gezellig, als ze binnenkomen.’

Esther nam het stapeltje, gele, oude boekjes van het kastje en lei ze op ieders plaats. En Roosje drukte zich vleierig tegen goede moeder aan en kuste de warme moederhand, die naar kaneel en naar kruiderijen rook.

‘Héérlijk, dat 't seideravond is!’

Alles was nu gereed en het wachten nog alleen op vader en de jongens. Buiten was voortdurend de eentonige regenruisch, een enkele maal een klossende klompenstap, gauw verstervend het huis voorbij of wielgeratel van een leege kar bij de helling van 't steenen bruggetje neer.

Een straatjongen schreeuwde, een schellen roep naar een kameraad, was even stil, en floot dan een wijsje. Even wachtten ze nog en beluisterden het ruischende buiten.

Totdat stappen hoorbaar werden en de winkeldeur werd opengeduwd en de lichte feestkamer zich vulde met gerucht van stemmen en lach....

Om de witte tafel schikten ze henen, ieder waar z'n boekje lag en z'n plaats was; en naast vader stond de stoel met blanke kussens., waarop hij naar ritueel voorschrift leunen moest met den linkerarm.

In de wijnglazen schonk vader oplettend en onder der kinderen aandachtig toekijken, het troebele aftreksel van

[pagina 15]
[p. 15]

groote gekookte rozijnen, met suiker aangezoet, met kaneel gekruid.

De deur was toe en voor de beide smalle winkelramen hingen de grauwe gordijnen neer. De wereld was nu ver en verscheiden van hun wereld, van al het blije, intieme, dat de avond brengen ging.

Eén na één naderden ze dan, waren er, en gingen voorbij, al te snel voorbij, de gekende, blijde en ontroerende momenten, die herinnering lieten voor het heele komende jaar en verlangen deden naar het volgende...., het uitdrinken van het eerste glas, het aanbreken van de eerste matse, het eten van ongezuurd brood en bitter kruid...

Ieder had z'n boekje voor zich, de Hagodo, het oude verhaal van de Egyptische slavernij, van de vreugdevolle bevrijding, van den wonderen trek door een wijkende nachtzee, waarin ten ondergingen de paarden en de wagenen der belagers. En Daantje, de jongen van elf, vóór hij het Ma-nisjtana vragen ging, voelde zijn handen kil worden en de rilling, die hij kende van een mooi lied en van heldhaftige verhalen op school, en die hij heerlijk vond, voelde hij in z'n hoofd en néér langs z'n rug....

Z'n oogen hield hij overschulpt door de bovenleden in het aandachtig neerzien op z'n boekje en z'n stem hortte nu hij vroeg, de oude vraag van ieder jaar....

‘Waarin toch is deze nacht verscheiden van andere nachten....?’

Dit moest beduiden, dat hij, als jongste, de beteekenis des Seiders niet kende en dat, op zijn kinderlijk-verwonderde vraag, het gezelschap hem die beteekenis zou gaan uitleggen.

De moeder met haar verteederd-blijen, vochtig-blinkenden blik keek naar den kleinen jongen, en die voelde, de oogen neer op het boekje, zijn moeders kijk en van vreemd-heerlijke ontroering tranen in zijn oogen komen. Zonder dat

[pagina 16]
[p. 16]

hij wist, waar die gedachte vandaan kwam, flitste èven door zijn hoofd het voor-weten van zijn leed, als hij ooit zijne moeder zou moeten verliezen.

Het ‘ma-nisjtana’ was uitgelezen, de jongen keek op en ving zijn moeders blik, die hem lachend en ontroerd tegenblonk. Hij lachte ook even, voelde ineens erg verlangen op te staan en haar om de hals te vallen. Maar de anderen vielen al in, in koor zeggend het antwoord op zijn vraag ‘waarin deze nacht verscheiden was van andere nachten,’ en vertellend in het zachte weemoedige rhythme der gebeden, hoe de Voorouders waren geweest knechten in Egypte, en hoe God-de-Heer hen uit die knechtschap had verlost....

Zachtkens beurden ze nu de paaschbrooden en de schotel daar bovenop, van de witte tafel omhoog, vaders hand en moeders hand en de vier kleine kinderhanden. De vader zei:

‘Dit is het brood der ellende, dat onze Voorouders aten in Egypte....’

Ze zetten den schotel voorzichtig weer neer.. Dan brak de vader het knappende brood en hij deelde het en ze aten ervan.

En de kleine jongen Daantje proefde met bewustheid op zijn tong het bittere van slavernij, van dwang en gevangenschap en hij voelde dat hij het daar in Egypte nooit zou hebben uitgehouden.

De vader, zijn baardig gezicht in vrome aandacht neergebogen, schilde en sneed nu den bitteren wortel in dunne schijven en deelde die rond, voor ieder één.

‘Dit is de bitterheid, die in Egypte onze Voorouders smaakten....’

Het kleine Roosje, dat naast haar moeder zat, vleide met een pruillipje om dat bittere, wrange goed niet te hoeven eten en de moeder, met een blik naar vader, liet stilletjes haar hand onder tafel glijden, nam 't kind het vochtige

[pagina 17]
[p. 17]

schijfje af en stak het in haar eigen mond. Esther, met een slim lachje naar Jozef, die niet gedurfd had en leelijk kijkend het bitter-scherpe kruid verknauwde tusschen z'n onwillige tanden, schoof 't brokje ongemerkt-behendig weg onder 't witte kleed. Maar Daantje, z'n oogen strak, kauwde met energieke bewegingen van z'n kaken. Want hij wilde niet toonen, dat ook hem het bittere walgde.

't Weelderige feestmaal, blij en plechtig om het licht en de gebeden sloot het eerste seidergedeelte af; na het dankgebed kwamen de gezongen verhalen, de tel-zang van den Eénen God...., de twee Tafelen...., de drie Vaderen.... tot de twaalf Stammen en de dertien Geloofsregelen toe, het lied van het Lam, het arme Lam, dat een vader voor zijn kleinen jongen had gekocht voor twee ‘zoeziem’ en dat door een booze kat verscheurd was geworden.... het lied dat de wrekende Gerechtigheid verbeeldt. Nu zongen, met gloeiende wangen en schitteroogen de kinderen uit volle borst omhoog; het eerste seiderdeel had stille wijding en droef-getinte aandacht geëischt, de na-zangen met hun jubelende wijzen getuigden van herleefde blijgeestigheid en onvergankelijke hoop in de droefenis van de ballingschap.

Want,

Machtig is Hij.... goed is Hij.... groot is Hij...... barmhartig is Hij.... En,

‘Het komende jaar zijn we in Jeruzalem!’ had de vader gezegd met aloude woorden, en Daantje had zoo vurig gehoopt, dat het ditmaal wáár mocht wezen......

Maar géén vreemdeling, die hongerig en dorstig ommedwaalde, was ingetreden, de gastvrij-geopende deur binnen, en de kinderen waren allemaal teleurgesteld geweest....

Hoe zouden ze hem onthaald hebben en verzorgd, die dien avond zou gekomen zijn! Want hun verteederde hartjes waren nu overvol medelijden met de ellendige

[pagina 18]
[p. 18]

broederen, die ze verstrooid wisten ‘tot in de vier uithoeken der Aarde.’

Ze zongen nu den tel-zang en den zang van het Lam met luide stem en schitterende oogen. En de moeder, die zoo môe was, zag toe, met haar verteederd-blijen lach en de vader schonk ten laatste male den wijn en vulde voor den Messias den zilveren kiddisj-beker, dien hij dekte met een brok matse.

De nacht, de seidernacht, die door alle eeuwen heen vol geheim en vol verwachting is, de nacht, waarin de Engelen des Doods en des Vredes ommewaren, de nacht was nu begonnen......


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken