Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen
Afbeelding van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturenToon afbeelding van titelpagina van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (5.35 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen

(1929)–Kees van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

X.
Feest.

Van oudsher eten wie een huis onder de kap brengen ‘balkenbrij’.

De Bouwheer zet een feestelijk gezicht en de Architect is erbij, en de Aannemer, en zelfs de Bouwvrouw, indien deze vervrouwelijking van iets onbestaanbaars bestaanbaar heeten mag.

Iedereen is erbij, balkenbrij etend om balkenbrij te eten, die niemand lust behalve de betrokken werklieden. Maar die zijn er aan gewoon, van oudsher gelijk gezegd.

Schoon deze lieflijke gewoonte in meer beschaafde streken is vervallen - geen ‘Heemschut’ heeft eraan gedacht, de balkenbrij te redden van dreigenden ondergang! - toch is het bereiken van den hoogsten top des gebouws een memorabel feit, waarvan men de komst tracht te verhaasten.

Wanneer het zoover komt, dat een stuk muur te hoogster hoogte is opgetrokken, en er ligt een kapspant klaar om daarop te zetten, dan klimmen ook alle hens tot in het want en met geweld van staken en panlat-

[pagina 47]
[p. 47]

ten zetten zij zoo'n kapspant op z'n duizelige plek, gekroond als een nieuwe haring.

Want aangaande de vlaggen is een kwestie van ‘préséance’ ontstaan, men weet nooit precies, welke vlag geheschen worden zal, en overmits het onverstandig zijn zou, bij zulk een feestelijk feit iemand te kwetsen in zijn meeningen en overtuigingen, haalt men het neutrale denneboompje uit het bosch, dat moet de vlag dan maar verbeelden.

Zoo'n denneboompje is net zoo feestelijk als een vlag.

Men kan erbij gaan zingen ‘O Tannebaum, o Tannebaum!’ dat is een quaestie van seizoen, maar meen kan er ook zoomaar plezierig naar kijken, hoe diep groen zoo'n gezellig jong boompje is, net een groen vogeltje met neergestreken veertjes.

Tegen een blauwen hemel is niets zoo vroolijk als een jonge den.

Daarom heeft de versierder dezer aarde de denneboompjes op de bergen geplant. Daar staan ze in hun ware vaderland, en de eene klimt nog hooger dan de andere en wanneer het voorjaar komt, zetten ze allemaal lichte kaarsjes op, dat is hun manier van Kerstfeest vieren.

Toen dan het denneboompje zoo verleidelijk stond, werd de Bouwheer discreet gewaarschuwd - geinspireerd tot wijn en zulke dingen.

Liefst had hij muzikanten laten komen, of een vervaarlijke gramofoon om voor den dans te spelen, iets

[pagina 48]
[p. 48]

als de ‘Pastorale’ of de ‘Vroolijke Landman’ van Haydn, naar 's lands gelegenheid verdietscht in:

 
Hij komt, hij komt, de lieve goede Sint,
 
Mijn beste vrind, uw beste vrind, de vrind van ieder kind!

Zooiets had hem toepasselijk geleken, het beste stemmend bij zijn stemming, die van den allergenoeglijksten aard was, wijl deze argelooze man als alle argelooze debutant-bouwheeren, meende de ergste ellende van het bouwen te boven te zijn.

- Josephine - sprak hij - hoe kook je balkenbrij? Staat zooiets in het kookboek?

Doch Josephine was een practische natuur.

- Wat denk je, man! Ik stel me voor, dat je met een borrel....

Juist toen de Bouwheer eigenwijs in den kelder wilde gaan kijken, wat er nog onder de kurk stond, dat voor de gelegenheid dienen kon, betrad de Opzichter zijn drempel, een onwraakbaar deskundige bij zulke dingen.

- Mijnheer, sprak die, nadat hij glimlachend de argelooze plannen had gehoord. Mijnheer, de verhoudingen zijn niet meer wat ze vroeger waren. De man een riks - om het maar eerlijk te zeggen - dáár is het om te doen.

De feestvreugde zonk in het zijkamertje tot een stil getel van geld. De riksen klonken zelfs niet eens, omdat ze van papier geworden zijn. Ze ritselden als muizen. En toen de Opzichter met zijn geldpakketje verdwenen was, ten einde zonder ceremonieel de kloeke gasten te gaan beloonen voor hun sparretje in de

[pagina 49]
[p. 49]

blauwe lucht, zuchtte de Bouwheer om verloren dingen.

Het is een verkeerd inzicht van Bouwheeren te meenen, dat het bouwen voor hun plezier geschiedt. Zelfs van het bereiken van den hoogen nok willen zij vreugde smaken, een soort ‘droit du seigneur.’

Zij stellen zich hun bezoek bij deze gelegenheid aan het bouwwerk als een princelijken rondgang voor: het dankbare volk juicht, maagdekens bieden een lenteruiker aan, en de oudste timmerman, zijn petje draaiend in de harde knuisten - niewaar? - treedt voorwaarts om aller vreugde te betuigen met het reeds volbrachte werk, de hoop uitsprekend, enzoovoort.

Onder minzaam glimlachen nemen zij de hulde in ontvangst, de flesschen knallen, en de lepels rinkelen in de heete brij.

Helaas, hoe is het hedendaagsche leven nuchter! Tien rikspoppen van papier!

- Josephine, sprak de teleurgestelde, laat ons vandaag maar niet op het werk komen. Ik houd niet van kunstmatigen ophef. Als ik dank wil oogsten, ga ik naar de Waleweezen, wier regent ik ben. Daar heerschen eenvoudige zeden.

Hij zuchtte.

Josephine zag hem zonder verwondering aan. Zij antwoordde niets, zijnde een reëele vrouw.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken