Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen
Afbeelding van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturenToon afbeelding van titelpagina van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (5.35 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen

(1929)–Kees van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 136]
[p. 136]

XXVII.
De lustwaranda.

Over den aanleg van zijn tuin had de Bouwheer bijzondere gedachten.

- Ziet, wijsgeerde hij, een tuin is een open beslotenheid, of liever een besloten openheid, de tegenstellingen ontmoeten elkaar. Ik bedoel: de natuur moet vrij gelaten worden, mits zij zich onderwerpe aan den wil des menschen. Want zoo min als het oerwoud een tuin gelijkt, zoomin gelijke de tuin het oerwoud. - Versta je, Lieve?

- Ik wou, begreep Mevrouw, in elk geval wat kruiden hebben voor mijn keuken.

- Zeker, zeker! gaf de Bouwheer toe, nauwelijks teleurgesteld door haar zakelijkheid, zóó stak hij in zijn horticultureele wijsbegeerte. Zóó is het stellig: kruiden voor de keuken!

Maar de natuur, als meesteres der kunsten, weet ge, toonde den kunsten den weg, evenwel mocht de mensch, als heer der schepping in zekeren zin, zich niet de wet laten voorschrijven door zijn dienaresse, de natuur.

[pagina 137]
[p. 137]

Het was voorzeker wat moeilijk in theorie, maar in de practijk zou blijken hoe hij dat bedoelde.

Zijn ontwerpen geleken op het ‘bloedvatenstelsel des menschen’, zooals men het in schoolboekjes ziet voorgesteld. ‘Ideale voorstelling’ heet dat. De paden begaven zich, bevallig kronkelend naar de grensgebieden van het terrein, daar hielden ze noodgedrongen op, bij het prikkeldraad. Zij wisten echter een allure aan te nemen alsof ze steeds verder leidden, naar stille lommerplekken en verborgen marmeren goden.

Staande in de Spiegelzaal van het Paleis te Versailles, had de Bouwheer het vijverperspectief bewonderd. Het breed terras, met beelden gestoffeerd. Fonteinen spoten uit de marmeren bassins en plasten juichend neder. Te weerskanten van het rechte water tusschen hooge popelreeksen, waren boschjes vol verholen architectuur, doolhoven om te verdwalen en koepels om elkander weer te vinden, een Arcadië voor galanterie en herderspel. En in den verren achtergrond opende zich het landschap weder naar bucolisch landmansleven, van Kloris ende Roosje, van Teeuwis en Mansette. De koeien die er graasden spoten louter room!

- Herinner je je Versailles, Lieve? vroeg de Bouwheer, al teekenend op een vel millimeterpapier.

- Versailles, dat was waar we zoo slecht hebben koffie gedronken?

- Dat was in Fontainebleau, maar de wijn was goed. Een zoete Saumur.

Zij herinnerde zich Fontainebleau, straat waar geen

[pagina 138]
[p. 138]

eind aan kwam in die hitte. Zij herinnerde zich vooral Napoleons waschkom.

- Zooiets moet het worden. - Natuurlijk op kleiner schaal.

Doch wijl haar gedachten bij die waschkom waren, begreep zij het niet goed.

Geïnspireerd ontwierp de Bouwheer verder. Hij had, door zijn maandenlangen omgang met menschen van het bouwvak, verstand van plannen maken gekregen, en ook het in ruitjes afgedeeld papier ontdekt, waarop een ontwerper precies kan weten wat hij doet. Honderd meter Versailles was één meter van zijn tuin en een centimeter van zijn plan.

- Achter het huis liggen twintig meter....

- Vergeet je de vruchtboomen niet, man?

- Nee, nee, hier staan drie appels en vier peren.

Hij teekende het rotspark met de fontein. Rolsteenen donderden met vaart van den kunstmatig opgeworpen heuvel, ze bleven in natuurlijke houding liggen.

- Perziken tegen het huis! Verrukkelijk, perziken!

- Ja, ja, tegen den witten muur op het zuiden. - Stil nu even!

Op armslengte, door een kierend oog, keurde de Bouwheer het ensemble. Met rooden inkt had hij den bloeienden border aangegeven, een jaaroverzicht van rozen en vaste planten. Er waren aardbei-randen en rhabarbers, sier- en nutplanten tevens....

- Knolselderie is zoo heerlijk geurig in de soep.

- Knolselderie, wist de Bouwheer, zeker van zijn

[pagina 139]
[p. 139]

zaak, knolselderie vraagt zwaren grond. Wij zullen een prijscourant van den bloemist bestellen, zien of het gaat.

Dus, pro memorie: ‘knolselderie’, teekende hij zuinig, en marge, aan.

Het werd tegelijk een Lenôtretuin en een bosch, een bongerd en een moestuin, alles op millimeterschaal. Tegen het huis slingerden zich blauwe regens en crimsonrozen, een ‘zit’ met bloeiende heesters bevond zich aangeleund tegen het boschje, dat den weg afsloot. Men had daar uitzicht op den vijver, die met gemetselde randen was omzoomd, wat een gletschervegetatie niet verhinderde, zich op de rondom met kwistigheid gestrooide gesteenten als in Abrahams schoot te gevoelen.

Het schoonst van alles was het vergezicht, genietbaar uit het keukenraam. Een breede allee van sparren leidde daar doelbewust naar verholen heiligdommen als een griffioenenlaan naar een tempel. Het heiligdom zelf ontbrak, tenminste in zichtbare verschijning. Doch overmits het perspectief zich hier verlengde tot aan het eind der zichtbare wereld, althans van de nog onbebouwde heidegronden, kon men zich alle heerlijkheid voorstellen, die men verkoos.

Immers, uitzichten die er niet zijn, foppage van het oog, is van tuinarchitectuur het welbegrepen doel.

Het zou dit niet-bestaande uitzicht zijn, dat hopeloos werd vernietigd door gebeurtenissen, waarover wij verder zullen spreken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken