Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Koning Adam (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Koning Adam
Afbeelding van Koning AdamToon afbeelding van titelpagina van Koning Adam

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (7.63 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Koning Adam

(1921)–Kees van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 81]
[p. 81]

XXIII

Moeder zat de dagen door, de gesloten nachten door, bij haren zoon Abel, beidende tot hij ontwaken zou. Zij had de felle kleine wonde aan zijn hoofd met bladeren verbonden; het leven hield op te vloeien.

Nu hoopte zij, zou hij genoeg behouden.

Maar na twee dagen had het leven andere wegen gevonden, het vloot, onstelpbaar, uit hem weg.

Zij dekte de leekende wonden met bladeren, zij wond de lange zwengels van rieten om de verbanden. En zij zocht kruisemunt, laurier en lavendel voor haren zoon.

In den nacht sloop Kaïn nader; zijn moeder ziende, schrok hij.

Haar blik vroeg.

Kaïn zweeg. Moeders blik, befloersd van haar tranen, vroeg, vroeg weeklagend.

‘Ik weet niet!’ zuchtte Kaïn. ‘Ik weet niet!’

Hij zweeg en moeder's oogen vroegen.

‘Hij was gelukkig......’

Snikkende, zonk Kaïn samen in het struweel.

De morgen brak open. Overal rondom krielden de kleintjes, ontwaakt met kreetjes van pret en van lust. Sommige drongen nabij, zien of Abel, hun speelnoot, ook wakker geworden was met den nieuwen dag. Benieuwd pepen hun groote oogen door de grassen en rieten. Maar van Kaïn schrikten zij, Kaïn die smartelijk klagend zich wrong in het gegroeide, en zij zochten een veilige plek om schielijk te vergeten.

Adam, na zinnend doorwaakten nacht, trad nabij. Hij wenkte zijn zoon Kaïn, hem te volgen.

[pagina 82]
[p. 82]

Saam gingen zij zwijgende door het bosch.

Toen begon Adam, zich zettende:

‘Ik weet niet wat met Abel mijn jongen is gebeurd. Ik heb in den nacht gepeinsd. Ik weet niet wat met Abel mijn jongen is gebeurd.’

Kaïn, wroegend, gromde:

‘Hij was gelukkig. - Ik niet.’

Adam verwonderde zich over dit beklag. Hij vroeg:

‘Waarom is dit zoo?’

Kaïn zweeg. Beiden zaten gebonden in hun warrende gedachten.

‘Nu zeg mij,’ vroeg Adam, ‘wat hebt gij met uw broeder Abel gedaan?’

‘Ik kwam, vertelde Kaïn, ‘vermoeid van mijn dag. Mijn bloed was dik, mijn hart somber, ik weet niet wat ik verlangde. Mijn lot is zwaar en zorgelijk en ik weet niet waarom. Waarom leefde hij licht en verblijd, of hij leefde in een gedurig feest? Waarom minde hem elkeen en week ieder schuw van mijn pad? Waarom dansten de jongskens op zijn schalmei? Waarom naderden hem de gedierten met vriendelijke onbekommerde oogen? Waarom werd de hemel blauwer om hem heen?

‘Waarom, vader, die ik uw eerste ben, draagt mijn gemoed dien zwarten sluier?’

Adam zweeg langen tijd. De nacht ging open van Kaïn's gruwlijke geboorte, en hij sidderde.

Hij zeide:

‘Wat wij zijn, zijn wij. Wie kan er zeggen hoe?’

Kaïn echter kreet uit in zijn wilde verwrongenis.

‘Vader hij was gelukkig! Voor hem gedijde de zon, en hij leefde den dag in verrukking van den volgende. Voor hem bloesemden de boomen, praalden de bloemen, zwollen de vruchten. Voor hem strooide het bruiloftend lentezaaisel zich open in de zwangere luchten. Hem, hem glorifieerden

[pagina 83]
[p. 83]

de leeuwrikken in den hooge, de fluiters der bocage zwegen biddende voor zijn streelenden zang. Hem openden zich de wonderen, zij werden levend op zijn stem, zij straalden uit zijn verrukten blik op de tafelen der verschieten, dat alle oogen het zagen!

‘Zeg mij, vader, zeg mij waarom hij gelukkig was!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken