Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe wyn in oude le'erzacken (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe wyn in oude le'erzacken

(2010)–Johan de Brune (de Oude)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Spreken. Tonghe.

GEen swaerder ziect' men oyt en vond, / Als is een onghetoomde mond.
Beter ist de tanden roeren, / Als de tongh', en 't vvoord te voeren.
De tongh, hoe snel oock dat zy zy, / En loop' het herte niet voor by.
Schoone vvoorden, zoet ghezonghen, / Villen noyt de menschens tonghen.
Door woorden on-bedacht ghesproken, / Is zomtijds waerheyt uyt-ghebroken.
De tongh, al ist een lit zeer kleen, / Zy recht uyt dinghen on-ghemeen.
Die tongh is lof en eere waerd, / Die niet dan enckel waerheyd baert.
De tongh, al is zy zonder been, / Zy breect nochtans een been in tvveen.
Als onnutte klappers swijghen, / Wijze lien een beurte krijghen.
Met svvijghen en bedect te gaen, / En zal een man zich niet verzaen.
[pagina 103]
[p. 103]
Een goed woord quetst de tonghe niet.
De tongh en zal noyt zijn ghevvont, / Door zoete vvoorden van de mond.
Zonder zond, of zonder quaed, / Nimmers langh of veel men praet.
Langh en daer by wel te spreken, / Dat is nerghens oyt ghebleken.
Hy zoude, zonder oyt t'ontbreken, / Dry dagen van een kool-struyck spreken.
Een on-ghesnoerde mond, Is quaed en on-gezond.
De zot, wanneer hy swijght, / Een wijs mans name krijght.
Elck swijght, en zijn propoost af-breect, / Wanneer het goud en zilver spreect.
De reden van de man, / Wijst wat hy is of kan.
Den mensch men spoort, Heel uyt zijn woord.
Spraeck en daet, 't Hert verraedt.
Vyt des herten overvloed, / Spreect de mond, of quaed of goed.
De mond ont-sluyt, en dickwils zeght, / Dat 't herte raeckt, en weder-leght.
In een toe-ghesloten mond, / Noyt een vlieghe toe gangh vond.
Die zijn mond en tongh bewaert, / Ruste voor zijn ziel vergaert.
Ontsluyt uw burs, zoo wijt ghy kont, / Ick zal ontsluyten haest mijn mond.
Met reden, heeft ons God vergont, / Twee ooren, en maer eene mond.
[pagina 104]
[p. 104]
Hy slacht de zickels met haer tanden; / Hy heeft niet als den beck voor handen.
. . . . de mond wel zeyt, / Dat in het herte niet en leyt.
Menigh woord ghesproken wert, / Datter noyt en lagh in 't hert.
Fleuyt op, zoo veel ghy fleuyten kont, / Terwijl de fleuyt is aen de mond.
De man is van een wijs beleyt, / Die veel versvvijght, en weynich zeyt.
Men zeght nu niet, noch voor en leght, / Dat van te voor niet is ghezeght.
Wel en veel te zegghen 't saem, / Komt niet uyt het zelve kraem.
Veel, en daer by wel te spreken, / Kan niet in een tonghe steken.
Langhe praet, met zoete vraghen, / Maect van langhe, corte daghen.
De stem die leeft, beweeght ons meer, / Als boecken, of gheschreven leer.
De tonghe magh mischien bedrieghen, / Maer het gheschrift en can niet lieghen.
De tonghe levend' maer en schelt, / Maer schrift oock dooden bijt en quelt.
Van langhe tongh, die vele waeght, / Komt weynigh vruchts, en groote schaed.
Men kent de spijze, by de smaeck, / De quade tonghen, by de spraeck.
Men kent de balen by het merck, / En by de tongh en spraeck, den klerck.
[pagina 105]
[p. 105]
Eer dat de tongh yet zal ghewaghen, / Zy moet het hert eerst oorlof vraghen.
De mond die lieght, Het hert bedrieght.
Kondt ghy 't niet zeggen met de mond, / Uw vingher ghy ghebruycken kondt.
Stopt uw ooren voor 't verhael, / Van een schoon en looze tael.
Dat met on-eere wert ghedaen, / 't Verhael en moet niet wel oock staen.
Tusschen zegghen, en te doen, / Ligghen veel en groote roe'n.
Tusschen doen, en wat te zegghen, / Zijn veel dinghen t'over-legghen.
De mond wel opentlijck wat zeyt, / Maer in het hert wat anders leyt.
Wel spreken, doet ons gunste krijghen; / Wel-doen, de quade tonghen swijghen.
Wel te spreken heeft beval, / Wel te doen passeert het al.
Wel te spreken, met fatsoen, / En nochtans heel qualijck doen,
Is met d'eene hand te bouwen, / En met d'ander neder-houwen.
Een goed verhael, niet wel vertelt, / Wert gans verdorven, en ontstelt.
Wat 't herte dinckt, de tonghe spreeckt: / Een yders aerd zeer licht uyt-leeckt.
Ghezeyt dat blijft altijds ghezeyt: / Is 't quaed, het wert te laet beschreyt.
Veel krauwen zeert, Veel spreken deert.
[pagina 106]
[p. 106]
Het woord eens uyt de mont ghevloghen, / En can niet werden ingbetoghen.
Het woord, dat ons eens is ontslopen, / En kan niet werden in-gheropen.
De gheest is 't licht des mensches meest: / Wel-sprekentheyd, 't licht van de gheest.
't Is beter struyck'len met de voet, / Als met de tongh, al glijd zy zoet.
Een langhe tongh, een corte hand: / Want roemers ligghen haest in 't zand.
Hy heeft een tonghe wel ghewis, / Die langher, als zijn tanden is.
De tongh, als of zy ghingh om vracht, / Loopt dickwils snelder, als 't ghedacht.
Een tonghe-steeck veel dieper gaet, / Als die een lans in 't herte laet.
Hy is een meester wel bezet, / Die stellen can zijn tongh een wet.
Zy heeft een tonghe wel ghezond, / Niet in de beurs, maer in de mond.
De tongh en heeft in haer gheen been, / En breect wel borst en rugh in tween.
Van booze tonghe, booze reden; / Van boos ghemoet, oock booze zeden.
Een snoode tongh, Een snoode wrongh.
Men vanght de visschen, met den haeck, / De menschen met de tongh en spraeck.
By d'horens bind-men wel den rind; / Maer by de tongh den mensch men bindt.
Een tongh te baet, / Naer Roomen gaet.
[pagina 107]
[p. 107]
Ruym van mond, en engh' van beurs, / Is een faute vande keurs.
Hy mach wel spreken vry en bond, / Die 't hooft heeft heel, en wel ghezond.
Men moet hem in een kevij steken, / Op dat hy leere wel te spreken.
Hy spreeckt te peerd, Al waer hy 't weerd.
Tot vuyle woorden, doove ooren; / Tot harde peerden, scherpe spooren.
Goede woorden zalven wel, / Quade steken, als een spel.
De woorden van de morghen-tijd, / Verschillen van des avonds wijd.
Zijn woorden zijn te zaem gheknoopt, / Als gheyte-keutels op-ghehoopt.
Vele woorden, weynigh wercken / Dat is allezins te mercken.
't Is een goede medecijn, / In de gramschap stil te zijn.
Indien de hinn' haer kaeck'len liet, / Van haer ghelegh en wist-me niet.
Het is een zake vast en hecht, / Wanneer-men doet, en weynigh zeght.
Een zot can van 't ghebraed niet eten, / Of yder een die moet het weten.
De wijze weeght, met scherp ghezicht, / Zijn woorden met een goud-ghewicht.
Is 'tgoed, is 't quaed, is 't krom, is 't recht, / Ghezeght, dat blijft altijds ghezeght.
De tijd vergaet, Met zoete praet.
[pagina 108]
[p. 108]
Een woord, dat eens maer is ghenomt, / En keert noyt weer van daer het comt.
Laet yemant uyt de mond een woord, / Het is eens anders, die het hoort.
Hebt ghy met spreken u verghist, / 't wert met gheen sponzy uyt-ghewist.
Het snootste wiel van d'heele waghen, / Tiert alder-meest, wanneer 't moet dragen.
Een hooft hoe schoon, maer zonder tongh, / En sprack noyt wel, noch wel en zongh.
Een meeuwend' kat en vanght geen rat, / Een snapper noyt gheen wijsheyd vat.
Daer veel tongh is in de mond, / Weynigh gheest men oyt daer vond.
Vele woorden, weynigh band; / Langhe tonghe, korte hand.
De mond, het zy of quaed of goed, / Die spreect uyt 's herten overvloed.
Met zoet ghezegh, Verkort de wegh.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken