Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe wyn in oude le'erzacken (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe wyn in oude le'erzacken

(2010)–Johan de Brune (de Oude)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ongheluck. Ellende.

DIe gheboren is tot quaed, / Zelden, dat het wel hem gaet.
Die vrouw Fortuyn heeft svvart ghemaelt, / Zijn leven hy gheen witheyd haelt.
Ongheluck en is gheen schand, / 't Gheeft ons ootmoet en verstant.
't Gheluck in-bint, En 't quaed verwint.
't Schijnt dat hy, zoo 't hem alles mist / Heeft teghen zon' of maen ghepist.
V ongheluck aen niemant claegh, / Maer swijght, en met gheduld verdraegh.
Gheen ongheluck en komt alleen, / Het wilt gezelschap, groot of kleen.
Een quaed ghemeen, Dat is als gheen.
[pagina 215]
[p. 215]
Het eene quaed het ander treckt: / Men lijt, en wert dan noch begheckt.
Twee onghelucken hooren t'zaem, / Al is het niet zeer aen-ghenaem.
Die 't ongheluck maer teghen gaet, / Hy breeckt een been op effen straet.
Het on-gheluck van d'eene mensch, / Is dickwils d'anders luck en wensch.
Heeft yemant een gheluckigh huer, / 't Gheschiet, dat d'ander die bezuer.
Zelden werter yemand rijck, / Als met anders on-ghelijck.
Een wijs man, of het wel hem gaet, / Of qualijck, blijft in eene staet.
Wanneer-men meent een quaed t'ont-gaen, / Een ander comt ons dickwils aen.
Hy maeckt den strick van ongheval, / Daer aen hy zelver hanghen zal.
Hy heeft altijd een ey of jonck.
Daer komt gheen man tot on-gheluck, / Of hy is oorzaeck van zijn druck.
De beste lien, Veel on-luck zien.
Men hoeft het quaed geen bo' te zenden, / 't Zal vroegh ghenoegh by ons belenden.
Men moet het quaed, met quaed verdrijven.
't Schijnt, dat hy nu van stonden aen, / Is van de dooden op-ghestaen.
Gheen mensch of huys, Is zonder cruys.
Gheen meerder druck, of swaerder pijn, / Als daer wy van de oorzaeck zijn.
[pagina 216]
[p. 216]
In last en quam-er oyt gheen man, / Of hy en deed 't hem zelven an.
De weduwen, en arme weezen, / Wilt elck een plucken ende teezen.
Door eenen slagh, of quaed gheval, / Zoo can men 't wel verliezen al.
Een yder van wat staet of gheest, / Denct dat zijn pack weeght aldermeest.
Die daer niet gaet, Krijght daer gheen quaed.
Het ongheluck is zomtijds goed, / Al is de smaecke niet zeer zoet.
Men slaet vvel dood, vvanneer men docht / Alleen te quetssen, alsmen vocht.
Men quetst wel, alsmen maer en docht / Een slagh te gheven, alsmen rocht.
Hy is gherocht wel uyt het slijck, / Maer weer ghevallen van den dijck.
De schaeuw de zonne volghen moet; / En eer volght altijds teghen-spoed.
Ongheluck en teghenspoed, / Korzelheyd en gramschap voedt.
Die in de voorspoet dertel leeft, / Zijn hert in teghen-spoed begheeft.
En zijt in voor-spoed nimmers droncken; / In teghen-spoed oock niet verzoncken.
In voor-spoed weest niet op-gheheven; / In teghen-spoed niet neer-ghedreven.
Weest noyt verblijd met yemants val; / Misschien wat u ghebeuren zal.
De beste karre, Valt wel om-varre.
[pagina 217]
[p. 217]
Zulck over eenen stock wel springht, / Die over stroo valt, en zich minct.
Kiest met Gods volck eer quaed te lijden, / Als in de zond wat tijds verblijden:
Want Christi smaed is grooter goed, / Dan al Egyptens rijckdom doet.
Een goede gheest, Misluct het meest.
Het gaet van Godes wil zeer wijt; / Datm' yemant zijn ellend verwijt.
Die 't qualijck gaet, Elck wilt hem quaed.
Die neer-leyt, door Fortuyns bedrijf, / Een yder loopt hem over 't lijf.
't Ghebeurt dat een van wijs belegh, / Oock struyckelt op een schoone vvegh.
Een Zee-man valt wel over-boord, / En daer oock zomtijds wel versmoort.
Indien ick brood maer wilde backen, / Den oven viel, en zoud in-zacken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken