Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe wyn in oude le'erzacken (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe wyn in oude le'erzacken

(2010)–Johan de Brune (de Oude)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Herberghe. Weerd. Gast.

ZEer goede çier, en 't herte veer', / Men heeft daer van geen dank of eer.
Gheen vveert, Of scheert.
. . . . men kent gheen weerd, / Voor datmer me gaet over heert.
Zoet ghedroncken, zuer betaelt, / Dat is datm' in d'herbergh haelt.
Men gaet daer altijds aen en of, / Ghelijck in koninck Artus hof.
Het oude kleppert, 't nieuwe clinct.
Drydaeghsche gast, Dat is een last.
't En zal hem niet zeer licht ghebeuren, / Dat hy zijn rock zal laeten scheuren.
Een bly ghezicht van zoeten aerd, / Dat is meer als de maeltijd waert.
In nieuvve herbergh, hoe men smult, / En maent-men noyt gheen oude schult.
Die dickwils wilt te gaste gaen, / Moet dickwils nooden, zoud 't bestaen.
. . . . verwacht gheen gast, / Die op zijn ure niet en past.
De noodingh van een herbergier, / En van een hoere kost zeer dier.
[pagina 227]
[p. 227]
Drydaeghsche vis, Kom' op gheen dis.
De krans van d'herbergh elck ontfanght, / Maer zelfs in reghen altijds hanght.
Ick vveet vvel hoe, en op vvat voet, / Mijn gasten ick vertoeven moet.
Die yder gast niet wilt ontfanghen, / Moet 't teecken van 't logijs af-langhen.
Men magh wel zitten over al, / Waer dat de vveerd ons wijzen zal.
Zulcke weerden, zulcke gasten; / Zulcke dieven, zulcke basten.
Ick vveet wel, op wat vvijs en voet, / Mijn gasten ick vertoeven moet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken