Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids psalmen (1656)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids psalmen
Afbeelding van Davids psalmenToon afbeelding van titelpagina van Davids psalmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (95.40 MB)

ebook (110.66 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids psalmen

(1656)–Henrick Bruno–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio a10r]
[fol. a10r]

Register, By 't welcke de Christen-Kercke, ofte yegelick Persoon bysonder, sal weten te vinden (na de bequaemheydt ofte gelegentheydt des selven) het waerachtig gebruyck der Psalmen.

ALLE die hier na volgen, sullen bequaem zijn den genen die hem voeget te bidden om vergevinge sijner sonden, bysonderlick is 't dat hy sieck is, ofte om sijne boosheden gestraft werdt, te weten den 6, 25, 32, 38, 51, en 130 Psalm.

Hier na volgen die oorbaerlick ende nut zijn om te bidden voor de Christen-gemeynte, na gelegentheydt der saken, als de selfde in verscheyden manieren soude mogen geaffligeert ende gequelt zijn, het zy datse verdruckt is door gewelt, ofte door valsche calumnieuse beschuldinge, sal alsdan gebruycken den 10, 12, 13, 14, en 123.

Is het datse verhindert ofte belet werdt van den afgodendienaren, in het gebruyck ende oeffeninge van de Religie, salse gebruycken den 42.

Is het datse aengevochten werdt om het Woordt Godts, salse haer vermaecken met den 35, 43, 74, en 88.

Is het datse al-te-met besprongen ende met gewelt overweldigt werden tot strijdens toe, salse tot haer gebruyck nemen den 17, 20, 80, en 83.

Sose gemolesteert werdt van eenige der selver Gemeente, valsche broederen, salse hebben den 94.

Is het dat de selfde gevanckelick ofte in elendigen benauwden staet is, soo hebt gy den 79, 102, en 137.

Ende is het simpelick om te bidden voor de voorspoedigheydt der selver, den 67 sult gy daer bequaem toe vinden.

Dese navolgende sullen bequaem zijn om Godt te dancken voor de weldaden die Hy Sijne Gemeynte ofte Kercke gedaen heeft door victorië, gy hebt den 9, 18, 23, en 149.

Is het na verlossinge en ontsettinge van druck ende benauwtheydt, gebruyckt den 27, 34, 77, 124, en 129.

Is het om simpelick danckbaerheydt te vertoonen van eenige weldaden, soo hebt gy den 48, 81, 106.

Is het dat gy zijt ter halver verlossinge, den 126.

Is 't dat gy bidt om volkomen ende perfecte verlossinge, soo hebt gy den 105.

Dese navolgende sullen nut zijn alle gemeene personen, om Godt te bidden na oorbaerlicke gelegentheydt der saken.

Soo het is voor een gemeen gebedt tot Godt, soo sult gy nemen den 85, 121.

Is het als sieck ende kranck wesende in deser werelt, so hebt gy den 16, en 71.

Is het dat gy u vindt uyterlick gequelt ende benauwt, gebruyckt den 88, ende 143.

Is het dat uw' vijanden u t' onrecht vervolgen ende overlasten, vertroost u met den 35, 44, 52, 53, 54, en 59.

Is het dat gy u bevindt in grooten noodt ende angste, gebruyckt den 31.

Is het dat gy bemerckt dat den Name Godts gelastert werdt van den boosen, dan is de 28, bequaem.

So u het welvaren der Godtloosen ende quaden temteert

[Folio a10v]
[fol. a10v]

om quaedt te doen, vertroost u met den 37, ende 73.

Zijt gy aengevochten door wanhope ende desperatië, soo hebt gy den 39.

Soo gy Godt bidt te willen beschermen uw' onnooselheyt, hebt gy den 58.

Soo gy u vindt verlaten van der geloovigen vergaderinge, oeffent u in de 84, en 120.

Zijt gy gequelt ende gemoeyt door qualick-spreeckende ende valsche getuygen, gebruyckt den 109.

Soo gy ten strijde gaet, hebt gy den 144.

Dese navolgende zijn bequaem den genen die Godt danckbaerheydt vertoonen willen, na de gelegentheydt der saecken.

Soo gy u genoeg vindt van der doodt verlost te zijn, hebt gy den 30, en 138.

Is het dat gy Godt dancken ende loven wilt, na dat Hy u bijstandt vertoont heeft, soo sult gy den 40, bequaem vinden.

Dese navolgende zijn oorbaerlick den genen die hen tot lof-sangen ende verwonderinge van Godts wercken begeven.

Soo het is om groot ende kondig te maecken Sijne wercken, sult gy Hem loven met den 8, 19, 29, 104, en 111.

Soo gy Sijn goedtheydt verbreyden wilt, hebt gy den 24, 33, 65, 66, 103, 118, en 145.

Soo gy verheffen wilt Sijn barmhertigheydt ende waerheydt, hebt gy den 88.

Om te verkondigen Sijn grootheydt, den 97.

Om te prijsen Sijn rechtveerdigheydt, oeffent u met den 92, ende 93.

Om te bewijsen Sijn voorsichtigheyt, den 75, 113, 136, en 139.

Om te prijsen Sijn Wet, den 19, ende 119.

Om Hem te dancken dat Hy ons tot Sijn volck verkoren heeft, zijn bequaem den 9, en 60.

Om u met Godt ende in Godt te verblijden, den 47, 50, 96, 118, ende 135.

Om te verwecken alle creatueren oft schepselen tot Godts lof, gebruyckt den 148, ende 150.

Dese achtervolgende zijn oorbaerlick den genen die hare verseeckertheydt ende hulpe in Godt alleen stellen, den 46, 62, 63, 88, 91, 97, 125, 127, ende 146.

Dese navolgende begrijpen in hen eenige beloftenissen ofte Prophetiën van Christo ende Sijne Kercke ofte vergaderinge, den 2, 22, 45, 50, 72, ende 110.

De 41 Psalm is een lof-sang van den genen die gerechtelick oordeelt over den rechtveerdigen in sijn tegenspoedt.

De 49 heeft in hem begrepen een seer schoone beschrijvinge van d'ydelheydt deser wereldt.

De 82 is een heylige vermaninge aen den Princen ende Richteren des aerdtrijcks, om recht te doen na behooren.

De 101 vertoont hoe ende in wat manieren een goedt Prince hem behoort te dragen.

De 1, 103, ende 128, geven u te kennen het geluck ende voorspoedt van de menschen die in Godts Wet wandelen.

De 90 geeft ter contrarië te kennen de elendigheyt van den genen die Godts Wet niet en achten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken