Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids psalmen (1656)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids psalmen
Afbeelding van Davids psalmenToon afbeelding van titelpagina van Davids psalmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (95.40 MB)

ebook (110.66 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids psalmen

(1656)–Henrick Bruno–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio a11r]
[fol. a11r]

Register aller Psalmen, en Lof-sangen.

A.

ALs een Hert na water-stroomen.42
Als Koning heerscht de Heer.97
Als Godt heeft Zion door Sijn' kracht.126

B.

BEhoudt, ô Heere, want 't getal der vromen.12
Bewaert my, Heere, weest mijn toeverlaet.16

D.

DE sot seydt in sijn hert: Daer is geen Godt.14
De hemel geeft ons stof.19
De Heere wil uw' stem verhooren20
Des Heeren is 't gespan der aerd'.24
De Heer is my een licht in mijne wegen.27
Des boosen goddeloose sond'.36
Des Heeren Naem is groot op aerd'.48
De Godt der goden spreeckt, de Heere sal.50
De sot seydt in sijn hert; Daer is geen Godt53
De Lof-sang is in stilligheden.65
De Heere Godt zy ons genadig.67
De Heer is immers seecker goedt.73
De Heyd'nen zijn U in Uw' erf gekomen.79
Des Heeren grondt-slag is op heyligheden.87
Die in des hoogsten schuyl-plaets is.91
De Heere regeert, Hy is vol majesteyt.93
De Heere heeft geseydt tot Mijnen Heere.110
Doe Israël toog uyt Egypten-landt.114
Dat Israël nu segg'; 't en waer', 't en waer'124
Die sich vertrouwen op den Heere.125
Dat Israël nu segg'; sy hebben my.129

E.

EEn toevlucht is ons Godt almachtig.46

G.

GOdt is mijn Herder; my sal niets ontbeeren.23
Godt is in Iudaes landt seer wel.76
Godt heeft Sijn sit-plaets ingenomen.82
Gy hebt Uw's volcken landt begunstigt, Heer.85
Gy waert een toevlucht, ons' vertreck, en wapen.90
Godt, al-om ge-eert.99
Gy gantsche aerde, juycht den Heer.100
Gy knechten, die den Heer uw' Godt.113
Gedenckt aen David doch, ô Heer.132
Gy kent my, Heere, Gy door-grondt.139
Gezegent moet de Heer, mjn rotz-steen wesen.144

H.

HOe komt het doch, dat Gy soo verr' en wijdt.10
Hoe lange doch sult Gy, ô Heer.13
'k Hebb' lang den Heer verwachtende verwacht.40
Hoort, all' gy volcken, dit, staet hier op acht.49
Hoe lieflick is Uw' wooning, Heer.84
[Folio a11v]
[fol. a11v]
Heere, neygt tot my Uw' ooren.86
Heer, wilt mijn gebedt verhooren.102
Hoe goedt, hoe lieflick is 't dat broeders woonen.133

I.

ICk sal U, Heere, met mijn mondt.9
Ick bouw' op mijnen Godt, op mijnen Heere.11
Ick sal U minnen, Godt en Heer almachtig.18
Ick stell' op U, mijn vast vertrouwen.31
Ick sal altijdt de Heer.34
Ick sprack; Ick sal bewaren en in acht.39
Iuycht Godt, gy volck der gantscher aerde.66
Ick steun' op Uw' getrouwigheden.71
Ick sal Godts goedigheydt lof-singen eeuwiglijck.89
't Is goedt, datmen de Heere.92
Ick sal van gunst en goedertierenheden.101
Ick sal de daden van de Heer.111
Ick hebbe lief, dewijl de Heere hoort.116
Ick hebbe Godt de Heer' gebeden.120
Ick heff' na bergen op mijn oog.121
Ick ben verblijdt, vol vrolickheydt.122
Ick heff' tot U, ô Heer, mijn' oogen-lidt.123
Ick stort tot U gebeden.130
Ick roep' U aen om hulp, ô Heere.141
Ick riep met mijn stemm' tot de Heer.142

K.

KInderen van 't volck van macht.29
Komt, laet ons singen voor de Heer.95

L.

LOoft Godt, want Hy is goediglick.106
Looft alle Heydenen den Heer.117
Looft de Heer, want Hy is goedt.136
Langs Babels stroom, langs haer rivieren heenen.137
Looft Godt, want onse Godt te singen.147
Looft en segt roem van Godt de Heer.148
Laet van Godt zijn lof geseydt.150

M.

MYne ziel' singt tot U, Heere.25
Mijn Heer, mijn Godt; doet recht.26
Mijn hert geeft reden op, en goede saecken.45
Mijn ziel is immers stil tot Godt.62
Mijne stemm' is op-geheven.77
Mijn' ziele, looft den Heer en wilt Hem prijsen.103
Mijn' ziele, maeckt u op, en looft den Heer.104
Mijn Godt, ick sal U, die Gy Koning zijt.145

N.

NA U gaet mijn geroep en weenen.28
Neygt na mijn geschrey Uw'ooren.61
Neemt, Herder Israëls, ter ooren.80
Niet ons, niet ons, maer geeft Uw' Naem, ô Heer.115

O.

O Goedertieren Heer.3
O Heere, wilt mijn stemm' verwachten.5
[Folio a12r]
[fol. a12r]
O Heer, en wilt niet wreecken.6
Op U betrouw' ick t'allen tijden.7
O Heer, ô onse Heer, van welcke waerde.8
O Heer, de Koning is verheugt.21
Om dat Gy, Heer, my hebt bevrijdt.30
O Heere, wilt mij recht verleenen.43
O Godt, wy konden met ons' ooren.44
O Godt, neemt mijn gebedt ter ooren.55
O gy vergadering der wreeden.58
O Godt, Gy waert, die ons verstiet.60
O Godt, mijn Godt, mijn toeverlaet.63
O Godt, verlost my, helpt my, siet my aen.69
O Godt, in wien mijn heyl bestaet.70
O mijne volcken, wilt mijn' leer aenhooren.78
O Godt, en swijgt niet, maer verhoort.83
O Godt, die in het heyl my leydt.88
O Godt, ô Heere Godt der wraecken.94
O Godt, mijn hert' is my bereydt.108
O Godt, mijns lofs, en mijner eere.109
O Heere Godt, mijn hert in my.131
O Heer, wilt mijn gebedt verhooren.143
O mijn' ziele, prijst den Heere.146

P.

PRijst uw's Godts, des Heeren Naem.135

R.

REdt my, ô Heere, uyt de handen.59
Redt my, Heer, van den mensch', den boosen.140

S.

SIngt vrolick in den Heer, gy knechten.33
Straft my niet, ô Heer der heeren.38
Siet, wy loven U, ô Godt.75
Singt den Heer' verblijdt.81
Singt een nieuw liedt den Heer ter eeren.86
Singt een nieuw liedt voor Godt de Heere.98
Soo Godt de Heer het huys niet bouwt.127
Siet, looft den Heere, doet Hem eer'. 134
'k Sal U met 't heel hert' loven; 'k sal.138
Singt nu een nieuw liedt voor den Heere.149

T.

TWist met die twisten tegen mijn.35

V.

VOlcken van all' 't landt.47
Verlost en helpt, en reddet my.54
Verhoort, ô Godt, my in mijn klagen.64

W.

WEl-salig is de man, die niet en gaet.1
Wat-woedt het aerderijck, met een wrevel-moedt?2
Wanneer ick roep', verhoort mijn smeecken.4
Wie is 't, ô lieffelicke Heer.15
Wilt, Heere, de gerechtigheydt.17
Waerom verliet Gy my, mijn Godt en Heer?22
Wel hem, by wien sijn' sond, by hem bedreven.32
[Folio a12v]
[fol. a12v]
Wilt om de voorspoedt van de goddeloose.37
Wel hem die tegen een elendig man.41
Wat roemt gy u doch in het boose.52
Wanneer de Heere op sal staen.68
Wilt aen den Koning, Heere, geven.72
Waerom verstoot Gy, Heer, in eeuwigheydt?74
Wel aen, laet yeder een de Heere.105
Wilt lof aen d' Heer' besteden.107
Wel-salig is de man, die eere.112
Wilt Godt den Heere, roemen, loven.118
Wel-salig zijn sy, die oprecht'lick gaen.119
Wel-salig is den vromen.128

Z.

ZYt een genadig Godt, vermurwt Uw' hert.51
Zyt my genadig, ô mijn Godt en Heer.56
Zijt my genadig, zijt genadig, Heer.57

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken