Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Fiat lux. Het worde licht (onder pseudoniem Angel David) (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Fiat lux. Het worde licht (onder pseudoniem Angel David)
Afbeelding van Fiat lux. Het worde licht (onder pseudoniem Angel David)Toon afbeelding van titelpagina van Fiat lux. Het worde licht (onder pseudoniem Angel David)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (75.14 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Fiat lux. Het worde licht (onder pseudoniem Angel David)

(1917)–Victor J. Brunclair–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

IV. Henny en Willem

Half beroerd stond Willem voor zijn spiegel. Hij schouwde zich zelf aan en kon alle spiervertrekkingen van zijn krijtbleek aangezicht bespeuren. Blauwe kringen omkransten zijn doffe, overfloersde oogen. Er hing een onvermeesterlijke lamlendigheid in zijn leden. Hij leek wel stram. Sedert enkele dagen was dit vreemdsoortig gevoel hem bijgebleven. Wat te doen om er tegen te reageeren? Vandaag zou Henny hem ontvangen. Hij moest dan wel monter te been zijn. Nu, hij zou pogen zich zoo stevig mogelijk voor te doen.

Verstrooid en geestesafwezig las hij het briefje dat zij hem had toegestuurd. Ze vroeg hem ten ‘five o' clock tea’. Afslagen kon hij niet, bij gevaar van onhebbelijk te lijken Na

[pagina 20]
[p. 20]

achteraf beschouwd. was dat uitgaan toch een beroerde boel. Hij had er zoowaar nog hersenschimmen van. Willem streek nog even zijn haar glad. Zich te poederen dorst hij niet, uit vrees van nog bleeker te schijnen. Hij zou migraine voorwenden. Overigens. zijn hoofdpijn dreef wellicht over.

Bij zijn weinig-omvangrijke briefwisseling lag ook een briefje van de onbekende, dien avond... Alles herrees als een nachtmerrie voor zijn geest. Hij zuchtte, blikte glimlachend, haast ironisch naar het blauwe omslag, wierp het daarna in den haard, waar de vlammen het onmiddellijk verorberden.

Zijn auto wachtte, kondigt de knecht.

 

In verwachting zat Henny in haar boudoir. Ze had een zijden peignoir rond de leden. Even glinsterden haar ringen. Stil overdacht zij hoe alles toch plots wijzigen kan. hoe plots een verandering inwerken kan, in een menschenleven.

Voor een maand pas. had ze Edmond haar trouw toegezegd en nauwelijks kwam ze bij hem aan huis, of ze vond haar eerste besluit gek, onzinnig. Haar liefde louterde zich, door Willems aanwezigheid tot gulle sympathie en haar zielsbegeeren werd overdrachtelijk op Willem.

Zijnerzijds was hij haar insgelijks niet onverschillig gebleven. Ach hij had ook zoo'n zonderlinge, rare inborst. Nauwelijks verwijderden zich zijn gepeinzen van Henny of, in 't bijzijn van zijn vrienden, gaf hij weer aan zijn zwakheid gehoor. Hij was niet bestemd tegen de verlokking, gaf zijn grillen en neigingen te spoedig bestaansrecht, kortom zijn energie liet hem meermalen in den steek, wist zich niet kranig te ontwikkelen. Willem miste de zelfbeheersching, die den wilden groei der lusten begeerten en driften knot en ze gelijkmaakt met de ondoordringbare bodem van wilskracht, waarop slechts kranige daden. zelfbewust kunnen tieren.

Bij gebrek aan zelfstandigheid liet hij zich meesleepen.

Eentonig tikte het wanduurwerk, met gelijkmatig geluid.

Henny had meermaals de klok bekeken.

[pagina 21]
[p. 21]

Eindelijk had een schel bedeesd de gang doorrinkeld. En de dienstbode was komen aanmelden:

- ‘Heer Willem Norabs.’

Daar stond hij, met een reusachtigen ruiker in de hand, die hij haar met gracieus gebaar aanbood. Getroffen door zijn lieftalligheid, bood Henny hem haar hand, die hij vurig kuste Daarna noodigde zij hem ten disch en ze dronken saam de thee. Het gesprek vlotte goed, want beide wisten nu, dat hun verloving heelemaal vast stond. Belangstellend vroeg Henny hoe het tusschen Edmond en Willem van stapel was geloopen. Waarop Willem het verhaal opdischte nopens de onmin die tusschen hem en zijn broeder heerschte, zonder natuurlijk de ware drijfveer van Edmonds gedrag te bekennen. Hij schreef de bitsigheid uitsluitelijk toe aan Edmonds jalousie. Henny leek evenwel eenigszins wrevelig, en wou ten allen prijze niet, dat een verloving met Willem eveneens een verbreken van haar sympathie met Edmond beteekende. Daarom wou ze beide broeders verzoenen, ondanks de tegenstribbeling van Willem, die na zijn fuifnacht niet onder Edmonds oogen dorst te komen.

Herhaaldelijk en onvermoeid hield Henny aan, en het zou onlief van hem geweest zijn nog langer te weigeren. Hij stemde er dus noodgedwongen in toe. Henny tot bij zijn broeder te vergezellen. Tevreden en voldaan omarmde zij hem innig.

Henny bad hem om geduld, zij moest zich verkleeden, ten einde op bezoek te kunnen gaan.

Met een vaag angstgevoel dat Edmond nasporen op zijn gelaat mocht ontdekken, stond Willem te dubben, en staarde me bedenkelijke oogen de kronkelende rook zijner sigarette na. Henny ging haar opschik maken.

 

Willems auto talmde nog voor de inrijpoort. Zij zouden hem benuttigen om naar Edmond te rijden. Dra waren zij aan het gesticht aangekomen. Edmond zou ongetwijfeld zijn onderzoekingen en geneeskundige proeven aan 't voorzetten zijn. Een blankgewadige zuster verpleegster leidde hen bij hem binnen

[pagina 22]
[p. 22]

Edmond was uitermate verrast door dit plotseling bezoek. Hij kon de reden ervan maar niet dadelijk vermoeden. Evenwel had hij Willem bij zijn binnentreden scher aangekeken. Deze ontweek zijn blik.

Als een verzoeningsgezinde engel stelde Henny zich tusschenbeide en sprak daarna, ondanks het hachelijke van de kwestie die ze ophelderen moest, met heldere, besliste stem:

- ‘Ik weet, Edmond. dat de verhouding tusschen u en Willem sedert het verbreken van mijn belofte jegens u, netelig is geworden. Ik durf niettemin hopen, dat gij u alras beide zult verzoenen en over de verwikkeling der voorgevallen dingen goed gunstig een kruis slaan.’

- ‘Gaarne Henny’, sprak Edmond grootmoedig, ‘U leg ik niets ten laste. Wat ik persoonlijk tegen U zeide kan ik niettemin niet herroepen.’

- ‘Ik dacht het aanvankelijk een weinig afgunst uwerzijds.

- ‘Abuis.’

- ‘Nu, reik u dan verzoend weer de hand. Wezen alle veeten vergeten.

- ‘En om u werkelijk met een bewijs te staven, dat ik alles behalve jaloersch ben’. antwoordde Edmond, ‘heb ik de eer u mijn verloving met mijn helpster Aleida aan te kondigen’. Willem scheen verruimd en ademde geruster, nu hij omtrent de vijandige bedoelingen van zijn broeder niet meer dubben moest.

Henny maakte aanstalten, om te vertrekken. Toen Willem haar wou volgen, legde Edmond hem plots de hand op de schouder en zeide keihard: - ‘Een oogenblik, Willem. Ik verlang u te spreken, bij hoogdringendheid.’

Willem veinsde een verwonderd gezicht, hoewel hij zich daaraan verwachtte, en sprakeloos gehoorzaamde hij, drukte Hennys hand, en wachtte tot Edmond haar uitgelaten had.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken