Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De rekening (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De rekening
Afbeelding van De rekeningToon afbeelding van titelpagina van De rekening

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.42 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De rekening

(1990)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

7

De rekeningen van verzendhuizen en boekhandels, de leningen bij vrienden stapelden zich op. In de spoelkeuken brak een rassenoorlog uit. Terveld had partij voor de blanken gekozen en ik voor mijn gekleurde collega's. De Marokkaanse en Turkse bordenwassers trokken echter niet één lijn en gingen elkaar met tafelmessen te lijf. De chef-kok bemoeide zich er op een stervensdrukke vrijdagmiddag mee. Enkele seconden na zijn poging tot vredestichting lag hij bloedend en steunend tegen de mayonaisemachine aan. Terveld rende de keuken binnen en schreeuwde: ‘Ze hadden die klootzakken bij hun geiten

[pagina 36]
[p. 36]

moeten laten!’ Ik brulde terug: ‘U heeft uw oordeel direct al klaar, zoekt u eerst die zaak eens uit of belt u liever een dokter.’

De sous-chef had de medische dienst van het warenhuis al gebeld. Een verpleegster, die er erg trots op was dat ze eindelijk eens iets te doen had, zei: ‘Het valt reuze mee, het lijkt altijd erger.’ Later op de middag werd er een Marokkaan op staande voet ontslagen, stond de chef-kok al weer in de pannen te roeren, stampte Terveld met een rood hoofd door de keuken rond en stond ik zwaarmoedig slagroompunten van gebakbordjes te schrapen.

‘Wat sta jij nou weer te jammeren,’ vroeg Terveld geïrriteerd, ‘alsof we vandaag al niet genoeg gedonder hebben gehad.’

‘Ik kan er niet meer tegen. Het lijkt hier wel oorlog.’

Ahmed en Mohammed spoelden rustig door, terwijl ze bijna toonloos neurieden.

‘Zijn die twee knullen nu ook al bezig geweest? Wat hebben ze gedaan?’

‘Ahmed en Mohammed hebben er niets mee te maken.’

‘Dat is maar goed ook, want anders flikkerde ik ze er direct uit. Wat is er dan aan de hand?’

Ik kon alleen maar verder treuren.

‘Neem voor de rest van de dag maar vrij; ik hoop dat je volgende week weer een beetje steviger in je vel zit.’

Ik haalde de theedoek van mijn schouder, ontdeed mij van het schort, groette Ahmed en Mohammed, nam afscheid van de chef-kok, kneep Joep in het voorbijgaan in zijn arm en verliet het warenhuis. In de Zwartesteeg stroomden de tranen over mijn wangen.

 



illustratie

[pagina 37]
[p. 37]

Mijn beste studievriend voelde 's avonds mijn pols. Ik was bij hem en zijn vriendin, een gediplomeerd hoofdverpleegster, op bezoek. Hij keek in mijn ogen en zei: ‘Volgens mij ben je gewoon overspannen; iets anders kan ik niet vinden. Zou er niets te bedenken zijn om jou uit die spoelkeuken weg te krijgen? Zou je niet afgekeurd kunnen worden en een invaliditeitsuitkering aan kunnen vragen? Wat is dat eigenlijk op je arm, vlooiebeten?’

‘Geloof van wel ja.’

‘Dat zijn helemaal geen vlooiebeten, Paul,’ riep zijn vriendin, ‘die jongen spuit!’

‘Is dat zo?’

Na een lange stilte schonk Paul iets in. Paul keek in de lamp, zijn vriendin verfrommelde een servetje.

‘Daar moet je zo gauw mogelijk van af, jongen,’ zei Paul.

‘Ga in godsnaam naar een psychiater of tenminste naar Harko; je móét iets ondernemen voordat je helemaal aan die rommel onderdoor gaat,’ zei zij.

Harko was een bevriende huisarts die ik dezelfde avond nog belde. Toen ik liegend en hakkelend mijn toestand probeerde uit te leggen, griste Paul de hoorn uit mijn hand en sprak kordaat: ‘Ben jij dat Harko? Die jongen is een addict als wat. Er moet gauw wat gebeuren, desnoods sluit je hem met een kz'tje voor een tijd op. Kan hij vanavond nog komen? Oké, ik breng hem wel even bij je langs. Je weet hoe die addictieven zijn: ze beloven dat ze komen, maar ze zijn in werkelijkheid al weer op weg naar het volgende intraveneusje.’

 



illustratie

 

Harko luisterde. Hij leunde hoofdzakelijk achterover. Af

[pagina 38]
[p. 38]

en toe schonk hij koffie in. Veel vroeg hij niet, eigenlijk uitsluitend dingen als: ‘Heb je het op dit moment koud?’, ‘Weet je hoeveel milligrammen?’ en: ‘Je spoot toch niet vóór de geboorte van die jongen?’

Nadat ik met horten en stoten mijn verhaal had verteld, vroeg Harko: ‘Zijn moeder gebruikt toch niet?’

Ik schudde nee.

‘Dat is dan het enige gunstige dat ik vanavond gehoord heb. Jezus, jongen, wat zou je willen? Zeg 'ns.’

Ik haalde mijn schouders op.

‘Is er bij dat warenhuis bijvoorbeeld geen ander werk te doen? Werk waar je aan minder spanning onderhevig bent.’

‘Heb ik al zo vaak gevraagd, maar de personeelschef zegt steeds: spoelen of anders oprotten, voor jou zo een dozijn van die half-Aziaten, die nog minder dan de helft kosten óók.’

‘Ik schrijf wel een brief en nu gaan we het over die verslaving hebben. Daar gaan we rigoureus tegenaan.’

‘Schei toch uit, daar kan ik zo van af. Kleine moeite. Ik ben niet zo'n verslaafde die pikt en jat of zo'n opiumchinees, een week mijn koppetje erbij en ik ben helemaal schoon. Ik wil me gewoon lekker en rustig voelen...’

‘Je steelt niet?’

‘Ach, ik haal dat warenhuis een beetje leeg, maar dat doet iedere werknemer daar. En wat maakt het uit? Uiteindelijk draaien de klanten ervoor op. De aandeelhouders eten er geen boterhammetje minder om.’

‘Je weet wat een veroordeling later voor je carrière kan betekenen?’

‘Ik wil geen carrière! Waarom zou ik? Wat moet een halve en mislukte vader, die zijn eigen vader kwijt is, met een carrière?’

[pagina 39]
[p. 39]

Harko keek mij aan; de tranen begonnen weer over mijn wangen te rollen.

Harko troostte: ‘Rustig, rustig. Zou een psychiater niet iets voor je zijn. Dat hoeft geen jaren te duren, gewoon voor een paar maanden om de ergste schokken op te vangen?’

‘Als je maar niet denkt dat ik ook maar één keertje naar zo'n hersenleger ga! Ik heb er dankzij mijn ouders in mijn jeugd al genoeg meegemaakt. Nooit zet ik meer één stap bij zo'n klootzak!’

‘Waar jij aan denkt, aan dat soort psychiatrie, die bestaat al lang niet meer. Jij lijkt mij typisch iets voor een analyse; je bent slim, je hebt ze op een rijtje en dat gedoe van Freud en zo moet jou juist intellectueel aanspreken. Je kunt ermee ophouden wanneer je wilt. Probeer het 'ns een paar keer... Misschien wil de psychiater die ik voor ogen heb niet eens. Het is in de psychoanalyse nu eenmaal zo dat zowel de behandelaar als de behandelde elkaar moeten zien zitten. Heus! Sla niet iedere uitgestoken hand af.’

Ik kwam op het speelgoedmagazijn van het warenhuis terecht.

Ik fiets op een middag naar Gortzak, psychoanalyticus met een snor.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken