Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De rekening (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De rekening
Afbeelding van De rekeningToon afbeelding van titelpagina van De rekening

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.42 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De rekening

(1990)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

20

De eigenaresse heette mevrouw Warmond. Ze zei: ‘Ik heb graag dat u mij met mevrouw blijft aanspreken. We hebben hier een chic huis en dat zou ik graag zo willen houden. Niet allemaal van dat joviale. Suiker, melk?’

‘Nee mevrouw.’

‘Astu,’ zei ze. ‘Punctuele betaling van de huur zou ik ook erg op prijs stellen. Ach, ach, wat ik hier niet allemaal heb meegemaakt! Nette kerels, keurig in het pak, kwamen binnen en vroegen: hoe wilt u de huur betaald hebben, drie maanden vooruit, vier? U zegt het maar. Nou ja, je bent de eigenaresse van een chic huis dus je zegt: stort u het maar iedere maand netjes op mijn bankrekening. Maanden later: nog geen cent ontvangen. Je

[pagina 91]
[p. 91]

stuurt een beleefd briefje en enkele weken later is de vogel gevlogen. Maanden gratis gewoond in een mooi appartement. Wat denk u dat er aan de hand was?’

‘Ik heb geen idee, mevrouw; de mafia, een boef?’

‘Nee. Wat denkt u werkelijk?’

‘Ik zou 't echt niet weten, mevrouw.’

‘De desbetreffende persoon was failliet. Ik zeg u: failliet.’

‘Tsss,’ siste ik tussen mijn tanden.

‘Daardoor heb ik mijn lesje geleerd. Voordat ik een huurder hier toelaat, doet de makelaar een héél onderzoek. We informeren bij de banken, bij de Centrale Krediet Registratie in Geldermalsen...’

‘U zegt?’

‘De ckr? Dat is een grote computer en daar wordt iedereen in Nederland met al zijn schulden in opgeslagen. Binnen een paar minuutjes kom je daar te weten of iemand kredietwaardig is.’

‘Kan iedereen daar gebruik van maken?’

‘Ach, wat is iedereen? Met een relatietje kom je er met weinig moeite binnen.’

Ik lachte gemaakt: ‘En dus bent u ook naar mij op zoek geweest? U durft.’

‘Maar meneer Mantoua! Er zijn grenzen. Iemand die zulke relaties heeft als u en bij Blue Print werkt, daar vaar ik blind op. Bij zo'n bedrijf nemen ze heus geen wanbetalers of faillieten op. Dat weet u even goed als ik.’

Ik haalde verlicht adem.

‘Zullen we nog een kopje gebruiken?’ vroeg mevrouw Warmond. Ze schikte haar geblondeerde haar.

 



illustratie

[pagina 92]
[p. 92]

De staat van het faillissement knaagde in Amsterdam nog meer aan mij dan tevoren. Het bij elkaar scharrelen van de huur lukte de eerste maanden, maar het bedrag kon ik natuurlijk niet via een bank overmaken. Met contant geld moest ik naar het postkantoor om het daar via een postwissel over te maken naar de bankrekening van mevrouw Warmond.

Toen ik haar een keer op de gang tegenkwam, zei ze: ‘Vreemd, dat u altijd de huur via de post overmaakt, het gaat toch veel sneller via een bank?’

‘Natuurlijk, mevrouw, maar ik betaal u van geld..., van geld..., hoe zal ik het zeggen?’

‘O jeetje! Zwart. Deugniet! Ik begrijp het. Als je in dit land niet het een en ander zwart doet, knijpen die socialistische ratten in Den Haag je dood. Verstandig, verstandig! Eerlijk gezegd: mijn man en ik doen de helft van al onze geldhandelingen zwart. Je wordt er toch gewoon toe gedwongen, nietwaar?’

Een paar maanden later kreeg ik steeds meer moeite om de huurpenningen op tijd bij elkaar te krijgen. Voorts werden enkele schuldeisers (die ‘in het faillissement waren meegegaan’ - zo heet dat) ongeduldig. Ik belde de curator: ‘Wanneer komt er nu eens een einde aan deze belachelijke toestand? Het duurt nu al vijf jaar en er lijkt nooit meer een eind aan te komen. Elk bedrijf dat failliet gaat, is binnen een week weer open. Ik hoor van iedereen dat een faillissement een zegen is.’

‘Voor bedrijven wel ja, maar jij bent persoonlijk failliet en daarnaast heb je een rechter-commissaris die om de een of andere reden de pik op je heeft. Ik zal bij de rechtbank volgende week even navraag voor je doen. Wie weet.’

‘Een paar schuldeisers dreigen beslag te laten leggen.’

[pagina 93]
[p. 93]

‘Dat kan niet, want je hebt niks en ze kunnen niet om mij heen. Dat is toch gemakkelijk? Je kunt niets uitgeven, maar aan de andere kant kan niemand jou wat maken zolang als je failliet bent en jij je aan de regeltjes houdt,’ zei Liphorst oprecht geruststellend.

 



illustratie

 

Ik schrok wakker en hoorde Jaap schreeuwen: ‘Dat kan toch zo maar niet. Meneer Mantoua betaalt alles, dat durf ik met de hand op mijn hart te verklaren. Ik bel de politie!’

Ik rende in mijn onderbroek naar de deur, hoorde gepulk van metaal in het slot en een lage stem zei: ‘Maakt u zich niet druk, huismeester, ik ben van de politie.’

Ik probeerde het slot van binnen open te draaien, maar het zat vast.

‘Bent u daar, meneer Mantoua?’ vroeg de lage stem.

‘Ja. Wat wilt u?’

‘Goed. Wij halen de loper uit het slot, dan opent u de deur.’

Dat deed ik en Jaap begon direct met een rood aangelopen gezicht te razen: ‘Ik heb geprobeerd om ze tegen te houden, Lothar, maar ze stoven naar boven. Ik...’

‘Laat maar Jaap.’

‘Meneer Mantoua. Ik ben deurwaarder Tweeslag en kom namens meester Oudkens beslag leggen op uw boedel omdat u...’ Deurwaarder Tweeslag bladerde zoekend in zijn documenten en vervolgde: ‘Een schuld van achthonderdenvijftig gulden, bij deze en tot nu toe vermeerderd met een bedrag van zeshonderdenvijfendertig gulden en zevenendertig cent nog steeds niet voldaan heeft, terwijl de rechtbank op twaalf...’

[pagina 94]
[p. 94]

‘Houdt u maar op,’ zei ik geïrriteerd.

‘Agent Zwijnstra,’ stelde een man in uniform zich voor. ‘Ik houd toezicht op het zich verschaffen van toegang tot uw appartement waarvoor de rechtbank op 18 mei jongstleden toestemming heeft verleend en waarvoor...’

‘Houdt u óók maar op. Komt u binnen.’

De deurwaarder begon direct rond te kijken en noteerde alles wat hij zag op een blocnotevel.

‘Heren, heren!’ zei ik. Jaap schudde kwaad met zijn hoofd. Ik zag dat hij verwachtte dat ik een verlossend woord zou spreken en de deurwaarder en de hem begeleidende politieagent beschaamd zouden afdruipen. ‘Heren, u kunt zich de moeite besparen. Er is, voor zover ik iets heb, al jaren geleden beslag op gelegd. Ik verkeer in staat van faillissement en dat weet advocaat Oudkens maar al te goed. Wat u doet is onrechtmatig. Meneer de deurwaarder, hier is de telefoon, als u het nummer van mijn curator even belt, dan zult u overtuigd raken van hetgeen ik gezegd heb.’

Een paar minuten later dropen de deurwaarder en de politieagent af.

‘Wat een truc,’ riep Jaap, ‘hoe krijg je het voor elkaar!’

‘Ik ben echt failliet, Jaap. Ga even zitten, dan leg ik je, onder ons, alles uit.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken