Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rock 'n' roll (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rock 'n' roll
Afbeelding van Rock 'n' rollToon afbeelding van titelpagina van Rock 'n' roll

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

Scans (17.79 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rock 'n' roll

(1991)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 110]
[p. 110]

IX Blauwe suède schoenen met een deuk
De miskenning van Carl Perkins

De studiosus van de rock 'n' roll-periode vraagt zich vaak af of auto's in het algemeen en auto-ongelukken in het bijzonder de muziek uit dat tijdvak gunstig of ongunstig beïnvloed hebben. Enerzijds is het bezit van een grote auto (de pink Cadillac bij voorbeeld) en het rijden daarmee (cruisin') in de rocklyriek een belangrijk thema. Anderzijds hebben dodelijke auto-ongelukken heel wat rocksterren naar die andere wereld geholpen. Ongelukken met een niet dodelijke afloop zijn dikwijls de oorzaak geweest van veel muziektragiek. Eerder heb ik vermeld hoe Gene Vincent op een droevige wijze bleef doorhobbelen. Hij was zonder enige twijfel beroemder en meer geëerd geweest wanneer hij in 1960 het leven had gelaten. Hij was dan vijfentwintig jaren oud gebleven, en die leeftijd is uitermate geschikt voor een James Dean- of Werther-cultus.

Over dat laatste vraagstuk - de Wertheriaanse en rockse doodsneurose en haar effecten op de fans en blijvende roem - publiceerde G. Schmidt in ‘Forum der psychiatrie’ als nummer 22 de belangwekkende studie Die Krankheit zum Tode. James Dean's dood en ook die van Elvis veroorzaakte in Amerika een rage van geïmiteerd sterven (meisjes reden zich op de wijze van Dean dood, inclusief het automerk, of deden de laatste uren van Elvis nauwgezet na). Eigenaardig is het dat Elvis in de literatuur meestal tot een vroeg overleden held wordt gerekend terwijl hij toch tweeënveertig werd.

Er bestaan tenminste twee vormen van rockse tragiekmuziek. Een daarvan is de Werther-vorm. Hier is sprake van een niet-biografische, ‘literaire’ dood. Het bekendste voorbeeld hiervan is het

[pagina 111]
[p. 111]

door Ray Peterson gezongen ‘Tell Laura I love her’ (1960; in hetzelfde jaar tevens opgenomen door Ricky Valence, welke versie verboden zou moeten worden). Het verhaal gaat aldus: Tommy wil voor zijn meisje mooie, lieve dingetjes kopen, maar heeft er het geld niet voor. Hij ziet een aanplakbiljet voor een autorace waarbij men duizend dollar kan verdienen. Tommy belt vlak voor de race op. Laura is er niet. Hij verzoekt haar moeder, die hij aan de lijn krijgt, tegen Laura als ze thuiskomt te zeggen dat hij van haar houdt. Tommy doet, als jongste deelnemer, mee aan de race en het gaat mis:

 
No one knows what happened that day.
 
How his car overturned in flames,
 
But as they pulled him from the twisted wreck,
 
With his dying breath, they heard him say:
 
Tell Laura I love her!

Sentimenteel? Dat is de vraag. De betekenis van de op 30 september 1955 omgekomen Dean is onvoorstelbaar groot. Hij werd ‘deified, his image of the misunderstood teenage rebel has never faded’ en hij zou het prototype van de rebellerende r&r-held worden, ofschoon hij ‘never heard Rock 'n' Roll’ (beide citaten uit Pearce Marchbank en Miles’ The illustrated rock almanac). Dean werd tot een jonge martelaar gemaakt, een ‘Teenage Hero’, en zou model staan voor een eigen vorm van rockse tragiek.

Excessief is de muzikale respons die Elvis' dood veroorzaakte. Osborne en Hamilton's Presleyana geeft een lijst met meer dan tweehonderd plaatopnamen die aan de herinnering van Elvis gewijd zijn. Nota bene: deze lijst loopt tot en met 1979! Ik ben ervan overtuigd dat Elvis' weinig heldhaftig sterven deze lijst tot een paar honderd songs beperkt heeft gehouden. Een vliegtuigongeluk, maar vooral een auto-ongeluk, had Elvis duizenden tribute-songs opgeleverd. ‘The car crash, this romantic rock and roll suicide, has been considered by the fans as a modern form of Wertherism,’ zei ooit een vooraanstaand rockgeleerde tegen mij.

[pagina 112]
[p. 112]

Het was halfzeven in de morgen van 22 maart 1956. Vlak bij Dover, Delaware, u.s.a., reden Carl Perkins en zijn kornuiten tegen een vrachtwagen aan. Jay Perkins kwam klem te zitten in het wrak. Een andere broer, Clayton, werd, met twee anderen, naar buiten geslingerd; Carl ook, en hij kwam zwaargewond in een modderpoel terecht. De Perkins Brothers overleefden, evenals de twee andere inzittenden, het ongeluk. De vrachtwagenchauffeur niet.

Vermoeidheid was de oorzaak van dit ongeluk. Het gezelschap had een concert gegeven in Norfolk, Virginia. Carl Perkins en zijn broers waren op weg naar een optreden in de Perry Como tv Show die in New York zou worden opgenomen.

Carl Perkins' achtzits Chrysler Imperial lag in puin; hij zelf leed aan een schedelfractuur, gebroken schouder, kneuzingen en open wonden. Zijn carrière, die eigenlijk pas begonnen was, zou een knauw krijgen. Een deuk die hem welbeschouwd tot een tweederangs rocker zou maken, terwijl hij alles in zich had om toegelaten te worden tot ‘the teenage heaven of living rock-angels’.

 

Carl Perkins werd op 9 april 1932- precies honderdelf jaar later dan die andere tragiekfabriek Charles Baudelaire - geboren in Lake City, Tennessee. Weliswaar wordt er in de r&r-literatuur een tiental andere plaatsen genoemd, maar het weinige dat Carl Perkins mij zelf heeft verteld is dat hij dáár geboren werd. Carl kwam uit een muzikale familie die van armoede nagenoeg omkwam. In 1954 hoorde hij Elvis Presley's hit ‘Blue moon of Kentucky’ op de radio en riep uit (Colin Escott/Martin Hawkins' The Carl Perkins book): ‘Dit is precies waar ik mee bezig ben!’ Er was een klein verschil: Carl Perkins legde meer ritme in zijn muziek; zo gebruikte hij bij voorbeeld een drummer. Elvis had zich in 1954 nog niet in het genot gesteld van een slagwerker. Carl en zijn twee broers breidden het familieorkestje de Perkins Brothers uit met de slagwerker W.S. Holland. Ze achterhaalden dat Elvis onder contract stond bij het inmiddels legendarisch geworden Sun-label van Sam Phillips in Memphis en kregen van hun

[pagina 113]
[p. 113]

ouders vergunning om naar een optreden te gaan van Elvis in Betthel Springs.

 

Wat er tussen 1954 en 1956 gebeurde in en rondom Memphis - alles onder leiding van de ronduit geniale Sam Phillips - werd talloze malen beschreven. Ik wil slechts wijzen op twee recente maar vaak vergeten boeken: Greil Marcus' Mystery train. Images of America in r&r music en Martha Hume's You're so cold I'm turnin' blue dat vooral de countrymusic-kant van de vroege rock behandelt. Een voorlopig standaardwerk blijft Colin Escott/Martin 113 Hawkins' Sun Records. A brief history of the legendary record label. Carl Perkins kwam óók bij Sun Records terecht. Evenals Roy Orbison, Jerry Lee Lewis, Johnny Cash; wie niet? In de jaren vijftig zouden deze rockers gouden duo's, trio's en kwartetten vormen, waarvan nog maar een gedeelte op plaat in de handel is gebracht.

Het verhaal wil dat Johnny Cash en Carl Perkins een jongen heel voorzichtig zagen dansen op zijn nieuwe, blauwe suède schoenen. De jongen was bang dat er iemand op zijn prachtige molières zou trappen. Carl schreef een song daarover die de r&r tenminste woordelijk gestalte zou geven: ‘Blue suede shoes’. Dit nummer gaf de r&r een definitieve beginselverklaring en dat blijft de onsterfelijke verdienste van Carl Perkins:

 
Do anything that you want to do but, honey,
 
Lay off my shoes,
 
Don't step on my blue suede shoes.

Met ‘Blue suede shoes’ had Perkins de dansschoenen niet voor het eerst in de rockmuziek geïntroduceerd, maar wèl het meest overtuigend. Het kan aannemelijk gemaakt worden dat Chuck Willis (1928-1958; auto-ongeluk) als éérste de rock-and-rollse dansschoen heeft bezongen in het door hem geschreven ‘Hang up my rock & roll shoes’:

 
They said that rock and roll would soon fade away,
 
[but...] rock and roll is here to stay!
[pagina 114]
[p. 114]

Carl Perkins heeft, uiteraard, ook dit nummer gecovered (bij voorbeeld op de elpee Ol' blue suede's back, 1978), maar ook een groep als The Band nam het op. Perkins zou de r&r met ‘Blue suede shoes’ zijn intiemste thema geven. Helaas werd dit thema beroemd gezongen door Elvis Presley. Zijn versie van ‘Blue suede shoes’ nam hij in dezelfde maand op als zijn vriend Carl. Carl zou er succes mee oogsten - platenproducer Phillips schonk hem als dank een nieuwe ‘dark blue, white top Cadillac’ -, maar in de tijd dat Carl van zijn ongeval genas, had Elvis definitief de macht gegrepen. Carl zou het eeuwige achterblijvertje worden. In het vijfdelige standaardwerk American Rock & Roll wordt zijn meesterhit niet eens genoemd. De miskenning zou nog veel meer ellendigs voor Perkins in voorraad hebben. Zijn ‘Blue suede shoes’ was de eerste plaat van het Sun-label waarmee geld verdiend werd.

Toch zag directeur Sam Phillips meer in Elvis. Carl nam veel materiaal op, waaronder tot op de dag van vandaag tientallen versies van ‘Blue suede shoes’, maar zijn succes bleef beperkt tot dit nummer en twee zelfgeschreven meesterwerkjes: ‘Boppin’ the blues’ (1956) en ‘Pink pedal pusher’ (1958).

Met een beetje fantasie zou men kunnen zeggen dat de leermeester van Elvis voortmodderde, terwijl Elvis wereldgeschiedenis maakte. Carl Perkins heeft met dat gevoel nooit kunnen leven. Hij raakte aan de drank, gebruikte drugs en verloor in korte tijd bijna zijn hele familie. Broer Jay kreeg - het heeft iets satanisch - in januari 1958 een auto-ongeluk, raakte daardoor eenzijdig verlamd en overleed in oktober aan kanker. Hij stierf terwijl hij de hand van Carl vasthield. De Perkins Brothers, waarmee vader Buck zulke grote plannen had, bestonden nog slechts uit twee leden. Broer Clayton, die het meest onder de miskenning heeft geleden, pleegde in de kerstvakantie van 1974 zelfmoord. Vlak voor een benefietconcert ten behoeve van mensen die genezen waren van kanker, deelde vader Buck zijn enige overgebleven zoon mee dat hij zèlf kanker had. Buck Perkins stierf begin 1975.

Lichtpuntjes waren er soms in zijn post-Sun-jaren. Hij had wel

[pagina 115]
[p. 115]

eens een country of rockabilly-succesje, raakte in 1964 bevriend met de Beatles en regisseerde de groep zo'n beetje toen die vijf van zijn nummers opnam. Hij werd opgenomen in de band van Johnny Cash (tot 1975) en verkocht van zijn Ol' blue suede's back-album in 1978 maar liefst honderdduizend exemplaren in Engeland. Soms ging hij als sologitarist op tournee, soms met zijn twee zoons Stan en Greg. In deze laatste formatie zag ik vanaf het eind van de jaren zeventig Perkins enkele keren te Rotterdam of in Paradiso. Na afloop van een Rotterdams optreden sprak ik een tijdje met hem. Vol trots vertelde hij, een kwarteeuw na dato, dat toen hij in het ziekenhuis lag hij een telegram van Elvis had gekregen.

Dat wist ik. Het staat afgebeeld op de binnenhoes van zijn elpee uit 1978. In het hartelijke telegram seinde Elvis: ‘We were all shocked and very sorry to hear of the accident. I know what it is for I had a few bad ones myself. If I can help you in any way, please call me.’ Om treurig van te worden: de man die John Lennon en George Harrison persoonlijk gitaarles heeft gegeven opdat zij de fameuze akkoorden van zijn Dance album (1956) zouden kunnen naspelen, de man die Elvis Presley aan zijn ritme en een van zijn allergrootste hits heeft geholpen - deze man is nog steeds blij met een telegrammetje van Elvis.

Perkins is geen diepgaand prater. Op zijn autobiografie Disciple in blue suede shoes heb ik nooit beslag kunnen leggen. De rock 'n' roll-vriend moet het dus vooral hebben van zijn muziek. Dat Perkins een groot gitarist is, mag blijken uit het feit dat hij als sessiemuzikant alleen al in de jaren zestig vijfduizendmaal optrad. Het geluid van zijn gitaar verschilt vaak. Maar het is altijd straf ritmisch. Volgens Chris Charlesworth bezit hij acht verschillende gitaren maar bespeelt hij meestal een zwarte Guild 1/4-scale. Perkins' stem heeft in de loop van zijn inmiddels meer dan drie decennia omspannende carrière wat klankkleurverandering ondergaan. Zij is minder rauw geworden. Het meest kenmerkende van de Perkins-sound is de neiging tot chaos in zijn orkestratie. De luisteraar vreest vaak dat het mis gaat, dat de slaggitaar bij voorbeeld uit de maat zal gaan lopen. Het ge-

[pagina 116]
[p. 116]

beurt nooit: Perkins regisseert ten slotte het wankelste evenwicht.

In 1982 verscheen een set met drie elpees. Op deze Carl Perkins - The Sun years vindt de fan dat heerlijke, vroege materiaal: drie versies van ‘Blue suede shoes’, twee van ‘Pink pedal pusher’ enzovoort. Toch is er naar mijn smaak een betere elpee van Perkins in de handel. Er staan de bekende nummers op, echter gespeeld in een bijna panisch mechanisch tempo en ritmiek. Een persing uit 1972 zwerft al vele jaren in Nederland door de uitverkoopbakken voor een tientje.

Als het met Carl een beetje mee had gezeten, er geen drank, kanker en auto-ongelukken in de wereld waren geweest, dan zou deze elpee The king of rock 'n' roll met recht zijn titel dragen. Het koningschap behoort nu ten eeuwigen dage aan Elvis toe; dat begrijpt Perkins maar niet. Peter Guralnick noemt hem in The Rolling Stone record review ‘een vader van de r&r’, iemand die ‘has had a curiously undignified career’. Dat is juist èn tragisch. Maar uiteindelijk toch minder tragisch dan men zou vermoeden: in het midden van de jaren tachtig was er een opvallende opleving in de carrière van Perkins te bespeuren. Blauwe schoenen raken uiteindelijk toch nooit afgetrapt!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken