Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rock 'n' roll (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rock 'n' roll
Afbeelding van Rock 'n' rollToon afbeelding van titelpagina van Rock 'n' roll

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

Scans (17.79 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rock 'n' roll

(1991)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]

X Een manke dronkaard
Gene Vincent en het gouden keeltje

‘De meest gekwelde en smerigste van de vroege rockers. Hij was bijna vergeten in de Verenigde Staten ten tijde van zijn overlijden in 1971. Hij leek totaal verslaafd aan muziek, noodlottige liefdes, het allersensueelste en destructieve rockabilly-geluid.’ Dat heeft Greil Marcus mee te delen over Gene Vincent in Stranded. Rock and roll for a desert island. De schrijver overdrijft niet. Gene Vincent was een van de grootste smeerpijpen uit de rock 'n' roll. Misschien dat hij in viespeukerij alleen overtroffen wordt door herrieschopper, wantalent, fantast en zenuwslopend muziekmaker Vince Taylor.

Vincent, die werd geboren in Norfolk, Virginia, op 11 februari 1935 (precies tweehonderdendrie jaar na George Washington), kreeg in de viereneenhalf jaar later te Londen geboren Taylor een zonder twijfel talentloze maar wel smeriger navolger. De heren hadden in ieder geval gemeen dat zij zich uitdosten als een leerlooierij, zich omgordden met hondekettingen en riemen en over de podia dweilden. Tot voor kort was Taylor met dat gedoe vooral in Frankrijk een geliefde stage-act. Gene Vincent's morbide rol is sedert jaren uitgespeeld. Zoals vermeld, overleed hij op 12 oktober 1971 na een beroerte in Californië. Zesendertig jaar had dit vreselijke leven geduurd.

Vincent zal voor altijd de geschiedenis ingaan als de uitvinder van de leather-rock, de hijgende zang, the sound of a cripple en nog veel meer slechts en ongelukkigs. Toch heeft hij een harde kern van aanhangers en bewonderaars. Ian Dury is er een van.

Ian Dury werd op zevenjarige leeftijd (1949) getroffen door po-

[pagina 118]
[p. 118]

lio. Hij verbleef jaren in hospitalen en verpleegtehuizen. Na verloop van lange tijd was hij zo ver dat hij zich met een stok kon voortbewegen. In 1979 brak hij door met de elpee New boots and panties!!... Van deze langspeler werd de hitsingle ‘Sex & drugs & rock 'n' roll’ getrokken. Een nummer dat de r&r, alsnog, van een adagium zou voorzien. Toch stond er op de elpee een nummer dat mijns inziens meer aandacht verdiende: het weliswaar wat onevenwichtige maar toch ontroerende ‘Sweet Gene Vincent’.

Dury identificeert zich reeds lang met Gene Vincent, hij zong zijn manke collega aldus toe:

 
Blue Jean Baby...
 
Shall I mourn your decline
 
with some thunderbird wine
 
and a black handkerchief?
 
Imiss you sad...
 
Sweet Gene Vincent!

In een eerder hoofdstuk heb ik kort vermeld hoe Gene Vincent zijn marinecarrière moest afbreken. Zelf heeft hij verteld dat hij zijn eerste, fatale ongeluk kreeg tijdens gevechtshandelingen in Korea (1953). Daar hadden wij beiden ongelijk in. Vincent werd in mei 1955, toen hij gedemobiliseerd werd, aangereden door een meisje dat met haar Chrysler door een rood verkeerslicht reed. Vincent vloog van de motorfiets waarop hij reed en verwondde daarbij het linkerbeen zo ernstig dat hij levenslang mank zou blijven. Bijna vijf jaar later was hij betrokken bij het auto-ongeluk dat Eddie Cochran het leven zou kosten en Vincent nog meer pijn. Niet alleen verergerde dit laatste ongeluk Vincent's lichamelijke lijden, het verergerde ook zijn geestelijke smart. Hij zoop zich een ongeluk, wel of niet in het gezelschap van zijn vrouw of andere vrouwen. De jaren die hij grotendeels in Engeland doorbracht (1960-1967) waren uitsluitend gevuld met schandalen en het maken van middelmatige muziek. Omstreeks 1964 was zijn drankgebruik meer dan excessief. In 1968 doolt hij, letterlijk, door Amerika. Het volgende jaar keert hij weer terug naar Enge-

[pagina 119]
[p. 119]

land waar zijn ex-vrouw hem zijn leven met juridische middelen nòg onmogelijker maakt. Hij zwerft een zomer door Frankrijk waar hij, al dan niet tollend van de drank, muziek maakt op dorpsfeesten. Het laatste jaar van zijn leven brengt hij in zijn geboorteland door. Moddervet, manisch-depressief, voortdurend geveld door de vreselijkste ziekten en katers. Als de dood iemand verlost heeft, dan was het Gene Vincent. Nederlandse kranten brachten een piepklein doodsbericht of helemaal niets. France Soir publiceerde een in memoriam met uitsluitend foutieve informatie. Slechts één feit was juist: als Gene Vincent optrad, dan liet hij zijn krukken achter in de coulissen.

Gene Vincent's hit-gevoelige muzikale succes duurde, om precies te zijn, van april 1956 tot april 1960. Met zijn band de Blue Caps (de bandleden droegen eenzelfde blauwe pet als president Eisenhower op het golfterrein) maakte hij een aantal nummers dat voorgoed bijgeschreven kan worden in het Walhalla van de r & r. Vincent's eersteling ‘Be-bop-a-lula’, geïnspireerd door de stripfiguur Little Lulu, werd een wereldsucces. Van dit nummer nam Vincent verscheidene versies op. De tweede versie, die met de Blue Caps, is de allermooiste. Niet in de laatste plaats doordat zijn platenmaatschappij, Capitol, de grootst mogelijke moeite had gedaan het echokamer-effect van Sun Records na te bootsen. Dit blikken geluid was door Sun-baas Sam Phillips ontwikkeld. Tot op de dag van heden heeft men het geheim van dit unieke geluid niet helemaal kunnen ontraadselen en namaken. Het is bekend dat de Rolling Stones bijna drie decennia later, met karrevrachten meer elektronika, verwoed pogingen doen zo dicht mogelijk bij de Sun-sound te geraken.

Wat de Stones af en toe lukt, gelukte Gene Vincent in 1956 bij de opname van ‘Be-bop-a-lula’. Deze song, geschreven door de zanger en ‘Sheriff Tex Davis, kent een juichende sologitaar, kort gehouden brushes-slagwerk en de klagende sleepgang van Gene's stem. En wat voor moois zou er nog meer volgen! In oktober 1956 ‘Race with the devil’, ook geschreven door Vincent/Davis. Deze eerste twee million-sellers van Vincent en Davis zijn niet alleen de voortreffelijkste die Gegene (zijn koosnaam) heeft op-

[pagina 120]
[p. 120]

genomen, maar zij zijn vooral het bewijs van Gene's ‘gegenius’.

Van de beroemde toppers die Gegene opnam in zijn gloriejaren is de song op zichzelf misschien niet eens zo belangrijk; Gene was in staat van een saaie, ongeïnspireerde song een draconische klaagzang te maken. Een nummer dat in handen viel van Gene en zijn Blue Caps werd gespeeld en gezongen alsof de zanger en de instrumentalisten door de duivel achterna werden gezeten. Dat was natuurlijk ook zo. Had Gene het al niet geschreven en gezongen in zijn ‘Race with the devil’?

De liefhebber weet waarover ik het heb. De bijna slissende zang van ‘She she little Sheila’, het dramatische metaal van dat wanhoopsgezang ‘Woman love’, het intieme zwembadgeluid van ‘Blue Jean bop’. Al deze pracht en het bijbehorende succes maakten zelfs van Gene Vincent in zijn succesjaren geen levenskunstenaar. De zanger en zijn bandleden maakten er een gewoonte van hotelkamers aan stukken te slaan. Volgens Gary Herman vroeg een hoteleigenaar eens vijftigduizend dollar borg aan Vincent c.s. voordat hij zijn kamers verhuurde. Gene betaalde geen belasting, sloeg interviewers op de bek, werd geschrapt als lid van de American Musicians Union wegens ‘onprofessioneel gedrag’ en maakte zelfs met zijn beste vrienden hevige ruzie.

Toen Gene zich in Amerika onmogelijk had gemaakt, verhuisde hij naar Engeland. Hij kwam onder contract van de Britse uitzuiger Jack Good, die hem ooit tijdens een tv-opname toeriep: ‘Mank lopen, klootzak!’ Alsof Gene iets anders gekund zou hebben! De lezer weet hoe het verder afliep in het Britse koninkrijk: Gene werd manker, zieker en zieliger.

Het aardige van de literatuur over de getormenteerde zanger is dat zij geen enkele poging doet zijn leven te verzoetelijken of te vermooien. Gene was gewoon een boef, een manke dronkaard, maar ondertussen wèl een begenadigd rocker. Het fotoboek dat werd bijgesloten in de vierdelige platencassette Gene Vincent rock 'n' roll legend (bevat zijn werk tot en met 1961; herpersing 1977) is een oprecht document van verval. Het artikel van Bruno Le Tridivic in Rock 'n' folk (nummer 109) lijkt eerder de teloorgang van Gene te behandelen dan zijn muzikaal genie. Gene

[pagina 121]
[p. 121]

wordt in zijn algemeenheid met graagte afgeschilderd als het zwarte schaap van de rock and roll, als een rockse suïcidant en aanbidder van de doodscultus.

Het is nog waar ook. De desperaatheid van Gene Vincent's optreden in de film The girl can't help it (1956; verder treden in deze rolprent op Eddie Cochran, Fats Domino, de Platters, Little Richard, Jayne Mansfield enzovoort) brengt de rockfan tot heerlijk ongeluk. Over twee andere films waarin Vincent optrad, kan ik niet oordelen omdat ik deze niet heb aanschouwd: Ring a ding rhythm (1962) en Sing and swing (1963) - zie David Ehrenstein en Bill Reed's Rock on films. De rockfan kan het werkje van Roel van Bambost Rock films, naar de brt-serie Celluloid Rock gerust wegwerpen. In dit broddelboekje komt de naam van genius Gegene Vincent niet eenmaal voor. Terwijl juist Gene's optreden in The girl... een hoogtepunt werd in de geschiedenis van de r&r-film. Maar weet deze Belg veel!

Vincent sprak over zijn filmoptredens en andere zaken voor zijn doen buitengewoon openhartig in de radioshow van Jim Pewter (Los Angeles, mei 1968). Een aantal jaren geleden verscheen er van dit gesprek een 45-toerenplaatje dat door de vereerders van Gene gekoesterd wordt. Tien minuten lang is de martelaar voor en van de rock and roll aan het woord op een bijna ontroerende manier. Ik zelf heb de neiging dit plaatje tot een van de beste nummers van Gene te rekenen.

Vincent komt in het gesprek naar voren als een lieve, naïeve jongen. Hij laat de radio-interviewer trots zijn plakboek zien. Hij vertelt hoe goed hij bevriend was met Jerry Lee Lewis en vooral met Eddie Cochran. Zijn stem slaat over als hij over Eddie spreekt, die in 1968 toch al weer acht jaar dood was: ‘Eddie was als een broer voor mij, we waren bijna altijd samen. Zijn dood was een tragedie waar ik lange tijd kapot van ben geweest. En, weet je, Eddie was een fantastische leadgitarist... Ik heb nooit meer zo iemand ontmoet als Eddie.’

Het geheugen van Gene is in 1968 niet helemaal meer wat het moest zijn. Als hij komt te spreken over het auto-ongeluk van collega Carl Perkins, laat hij dat plaatsvinden in 1955 (moet zijn:

[pagina 122]
[p. 122]

1956) en hij zegt dat een van Carl's broers bij dit ongeluk overleed aan de gevolgen van een gebroken nek. Ik heb eerder de ware toedracht uiteengezet: Carl's broer Jay was weliswaar betrokken bij een tweede aanrijding, maar overleed in oktober 1958 aan kanker.

Aan het einde van het interview zegt Gene vol goede plannen te zitten. ‘Ik heb voor mijn been weer eens in het ziekenhuis gelegen, maar heb zojuist een nieuwe plaat opgenomen en ga op tournee in Engeland,’ kwekt hij opgetogen. Maar het zou, zoals de lezer weet, niks meer worden. Sex, drugs and death - dat wèl. Het vraaggesprek - dat ik niet genoeg kan afdraaien - werpt een licht op de veronachtzaamde kanten van Gene: zijn dankbaarheid voor het feit dat mensen zijn muziek mooi vinden, zijn onbevangenheid en aandoenlijke tederheid. In de grond van zijn hart was hij niet echt een kwaaie knul. Met zijn liefdeslyriek bracht hij zelfs een unieke vorm van r&r-tederheid. Nummers als ‘Darlene’, ‘Important words’ en ‘The night is so lonely’, alsmede het niet door hem zelf geschreven ‘Over the rainbow’ bezitten nergens leergeknars of kettinggerammel. Het zijn heel zuivere liefdesliedjes waarvan men zich af en toe afvraagt of ze wel in het rock and roll-idioom passen. Ik ben niet de eerste die betoogt dat het leven van Gene Vincent misschien meer r&r is geweest dan zijn muziek, ofschoon de snerpende gitaar van Blue Caps-leadgitarist ‘Galloping’ Cliff Gallup altijd onmiskenbare rock laat horen. In al zijn ellende kan Gene ook nog geestig zijn: in 1956 nam hij het nummer ‘Crazy legs’ op!

 

Sedert Gene's dood putten de rocktheoretici zich uit in het schrijven van definitieve woorden over hem. Dave Marsh' opmerking dat hij na 1960 uitsluitend bezig is geweest met het opnemen van nummers die een huldeblijk brachten aan de songs die hij opnam tussen 1956 en 1960, mag geslaagd heten.

Toch las ik de mooiste kenschets van Vincent ooit in Rolling Stone (3 juli 1970). Gene had zojuist de treurigmakende elpee I'm back and I'm proud uitgebracht en was op sterven na dood. Simon Frith (inmiddels wereldberoemd door zijn rocktheoreti-

[pagina 123]
[p. 123]

sche studie Sound effects) schreef aan het einde van zijn plaatbespreking: ‘Niemand maakt nog platen zoals Gene Vincent en de Blue Caps in de jaren vijftig. Zelfs Gene Vincent niet.’ Volgens Raoul Hoffmann en Jean-Marie Leduc in Rock babies, 25 ans de pop music was de zevenentwintigste januari 1963 een groot moment in de Franse rockgeschiedenis: Frankrijk ontving Gene voor het eerst; de zwart geklede rockers waren stil van ontroering. Toen ik zijn doodsbericht in de krant las, voelde ik mij ‘Mister loneliness’ (door Gene opgenomen in 1961), dacht ik ‘I can't believe you wanna leave’ (1958) en zoveel jaren later zing ik soms zachtjes voor mij uit zijn ‘I sure miss you’ uit 1956.

De manke smeerpijp met het gouden keeltje is dood, soms wil ik het gewoon niet geloven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken