Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rock 'n' roll (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rock 'n' roll
Afbeelding van Rock 'n' rollToon afbeelding van titelpagina van Rock 'n' roll

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

Scans (17.79 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rock 'n' roll

(1991)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 213]
[p. 213]

XXII Tekst en seks bij Chuck Berry - en anderen

Tot op heden is er betrekkelijk veel aandacht besteed aan de muzikale kant van de rock and roll-muziek, maar aan de ‘tekstuele lemma's’ werd nauwelijks aandacht geschonken. Met de lemma's worden thema's bedoeld die opvallend frequent in rockteksten voorkomen. Tot die thema's behoren bij voorbeeld auto's (de pink Cadillac!), ‘cruising’ (het autorijden met een meisje of juist met het doel om een meisje te versieren) en het liefdesverdriet om een jongen die bij een auto-ongeluk omkwam (‘Tell Laura I love her’ van Ray Peterson was in 1960 een gedenkwaardig voorbeeld).

Jonge meisjes bevolken de vroege rock and roll in enorme hoeveelheden. Opvallend in de teksten is dat twee leeftijden herhaaldelijk genoemd worden: zestien en achttien. Deze twee meisjesleeftijden waren indertijd cruciaal. In sommige staten werd een meisje volwassen - en mocht je zonder toestemming met haar trouwen - op veertienjarige leeftijd, in andere staten was dat zestien. Dat je echter ook met jongere meisjes kon trouwen bewees Jerry Lee Lewis toen hij zijn dertienjarig nichtje huwde. Twaalf-of dertienjarige meisjes worden echter niet bezongen in de rockmuziek van de jaren vijftig en zestig omdat het puriteinse Amerika dat ongetwijfeld niet getolereerd zou hebben.

Lewis' echtverbintenis met het zeer jonge meisje brak dan ook voor vele jaren zijn carrière en ‘The Killer’ haalde na dit derde huwelijk nooit meer zijn oorspronkelijke roem.

Nam Jerry Lee Lewis misschien daarom het Lippman/Deenummer ‘Too young [to really be in love]’ op? Ik meen van niet; het was gewoon een thema dat de rockmuziek op bijna panische

[pagina 214]
[p. 214]

wijze bezighield. Ik heb dit erotisch bezingen van de jeugd ‘pedorock’ genoemd en de laatste jaren is mij gebleken dat het in de efemere en derderangs rock - die nooit op de radio te horen was - nog veel meer gebeurde. Zo zijn er enkele vroege songs van Roy Orbison bekend waarin hij op prachtige wijze zeer jonge meisjes bezingt, zoals in ‘Almost eighteen’ dat hij in 1958 opnam:

 
Almost eighteen, a lot of sugar,
 
[...], with an angel face.
 
[...] Almost eighteen,
 
[...]My baby is young and fast,
 
she's a swinging queen, what a lovely dream!

In hetzelfde jaar nam hij ‘Sweet and innocent’ op. Hierin is, hoewel natuurlijk niet met zoveel woorden, sprake van maagdelijkheid. Het bezingen van de maagdelijkheid van ‘zuivere, pure’ meisjes in deze en honderden andere rocksongs was enigszins hypocriet, want de bedoeling was duidelijk: de tekst betoogde tussen de regels door steeds dat aan deze maagdelijkheid snel een einde gemaakt moest worden. Orbison gaf daar een kras voorbeeld van in de tekst die hij overigens niet zelf schreef:

 
Sweet and innocent, is your love to me,
 
young and beautiful,
 
the way you held me not too tight,
 
the tender way you kiss goodnight.

Chuck Berry heeft zonder enige twijfel de meeste jonge-meisjes-songs op zijn naam staan. De beroemdste is ‘Sweet little sixteen’ uit 1958 dat een klassieker zou worden, door generaties popmusici opnieuw zou worden opgenomen en zelfs model zou staan voor een lullig Nederlands meisjeskoor uit de vroege jaren zestig: Sweet sixteen. Toch is het genoemde liedje er maar één uit de lange rij jonge-meisjessongs die Berry heeft gezongen en opgenomen. Een lijstje:

‘Oh baby doll’,
[pagina 215]
[p. 215]
‘Sweet little rock and roller’,
‘Almost grown’,
‘Childhood sweetheart’,
‘Little queenie’,
‘Little Marie’,
‘Sweet sixteen’.

Het laatst genoemde nummer is een ander dan ‘Sweet little sixteen’, maar het thema is overal hetzelfde: jonge meisjes, en dan vooral zij die schoolgaan. Voor Berry waren blijkbaar jonge meisjes die nog op school zaten het opwindendst. In zijn vroege werk (1955-1966) is het thema (high)school daarom ook zelfstandig frequent aanwezig, bij voorbeeld in ‘Schoolday’, ‘Lonely schooldays’ en ‘Diploma for two’. Berry's tekst van ‘Sweet little sixteen’ is maatgevend voor bijna heel zijn oeuvre. Berry geeft in zijn zelfgeschreven The autobiography (1987) een wat onschuldige ontstaansgeschiedenis van deze song: het zou over een Duits meisje gaan, ‘bijna een kind nog’ dat hem om een handtekening kwam vragen. In eerdere vraaggesprekken gaf hij enkele malen een veel erotischer verklaring. In het laatste couplet dichtte - en bezong - Berry het meisje dat op de grens staat van seksuele volwassenheid:

 
Sweet little sixteen,
 
she's got the grown up blues,
 
tight dresses and lipstick,
 
she's sporting high heel shoes.
 
Oh but tomorrow morning,
 
she'll have to change her trend.
 
And be sweet sixteen,
 
and back in class again.

Peter Urban schrijft in Rollende Worte - die Poesie des Rock dat het thema van ‘Sweet little sixteen’ gelijk is aan dat van ‘Schoolday’. Volgens Berry's memoires is dit laatste nummer autobiografischer, het gaat hier veel meer om zijn eigen schooltijd als tiener. Vaak lijkt Berry ook het verlangen naar jonge meisjes te

[pagina 216]
[p. 216]

willen bezweren, ze bij wijze van spreken uit zijn gevoel (en songs) te willen uitbannen. Een gevoel dat Gary Puckett and the Union Gap veel later (1968) kernachtiger zouden samenvatten in ‘Young girl’: Young girl, get out of my mind!’

Zoals gezegd was Berry lang niet de enige ‘pedorocker’. De bezetenheid met ‘young’ in vooral de Amerikaanse rock and roll kwam tot uiting in geheel of nagenoeg vergeten songs als: ‘Young and in love’, ‘Young and warm and beautiful’, ‘Young boy blues’, ‘Young emotions’, ‘Young folks’, ‘Young love’ (Donny Osmond, zelf klein, had er in 1973 een hersuccesje mee), ‘Young lovers’, ‘Young schoolgirl’ (Fats Domino, 1958) en ‘Young world’ (een aardige hit voor Ricky Nelson in 1962). Cliff Richard's ‘The young ones’ uit 1962 vermeld ik voor de volledigheid; dit liedje geeft een gelikte, bijna aseksuele versie van het jong en geil-syndroom.

De vraag is voor een rockhistoricus vooral wáárom ‘jong’ zo'n overheersend thema was in de eerste periode van de rock. Een verklaring van de Britse rockhistoricus Simon Frith - schrijver van Sound effects. Youth, leisure and the politics of rock 'n' roll (1983) - is die van de jeugd-voor-de-jeugd. Dat wil zeggen: rock and roll was een nieuwe muziekvorm voor de jeugd, die zich afzette tegen haar ouders die hoogstens naar klassieke muziek of jazz luisterden. Rock moest zich dus bijna noodgedwongen op de jeugd richten om zich een plaats te veroveren en zich dus ook noodzakelijkerwijs met die nieuwe doelgroep, hun verlangens en frustraties bezighouden.

Het is spijtig dat Frith in zijn boek zo weinig aandacht besteedt aan de jeugdseksualiteit in de eerste rockperiode. Hij gaat vooral in op de jaren zestig en zeventig toen er al sprake was van seksuele openheid, massaal verspreide naaktfotografie en zelfs nichtenrock. Frith schrijft dat ‘de rock and roll in de jaren vijftig gewoonlijk wordt beschreven als een bijzondere vorm van seksuele expressie, een bron voor en van fysieke bevrijding, maar de teenagercultuur was reeds geseksualiseerd in de tijd dat zij naar boven kwam’. Dat moge zo zijn, maar deze geseksualiseerde cultuur vond haar grootste en meest democratische expressie-

[pagina 217]
[p. 217]

middelen met het ontstaan van de rockmuziek, de rock and roll-radiouitzendingen en de eerste hitparades.

Toch waren expliciete ‘seksuele’ uitingen in de vroege rock, dus ook bij Chuck Berry, uitgesloten. Teksten waren, zelfs in hun meest grote simpelheid, minstens tweeduidig en refereerden nooit rechtstreeks aan neuken of andere vormen van seksueel contact. Vooral de onschuld werd bezongen en zelfs een anti-rock and roll-houding. Een kenmerkend voorbeeld daarvan gaf Buddy Holly met zijn versie van de Leiber/Stoller-compositie ‘Baby I don't care’; er wordt een meisje bezongen:

 
You don't like crazy music,
 
you don't like rocking bands,
 
you just wanna go to a movie show
 
and sit there holding hands.

In ‘Baby I don't care’ is sprake van een tutje dat, geeft de tekst, door de minnaar desondanks toch leuk wordt gevonden: ‘I don't know why my heart flips, I only know it does. I wonder why I love you, babe, I guess it's just because you're so square...’ Het eerlijke, oprechte, ondubbelzinnige meisje dat geen gekkigheid wil en slechts het handje-vrijen liefheeft, wordt bezongen en verafgood. Maar ondertussen!

In vroege rockteksten hielden de tekstschrijvers zich volkomen aan de gevestigde, behoudende seksuele moraal (deden ze dat niet dan werd het nummer gewoon verboden of was het nergens te horen) en daarom zochten de schrijvers naar vormen om toch iets meer, al was het niet letterlijk met woorden, uit te kunnen drukken. Het bezingen van het jonge, maagdelijke meisje was een typisch voorbeeld van het tussen de regels door, verwijzen naar het omgekeerde: het jonge meisje dat ontmaagd moest worden. De Amerikaanse zedenrechter was tot veel in staat, dertig jaar geleden, maar niet tot een verbod op het woord ‘jong’. Eveneens kon men moeilijk bezwaar maken tegen meisjes die alleen slechts handje wilde vrijen en niet van rock and roll hielden (zoals in de song van Buddy Holly).

[pagina 218]
[p. 218]

De sfeer van de muziek, die toentertijd als ruw, opwindend en seksueel werd ervaren, ging op den duur steeds minder passen bij de teksten. Op een moeilijk analyseerbare wijze namen de gitaar, de piano en de ritmesectie de opwinding, de seks, op zich. Toen in het midden van de jaren vijftig de dubbele bedoeling van de teksten duidelijk werd, hetgeen echter moeilijk aangetoond kon worden, kreeg ‘het geluid’ de schuld. Vervolgens werden vaak ‘obsceen bewegende zangers’ (Elvis Presley) en het rockritme verboden. Toen men eindelijk zover was dat men enigszins bewijsbaar teksten kon gaan aanpakken, gingen tekstschrijvers over tot een bijna geheim jongerenjargon of wartaal. Bij voorbeeld: ‘Be-bop-a-lula’ van Gene Vincent uit 1956 en ‘Tuttifrutti’ in de versie van Little Richard van een jaar eerder; overigens werd de oorspronkelijke tekst door Richard bijgeschaafd omdat deze indertijd als obsceen werd ervaren!

‘Met “Little queenie” schreef ik een liedje voor de tienermarkt die zo lucratief voor mij gebleken was,’ noteerde Berry in zijn memoires. Een markt die echter aan allerlei preutse en bijna reactionaire voorwaarden moest voldoen. En daarom hadden musici en tekstschrijvers in de Amerikaanse jaren vijftig het over ‘onschuldige, jonge en maagdelijke meisjes’. Van de opwinding mocht niemand weten, maar die kunnen de luisteraars van de jaren tachtig optimaal beluisteren. ‘Sweet little sixteen’ gaat over seks en over niks anders!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken