Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rock 'n' roll (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rock 'n' roll
Afbeelding van Rock 'n' rollToon afbeelding van titelpagina van Rock 'n' roll

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

Scans (17.79 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rock 'n' roll

(1991)–Boudewijn Büch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 226]
[p. 226]

XXIV Een kaarsje voor het tweede garnituur
De zangers van het tweede plan

Met mijn opvatting dat Little Richard een nogal onbeduidend rock and roll-geval is, jaag ik reeds sinds jaar en dag fans van deze dominee tegen me in het harnas. Grote groepen aanhangers van een bepaalde artiest staan vanwege hun blinde bewondering op gespannen voet met de waarheid. Weliswaar heeft de zanger van ‘Tutti frutti’ enkele klassiekers gezongen en de rockcult mede bepaald, maar al gauw deed hij de r & r meer schade dan hij haar ooit aan voordelen opleverde. Little Richard zou eigenlijk uit de logboeken van de rock geschrapt moeten worden na zijn uitspraken, gedaan te North Richmond (Californië) op 22 juli 1979. Reverend Richard Penniman - zo heet hij tegenwoordig - waarschuwde daar een christelijke gemeente in gebed bijeen dat r&r zeer zondig is, dat rockers door de Heer gered kunnen worden, want ‘if God can save an old homosexual like me, he can save anybody’. ‘Old’ dient hier gelezen te worden als ‘voormalig’. Maar om de geschiedenis geen geweld aan te doen en omdat Little Richard enkele evergreens heeft geschreven en gezongen, mag hij wat mij betreft in het logboek opgetekend blijven.

Geen mens zal de invloed van de fundamentele christenen in Amerika kunnen ontkennen. En juist daarom is zo'n rockvijandige christen gevaarlijk. Aan de andere kant was de huidige dominee in de jaren vijftig weliswaar een opvallend fenomeen, maar of hij met zijn toentertijd openlijk beleden homoseksualiteit nu de beste pleitbezorger was, is de vraag. Kon de r & r geen genade vinden bij de vele fans van de communistenjager Joseph R. McCarthy, de combinatie r & r en homoseksualiteit was in hun ogen nog staatsgevaarlijker.

[pagina 227]
[p. 227]

Los van Richard's prestaties, houdt het praten en schrijven over hem in dat men anderen vergeet die de r & r levenslang met aandoenlijke trouw dienen of gediend hebben. Neem Jan en Dean, de meesters van de surfrock. Hun ‘Heart and soul’ uit 1961 is het volmaaktste voorbeeld van surfrock, een wat zachtere, minder bijtende vorm van r & r. In 1965 kreeg Jan een auto-ongeluk, waarbij drie mensen gedood werden; Jan zelf hield er een ontzettende hersenkwaal aan over. Hij krabbelde echter op en ging met zijn maat Dean, hoe moeilijk het ook was, weer op tournee.

Of neem Clyde McPhatters' ‘Don't let go’ en ‘A lover's question’. Wie Clyde hoort zingen, barst spontaan in snikken uit. Toen hij in 1972 onverwacht op eenenveertigjarige leeftijd aan een hartaanval overleed, moest ik nog extra snikken. Of neem Brenda Lee, die Little Miss Dynamite! Ray Peterson, die viereneenhalf octaaf haalde, en ‘Tell Laura I love her’ zo schrijnend kon zingen, maar verder werd het eigenlijk nooit wat; van armoe ging hij maar cowboyliedjes zingen in rokerige holen van laag allooi. Don and Dewey; wat maakten die jongens mooie muziek in 1963, 1964! Don Harris ging een prachtige carrière tegemoet, maar wat gebeurde er met Dewey Terry? De Clovers, dat prachtige close-harmony-groepje dat altijd de pech had dat hun nummers door anderen tot hit gezongen werden. De vroege opnamen van de Coasters (‘Yakety yak’, 1958), dat was toch kunst! Ik bedoel maar: diegenen die de r & r willen haten, die moeten Little Richard maar blijven vereren, maar ik blijf kaarsjes opsteken voor alle bovengenoemde, uit de aandacht verdwenen groepen, mannen en vrouwen.

Natuurlijk: de rock and roll is groot gemaakt door Elvis, Holly, Perkins, Berry, Lewis et cetera. Maar de kleintjes, degenen die het niet haalden, de onderdeurtjes en de ‘one hit wonders’ gaven kraak, smaak, achterlichtjes en soms zelfs koplampen aan de r & r. In de letterkunde kan een schrijver met één boek blijvende roem verwerven (Lowry). Er zijn zelfs schrijvers die geen enkel boek geschreven hebben, zoals Victor van Vriesland (ik ken tenminste geen boek van hem), en die toch een vaste plaats in de literaire historie verkregen.

[pagina 228]
[p. 228]

Roep tijdens een familiefeestje: ‘Wilbert Harrison!’, en er gebeurt helemaal niets. Ik kom nooit op feestjes, maar als ik dat zou doen en iemand riep ‘Wilbert Harrison’, dan zou ik een lang verhaal vertellen. Dat volgt nu.

 

Wilbert Harrison werd geboren op 6 januari 1929. Hij maakte plaatjes, maar het was allemaal niet zo best. Hij kwam een nummer tegen met de titel ‘K.C. Lovin'’, dat geschreven was door Jerrie Leiber en Mike Stoller. Beide heren begonnen omstreeks 1952 hits te schrijven. Het duo werd een unicum in de r&r. Het schreef uitsluitend geniale hits en heeft Elvis ‘gemaakt’ (‘Jailhouse rock’, ‘Treat me nice’). De twee introduceerden als eersten violen in de rock, en schreven nummers als ‘Hounddog’, ‘There goes my baby’, ‘Save the last dance for me’, ‘Young blood’ en ongelooflijk veel meer goud. Arnold Shaw schrijft terecht dat dit allersuccesvolste songschrijversteam McCartney & Lennon, Goffin & King, Greenfield & Sedaka, Elton John enzovoort als songschrijvers overtreft. Leiber & Stoller werden de hoofdmannen van het rockse idioom.

Het nummer ‘K.C. Lovin'’ bracht zanger Harrison naar de platenmaatschappij Fury Records. De baas daarvan stelde voor het nummer om te dopen tot ‘Kansas City’. Harrison nam het onder deze titel op in maart 1959 en het vloog naar de top van de Amerikaanse hitladder. Iedereen kent inmiddels deze rockse evergreen. Het is een van de interessantste songs uit de moderne muziek, omdat zij een van haar meest gecoverde werd. Ik zou een radioprogramma kunnen samenstellen met uitsluitend fantastische versies van deze razend knappe Leiber & Stoller-creatie. De versies van Elvis, Jerry L. Lewis, Wanda Jackson, Muddy Waters - pure gold! Het ongelooflijke van dit geniale lied is dat het een jeugdwerk was van Leiber & Stoller. Zij schreven het in 1952, toen ze beiden negentien jaar oud waren.

Harrison had de eer het als eerste op deze wereld te zingen, en het resultaat was meer dan voortreffelijk. Maar nooit hoor je deze versie, die dus ook aan de meeste mensen onbekend is. Ondanks Harrison's succes met ‘Kansas City’ was hij geen blijver.

[pagina 229]
[p. 229]

Ach ja, hij mocht af en toe wel eens onder aan de hitparade bivakkeren, maar verder werd het niks met hem. Hij had dubbele pech: hij kon geen bandleden vinden - daarom treedt hij nog steeds in zijn eentje op - en zijn songs werden als zij door anderen werden opgenomen steeds een veel groter succes. Dat neemt niet weg dat Wilbert Harrison een ruime, blikkerende vitrine verdient in het Museum of Rock & Roll.

De ‘tweede shift’ - laat ik haar zo noemen - van de rock kent belangwekkende vertolkers en composities. Waarom, bij voorbeeld, Harrison het niet gehaald heeft, schreef ik hierboven: gewoon pech. Andere in dit hoofdstuk genoemde fantastische zangers en groepen die niet de eeuwigheid in mochten, struikelden over van alles en nog wat: gevangenisstraf, communisme, homoseksualiteit, drankzucht, belastingschuld en nog wat zaken die de u.s.a. ZO Amerikaans maakten. Over de vergeet-mij-nietjes uit de jaren zestig die toch vergeten werden, bestaat inmiddels een aardige literatuur. Tot en met de cultuur-sociologische studie van Francis Wheen, The sixties, a fresh look at the decade of change, dat fotomateriaal bevat dat menige melancholicus zal aanzetten tot zelfmoord.

De kleine jongens uit de jaren vijftig en de eerste van zestig, die later de waterdragers van Elvis, de Stones en de Beatles zouden blijken te zijn, zijn nauwelijks geboekstaafd. Natuurlijk, er is dat meesterwerk van Margaret McKee en Fred Chisenhall over de muzikale geschiedenis van één straat: Beale Street in Memphis (Tennessee), waar b.b. King, Muddy Waters, Elvis en vele anderen begonnen te gloriëren: Beale, black & blue, maar veel meer is er niet.

Wie schrijft de geschiedenis van de telephone-song (‘Helloooo, beebu...’), de lachende rock (‘Ahab the Arab’ van Ray Stevens uit 1962), de rock and roll suicide? Wie beschrijft het tragische leven van Ray Smith? Hij zong maar één behoorlijk nummer - ‘Rockin' little angel’ (1960) -; was dat de reden dat hij zich op 29 november 1979 door de kop schoot?

 

Omstreeks 1980 begon de geleerde wereld van rockers en rollers

[pagina 230]
[p. 230]

te schrijven over de tweede garnituur. Macken et cetera publiceerden hun The rock music source book, waarin zij ogenschijnlijk onbelangrijke details vermeldden. Zij hebben een studie gemaakt naar de thema's van het moderne poplied en ontdekten vijftien liederen over masturbatie, bij voorbeeld Christ Child's ‘Five finger exercise’.

Een jaar later verscheen van Dave Marsh en Kevin Stein The book of rock lists. Dit zeshonderdachttien pagina's dikke boekwerk bevat uitsluitend heerlijke regels en heeft veel aandacht voor de oerrock. Het is een lijstjesboek dat buitengewoon vals, origineel en uitputtend is. Al was het alleen maar hierom: in hun rubriek over de door schone letteren beïnvloede songs tonen de auteurs aan dat John Lennon's ‘I am the walrus’ verwijst naar Carroll's Alice in Wonderland en Joyce's Finnegan's wake.

In 1983 verscheen in de Verenigde Staten Rolling Stone rock almanac. De Engelse editie verscheen een jaar later te Londen. In 1977 kwam er een soortgelijk boek op de markt, dat iets handiger in het gebruik is dan de meer recente publikatie, die op haar beurt weer vollediger is dan de Marchbank/Miles' almanak uit 1977.

 

Het bestuderen van de muziek van de tweede shift leidt vaak tot verrassende ontdekkingen. In de voorafgaande hoofdstukken heb ik vaak aangetoond dat een nummer beroemd werd gezongen door een man of vrouw van rockformaat, maar dat het soms jaren eerder werd opgenomen door een totaal onbekende, die in de loop der geschiedenis almaar onbekend bleef. Hier gaf ik al het voorbeeld van Harrison's ‘Kansas City’. In de beginjaren van de r & r kwamen obscure Texaanse covers niet of nauwelijks in Nederland terecht. Gelukkig ontstond er in Engeland en Amerika in de jaren zestig de verzamelelpee-industrie, die vele weggezonken eendagsvliegjes herpersten. Een prachtig voorbeeld daarvan is Rock rules ok uit 1977. Op enkele èchte hits na, staan op deze driedelige elpeeset de Amerikaanse Trea Dobbsjes, Limbra-zusjes, en ‘Sneeuwwitte boezem’-Jukebox Johnny's.

Enerzijds staan op genoemde verzamelelpees die reeds opge-

[pagina 231]
[p. 231]

voerde genieën die om velerlei redenen niet doorbraken; anderzijds vindt men er absoluut smakeloze rock and roll op. Toch is ook deze stroming binnen de vroege rock belangwekkend. De u.s.a. bezat niet alleen meesters van de rock, maar ook haar knechten, imitators en vernielers. De Four Tads, bij voorbeeld; die waren gek op fluitjes en slecht koperwerk. Of de weerzinwekkende Clarence ‘Frogman’ Henry, die inderdaad een kikkergeluid voortbracht; om maar niet te schrijven over B. Bumble and the Stingers met hun ‘Bumble boogie’. Soortgelijke groepen en zangers droegen meestal de zonderlingste fancy-namen en -kostuums. In het Nederlands vertaald klinken de namen nog bizarder; een lijstje: de Snaren, de Droomwevers, de Heuveltoppers, de Verliefde Eekhoorns (één hitje, Kerstmis 1959, dat bestond uit een te snel gedraaide geluidsband met stemgeluid), de Watertonen en Een Beetje Smith en de Roodhoofden.

Deze verburgerlijkte Amerikaanse rock kreeg al snel een grote invloed. Men moet niet in de veronderstelling leven dat de radiostations uitsluitend Elvis en Perkins draaiden. Integendeel; dikwijls werden de sterren wegens vermeende obsceniteit niet gedraaid en konden de zoetsappige naäpers in het gat springen. In Holland was de situatie nog afschuwwekkender. Slechte imitators, vreselijke meisjes en gitaargroepjes die allemaal de Shadows drie klassen lager probeerden na te spelen. En Ria Valk! Infame cowboyrock met adembenemend slechte teksten gezongen door een Heel Groot Gebit.

Nederland had tot omstreeks 1965 geen enkele rocktraditie; voor Duitsland geldt nagenoeg hetzelfde. Ons land is bijna de enige westerse staat met slechts één rocksong. Zelfs Frankrijkmet al die chansons, wijn en kaas toch geen land dat lijkt te kunnen rocken - had iets meer. Ze hadden daar tenminste nog iets als Silvie Vartan, Johnny Halliday en de geïmporteerde Vince Taylor. Wij hadden uitsluitend Peter Koelewijn met zijn niet onverdienstelijke, maar Haley'se ‘Kom van dat dak af’. En verder hadden we dus Willeke Alberti, Rocco Granata en Anneke Grönloh die van huis was weggelopen; ‘Haar moeder is radeloos [...]. Overal gebeuren wel eens minder prettige dingen. Waarom

[pagina 232]
[p. 232]

dus niet bij Anneke? En tot ieders geruststelling: de narigheid is inmiddels van de baan’ (Tuney tunes, februari 1964). De Nederlandse r&r werd onder meer toevertrouwd aan Ria Valk met ‘Rockin' Billy’, ‘Tommy uit Tennessee’ en ‘Janus, pak me nog een keer’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken