Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lexicon der poëzie (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lexicon der poëzie
Afbeelding van Lexicon der poëzieToon afbeelding van titelpagina van Lexicon der poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

Scans (6.38 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lexicon der poëzie

(1968)–C. Buddingh'–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 103]
[p. 103]

N

Naamvers acrostichon, zie aldaar.

Neaera conventionele naam waarmee de Latijnse dichters een geliefde aanduidden.

Neologisme nieuwgevormd woord; ook het geven van een nieuwe betekenis aan een reeds bestaand woord. Neologismen gevormd uit reeds bestaande woorden of stammen van woorden, vindt men veel bij de dichters van Tachtig, bijv.:

 
Kweelekeeltje zwellend van muziek!
 
 
 
Hélène Swarth ‘Kleine vogel...’
 
Ik raak uw broosheid licht met eerbiedsvingeren.
 
 
 
Hélène Swarth ‘Klaprozen’

Later weer veelvuldig bij de Vijftigers, vooral bij Lucebert, soms met een satirische strekking, als in:

 
we zeiden tegen elkaar
 
we laten ons niet langer bela
 
zero van sprookjes bazen en pedagoochumverhalen
 
 
 
‘voor de dichter g.k.’

Bij Jan G. Elburg

 
en het ridiridi van de luidspreker
 
 
 
‘de rook’

Vele neologismen kan men ook vinden in nonsenspoëzie, waar het bijna tot de regels van het genre hoort, ze te bedenken, bijv.:

[pagina 104]
[p. 104]
 
Dit ganse leven is één netaglop,
 
iedereen tracht zijn eigen groot te vinden,
 
maar mensen zijn pitulen op de winden,
 
ach, geen ontsnapt de grijze valarop
 
 
 
Han G. Hoekstra ‘De grijze valarop’

New criticism vond zijn oorsprong in de semantische studies van I.A. Richards (Principles of Literary Criticism en Practical Literary Criticism), belangrijk voor de ontwikkeling ervan was ook William Empsons Seven Types of Ambiguity en het werk van F.R. Leavis in het tijdschrift Scrutiny. Hoewel de term eerst in 1941 door John Crowe Ransome werd ingevoerd, in de titel van zijn boek The New Criticism, hadden Cleanth Brooks en Robert Penn Warren met hun Understanding Poetry reeds veel gedaan om de methode ingang te doen vinden op de Amerikaanse universiteiten. Hoewel de belangrijkste ‘new critics’ (Allen Tate, R.P. Blackmur, Austin Warren, Yvor Winters, Kenneth Burke en Wayne Booth, naast de hierboven genoemde) in hun methoden en opvattingen vaak aanmerkelijk verschillen, kenmerkt de ‘nieuwe kritiek’ zich door een nauwkeurige tekstanalyse: het gedicht zelf, en niet de dichter, of zijn politieke, sociale, ethische etc. opvattingen is het uitgangspunt van de analyse, waarin getracht wordt een zo ragfijn mogelijke ontrafeling te geven van alle linguistische elementen die tot zowel de ‘structure’ als de ‘texture’ van het gedicht bijdragen. In Nederland bij de figuren rond het tijdschrift Merlijn: H.U. Jessurun d'Oliveira, J.J. Oversteegen, Kees Fens.

Nonsenspoëzie een vorm van ‘light verse’ waarin de dichter in de eerste plaats absurde of kolderachtig-humoristische effecten nastreeft, ook al kunnen verschillende nonsens-verzen, o.a. Carrolls The Hunting of the Snark en vele Galgenlieder van Morgenstern eveneens een dubbele, ernstige bodem bevatten. Als voorbeeld een Lied

[pagina 105]
[p. 105]

van Theo van Baaren:

 
Nooit zal ik vergeten
 
hoe de duizendpoot,
 
zonder het te weten
 
Handel's Largo floot.
 
Rozen aan de kapstok
 
rozen in het bad,
 
nachtegalen in 't buffet
 
en op de keukenmat.
 
 
 
Ach die schone dagen
 
toen de bezemsteel
 
nog de heks kon dragen,
 
worden mij teveel.
 
Rozen aan de kapstok,
 
rozen in het bad,
 
nachtegalen in 't buffet
 
en op de keukenmat.
 
 
 
Dertien tranen vallen,
 
één op elke tree,
 
dertien kleine muizen
 
nemen mijn tranen mee.
 
Rozen aan de kapstok,
 
rozen in het bad,
 
nachtegalen in 't buffet
 
en op de keukenmat.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken