Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeders mooiste uurtje (ca. 1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeders mooiste uurtje
Afbeelding van Moeders mooiste uurtjeToon afbeelding van titelpagina van Moeders mooiste uurtje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.49 MB)

Scans (73.96 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Illustrator

M. Povel



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/theologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeders mooiste uurtje

(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

Wie Jesus Christus is

God zoekt een moeder uit

illustratieNa héél lang wachten, zei God de Vader eindelijk tegen God de Zoon: Nu mag U de mensen gaan helpen, naar de aarde toe gaan, 'n klein kindje worden.

Maar 'n klein kindje moet toch 'n moeder hebben, is 't niet? Kan 'n klein kindje voor zich zelf zorgen? Moeder moet het kindje in het wiegje leggen, moeder neemt het kindje in haar armen, als het schreit; moeder geeft haar kindje eten, moeder wast en naait de kleertjes. Och, moeder heeft het de hele dag druk met haar kindje. Wat zou het toch erg zijn, als 'n kindje geen moeder had, die er voor zorgde. Maar lieve Heertje is zo'n goede Vader. Alle kleine kindertjes, die op de wereld komen, geeft Hij een moeder.

 

God de Zoon zou nu al gauw 'n klein kindje worden en nu ging Hij 'n moeder uitzoeken. Wie zou toch wel de moeder mogen zijn van zo'n heilig Kindje? van God zelf? Lieve Heertje hoefde niet héél lang te zoeken. Daar beneden op de grote aarde stond 'n klein wit huisje en in dat kleine huisje woonde een Vrouw: Maria.

 

Maria was niet rijk, haar huisje was klein en arm. Maria droeg geen rijke deftige kleren. En .... toen lieve Heertje een Moeder ging zoeken voor God de Zoon, keek Hij toch dadelijk naar Maria. Hij moest er wel naar kijken, want Maria had zó

illustratie

iets moois, zo iets prachtigs, zoals geen enkel ander op de hele wereld dat had. En .... dat was Maria's mooie, o zo mooie ziel. Lieve Heertje had Haar Zelf die mooie ziel gegeven. Toen Maria nog 'n klein kindje was en bij haar moeder thuis in het wiegje lag, gluurden alle engeltjes uit de hemel in het kamertje, waar de wieg stond.

 

Ze wezen naar Maria en zeiden: O, kijk toch eens naar dat zieltje. O, hoe mooi! Hoe prachtig!

 

Waarom zou lieve Heer haar toch zo'n mooi zieltje hebben gegeven? De engeltjes wisten het niet! Dat konden ze ook niet weten, want lieve Heertje had er

[pagina 39]
[p. 39]

niets van verklapt. Maar luister nu eens, kindje, wat er met dat zieltje van Maria gebeurde.... Het werd telkens mooier. Dat kwam, omdat Maria zo'n braaf meisje was. Als Maria's moeder zei: Kom, kindje, nu moet je eten, gauw bij moeder komen, dan deed Ze het dadelijk en zo werd Maria's zieltje weer wat mooier. Maria was ook altijd zo lief voor andere kinderen. Als Ze iets fijns kreeg, dan gaf Ze er ook stilletjes wat van aan een ander kindje. Allemaal hielden ze zoveel van Maria. Haar vader en moeder hadden nooit verdriet van hun meisje, nooit hoefden ze maar even boos te kijken. Maria was immers altijd dadelijk gehoorzaam.

 

Als Maria bad, vouwde Ze haar handjes mooi samen, haar oogjes gingen toe. Ze keek dan niet even op, o neen, ze dacht alleen maar aan haar goede, heilige Vader, daarboven in de hemel.... En zo werd Maria's zieltje steeds maar mooier en heiliger. Nu was Maria groot geworden en woonde Ze héél alleen in 't kleine, witte huisje in Nazareth. Daar bad Ze veel. Ze zorgde voor haar huisje. Het kamertje van Maria zag er altijd zo netjes en schoon uit. Maria hield o zoveel van de goede God, maar Ze wist niet, dat lieve Heertje zoveel van Haar hield, dat Zij de Moeder mocht wezen van God de Zoon. Hoe kon Ze dat ook weten!

Maar nu wilde God niet langer wachten. Maria mocht het nu horen. Lieve Heertje dacht: Zou Maria het willen? Het Kindje, dat Maria van Me krijgt, zal later als het groot is, moeten sterven aan het kruis .... en dat is toch heel erg voor de Moeder van het Kindje.

Wacht, dacht God, Ik zal het Maria eens laten vragen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken