Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeders mooiste uurtje (ca. 1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeders mooiste uurtje
Afbeelding van Moeders mooiste uurtjeToon afbeelding van titelpagina van Moeders mooiste uurtje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.49 MB)

Scans (73.96 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Illustrator

M. Povel



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/theologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeders mooiste uurtje

(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Jesus en de kinderen

illustratieAls Jesus door het land ging met Zijn Apostelen om overal te preken, kwam Hij natuurlijk ook veel kindertjes tegen op de straat. En weet je, wat die kindertjes al heel gauw wisten? Dat Jesus erg goed en lief was. Als Hij hen tegen kwam, bleef Hij soms even staan, lachte en knikte naar hen.

Maar lang kon dat niet duren, Jesus moest weer verder om te preken. Er stonden altijd zoveel mensen om Jesus heen. De kindertjes, die 'n beetje durfden, kropen wel eens tussen de grote mensen door, om toch maar wat dichter bij Jesus te komen. Maar, o wee, als de grote mensen dat merkten. Dan zeiden ze: Maak eens gauw, dat je wegkomt. Jesus is hier gekomen voor ons, om voor ons te preken. Dan liepen de kindertjes maar weer gauw naar hun vriendjes toe, en gingen weer spelen. Maar luister nu toch eens, wat er op een goede dag gebeurde. Jesus had een hele lange, warme dag staan preken. Telkens waren er weer andere mensen gekomen, die naar Jesus wilden luisteren. En Jesus preekte maar, al brandde die hete zon nog zo over de bergen. Van alle kanten brachten de mensen de zieken naar Jesus. En die lieve, goede Jesus ging maar rond langs al die rustbedden en ligstoelen, om de zieken weer beter te maken. Jesus was moe, o zo moe! Hij had honger en dorst gekregen, maar de mensen dachten daar niet aan. Ze wilden maar, dat Jesus bleef preken. Eindelijk, toen de dag bijna om was en ze zelf ook honger kregen en moe werden, trokken ze naar huis. Nu bleef Jesus alleen over met Zijn Apostelen.

[pagina 93]
[p. 93]
De Apostelen hadden al lang gemerkt, hoe moe Jesus er uitzag.

illustratie

Ze keken eens rond, en gelukkig, onder een grote boom aan de voet van een berg was een heerlijk plaatsje. Daar zou Jesus eens fijn kunnen uitrusten, 't Was er zo heerlijk fris! Geen zonnestraaltje kon immers tussen de groene blaadjes doorkomen.

 

Jesus ging nu met Zijn Apostelen mee onder de boom. Pas zat Hij daar, of wie kwamen daar langs lopen? Een paar kindertjes. Ze keken eens goed... Ja, 't was Jesus, Die daar onder die boom zat. Die lieve Jesus van Nazareth. Geen grote mensen meer bij Hem ... Hij zat alleen... En nu maakten ze samen een afspraakje. Weet je, wat ze héél stilletjes tegen elkaar fluisterden?... Kom, laten we het aan de andere kinderen ook vertellen, dat die goede Jesus er is; dan gaan we met z'n allen naar Hem toe. Er zijn nu geen grote mensen om ons weg te sturen. Ze liepen zo vlug ze konden naar huis. Wat is er aan de hand, vroegen de moeders. O moeder, hoor nu eens, Jesus van Nazareth, u weet wel, die lieve Jesus, die altijd komt preken, zit ginder geheel alleen onder een grote boom bij de berg. Mogen wij naar Hem heen? Wat zeg je..? zei moeder. Zit Jesus daar alleen? Ja, moeder, Hij rust daar wat uit. Nou, kom dan maar gauw mee, zeiden al die moeders. Zij wisten ook wel, hoe lief en goed Jesus voor de kindertjes was. Weet je, wat die moeders deden? Wel, ze namen de kleine kindertjes, die nog niet goed konden lopen, ook mee op haar arm. De kinderen zagen er wel niet zo schoon meer uit,

illustratie

ze hadden immers de gehele dag samen gespeeld! Och, Jesus kijkt daar niet zo erg naar, dachten de moeders. En zo gingen ze met z'n allen nu op weg naar de grote boom onderaan de berg. De kindertjes liepen druk met elkaar te babbelen. Ze waren ook zo blij, dat ze naar Jesus toe mochten. Sommigen vertelden, dat Jesus al eens even naar hen geknikt had of tegen hen gelachen. Een paar anderen plukten gauw onderweg nog wat bloempjes. Die zouden ze aan Jesus geven. Hoe leuk bedacht, hè! Maar, o wee, wat gebeurde. De Apostelen, die bij Jesus onder de boom zaten, zagen nu in de verte al die moeders met haar kindertjes aankomen. Ze komen hier heen, ze willen naar Jesus, zei een van de Apostelen zachtjes. Wat? Nu naar Jesus? Daar zullen we eens gauw naar toelopen, dachten ze. En ze deden het ook. Hoor eens, zeiden ze tegen elkaar, Jesus heeft heel de dag gepreekt, Hij is zo moe. En nu zeker nog al die babbelende kindertjes bij Hem.. Wel nee, Jesus is er toch voor de grote mensen. Dáár komt Hij voor en niet voor zulke kleine kinderen. Toen ze bij de moeders waren, zeiden de Apostelen: Gaat gerust maar terug, hoor, Jesus rust nu uit. Hij is er voor de grote mensen en niet voor de kinderen.

 

En denk je, dat die moeders zich zo maar lieten wegsturen? Kun je begrijpen! Ze zeiden: We willen naar Jesus, Jesus is zo lief en goed.

Het gebeurt niet, riepen de Apostelen nu boos. Ze wilden de moeders met haar

[pagina 94]
[p. 94]


illustratie

kindertjes tegenhouden. De kleintjes, op moeders arm werden bang van die grote Apostelen, die zo boos keken en ze begonnen hard te schreien. Jezus hoorde dat. Hij had alles al lang gezien... Hij vond het toch te erg, dat Zijn Apostelen die kindertjes weg wilden sturen.

 

Hij kwam naar hen toe, keek streng naar Zijn Apostelen, en hoor nu toch eens, kindje, wat Jesus zei: Laat de kindertjes toch bij Mij komen, van de kindertjes houd Ik juist het allermeest... En meteen keek Hij nu zo lief en vriendelijk naar hen. Komt maar hier, zei Jesus. Hij ging weer onder de boom zitten en strekte Zijn armen wijd naar hen uit. Nu waren de kindertjes niets bang meer. Ze veegden gauw hun traantjes weg en huppelden blij naar Jezus. Ook de moeders kwamen nu aanlopen met haar kleintjes op de arm. Brengt ze

illustratie

maar allen hier bij Me, zei Jesus. Ze deden dat maar wat graag. De allerkleinsten mochten om beurten even op Jesus' knie zitten. De anderen stonden rondom Jesus en leunden heel dicht tegen Hem aan. 't Was ook zo heerlijk, zo dicht bij Jesus! En Jesus keek en lachte en knikte maar. Hij streek met Zijn handen over hun donkere krullekopjes. Ze lieten Jesus nu de bloempjes zien, die ze voor Hem hadden meegebracht. O, wat was Jesus daar blij mee. En nu ging die lieve Jesus met de kindertjes praten. Hij zei, dat ze altijd lieve, brave kindertjes moesten zijn. Altijd mooi moesten bidden en lief spelen met elkaar en dadelijk doen, wat vader en moeder zeggen. Als jullie dat doen, zei Jesus, dan mogen jullie later bij Mij in de schone hemel komen. En nu ging Jesus hen vertellen over de hemel. Hoe heerlijk, hoe mooi het daar is. Heel stil stonden de moeders en al die kindertjes te luisteren. Hè, die Jesus kon dat ook allemaal zo mooi vertellen. Hij weet het ook zo goed. Hij was immers uit die schone hemel gekomen. Voordat de moeders weer met haar kindertjes naar huis gingen, deed Jesus iets heel moois en heiligs. Luister eens goed, kindje ... Jesus legde Zijn handen op de hoofdjes van de kindertjes en maakte nu op hun voorhoofd een kruisje. Jesus zegende hen. Jesus deed nu precies, wat vader en moeder 's avonds bij jou doen, voordat je gaat slapen. Dan maken ze immers ook 'n kruisje op je voorhoofd.

 

O, wat waren die moeders daar blij om. Ze wisten wel: nu is het zieltje van mijn kindje weer wat mooier en heiliger geworden door die zegen van Jesus. Nu kan mijn kindje weer beter braaf zijn...

De moeders en de kindertjes zeiden Jesus goede dag en gingen nu weer naar huis. Ze keken nog vaak even om naar die goede Jesus en wuifden naar Hem net zo lang, tot ze Hem niet meer konden zien. Ze hadden

illustratie

nu zoveel te babbelen onderweg.

Zeg moeder, zei er een, Jesus houdt van ons het allermeest. Hij heeft het Zelf gezegd... Ja, zei die moeder, als je maar zorgt, dat je altijd een lief, braaf kindje bent.

Thuis brachten de moeders vlug haar kindertjes naar bed, en in hun bedje droomden ze nog van de goede, lieve Jesus, Die het tip allermeest van brave kindertjes houdt.

[pagina 95]
[p. 95]


illustratie
JESUS MET DE KINDEREN



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken