Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land van Rembrand (1882-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land van Rembrand
Afbeelding van Het land van RembrandToon afbeelding van titelpagina van Het land van Rembrand

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

ebook (4.11 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land van Rembrand

(1882-1884)–Cd. Busken Huet–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw


Vorige Volgende

VII [Kennis aan de vaderlandsche geschiedenis. Melis Stoke]

Het zou eene afzonderlijke studie eischen de mate van kennis te bepalen welke onze voorouders in de midden-eeuwen aan de geschiedenis van hun eigen land gehad hebben. Zij moet vergelijkenderwijs niet gering geweest zijn, wat het uitwendige betreft, wanneer wij op het groot aantal middeneeuwsche kronijken en daar-

[pagina 596]
[p. 596]

mede verwante monografien over dit onderwerp letten, in het latijn en in de landstaal.Ga naar voetnoot1 In de abdij van Egmond is bij voorkeur de politieke, in het klooster van Windesheim de vaderlandsche kerkgeschiedenis beoefend.Ga naar voetnoot2

Het is een ongunstig teeken dat na de uitvinding der boekdrukkunst niemand aanvankelijk er aan gedacht heeft deze historische werken in het licht te zenden. De kronijk van Windesheim is eerst gedrukt in 1621, de kronijk van den Sint Agnietenberg in 1622. Melis Stoke bleef in handschrift tot 1591; en toen deze uitgaaf bij ongeluk verbrand was, duurde het nog dertig jaren eer zij op nieuw ter perse gelegd werd. Stoke's voorganger, de egmonder Monnik, verscheen pas in 1620; Stoke's jongere tijdgenoot, de egmonder Procurator, niet vóór 1698. Even lang bleven Emo en Menko in portefeuille. De oudste druk van Johannes van Leiden gaat niet verder terug dan 1692; de twee oudsten van Beka niet verder dan 1643 en 1620.Ga naar voetnoot3

Van middennederlandsche auteurs als Maerlant en Velthem, die algemeene geschiedenissen schreven, geen vaderlandsche, verwondert dit ons niet zoozeer. Voor

[pagina 597]
[p. 597]

het grootste gedeelte waren zij slechts vertalers; en wie na hen kennis begeerde te verzamelen ging tot de bron, buiten hen om. Doch dat gedurende twee of drie eeuwen, en langer, vaderlandsche historieschrijvers in het stof der bibliotheken zijn blijven sluimeren, dit getuigt van weinig belangstelling, schijnt het, en wijst op geringe vermaardheid.

Laat ons echter de burger-oorlogen niet vergeten, die kort na het in zwang komen der typografie Nederland teisterden. In zulke dagen hebben boekverkoopers weinig kans goede zaken te maken door het uitgeven van historische werken; en die van het tijdvak hadden bovendien met het drukken van klassieke auteurs, van theologische, stichtelijke, en polemische geschriften, de handen vol. Het ongedrukt blijven van Melis Stoke tot in de laatste jaren der 16de eeuw bewijst niet dat Stoke's tijdgenooten, in het begin der 14de, onverschillig waren omtrent de vroegere nationale lotgevallen.

Melis Stoke is geen verwerpelijk historieschrijver. Zijn optreden in de landstaal, vóór hem met dit doel in Nederland nog niet gebezigd, noodzaakt te onderstellen dat er toen voor zulk soort van geschriften een publiek van lezers bestond, of aanving zich te vormen. Hetgeen hij al voortrijmend putte uit het latijnsch proza van den egmonder Monnik, was het degelijkste wat men omtrent het leven en de daden der eerste hollandsche graven en gravinnen, waarvan sommigen reeds sedert eeuwen tot hunne vaderen vergaderd waren, in dien tijd te weten kon komen. Hij toetste wel is waar het gezag van zijn voorganger niet, maar vergewiste zich niettemin dat de charters in de boekerij van Egmond, zoo

[pagina 598]
[p. 598]

ver de voorraad reikte, het verhaalde bevestigden.Ga naar voetnoot1 Hij was een goed opmerker, een goed navorscher; en hoewel hij aan het hof der graven, zijne tijdgenooten (Floris V, Jan I, Jan II, Willem III), slechts eene ondergeschikte betrekking vervulde en in het fijne van de staatkunde dier heeren niet ingewijd was, stelt hij door zijne gaven als verteller ons schadeloos voor hetgeen hij aan oordeel of inlichtingen te kort kwam. Zijne beschrijving van het groote scheepsgevecht bij Zierikzee in 1304 bezit ongeveer de waarde van Bosscha's beschrijving van den slag bij Waterloo in het leven van koning Willem II; en geen deskundige zal beweren dat dit eene karige lofspraak is.Ga naar voetnoot2 Nog fraaijer is Stoke's verhaal van den op graaf Floris V gepleegden moord; zijne aanduidingen omtrent de karakters van Amstel en Velzen; zijne opmerking omtrent de beschamende getrouwheid van 's graven doggen.Ga naar voetnoot3 Al deze gedeelten zijner Rijmkronijk zijn een sieraad der middennederlandsche letterkunde.

voetnoot1
De niet volledige lijst bij De Wind, Bibliotheek der nederlandsche geschiedschrijvers, 1831-1835, noemt uit het tijdvak 970-1566 acht en zeventig auteurs of geschriften. Sommige voorname en minder voorname werken van vreemdelingen, Froissart, Monstrelet, De la Marche, Commines, Molinet, De Goës, moeten daarvan afgetrokken worden. Er staat tegenover dat De Wind geen andere zuidof noordnederlandsche teksten vermeldt dan die in druk verschenen waren toen hij zijne Bibliotheek zamenstelde, 1830. Voorrede, bladz. ix.
voetnoot2
Hiervóór, vierde hoofdstuk, bladz. 308 vgg.
voetnoot3
Bij De Wind, bladz. 32, 34, 40, 49, 51, 98.
voetnoot1
Stoke bij Huydecoper, 1ste Deel, bladz. 41, vs. 328 vgg. Over de vraag of Stoke hier Maerlant naschrijft, hij De Vries en Verwijs, Spiegel Historiaal, Inleiding, bladz. xxv vgg., en bij Te Winkel, Maerlant's Werken, bladz. 418 noot 2.
voetnoot2
Stoke bij Huydecoper, 3de Deel, bladz. 185 vgg., ixe en xe Boek. - Bosscha, Willem de Tweede, 1865, bladz. 209 vgg.
voetnoot3
Stoke bij Huydecoper, 2de Deel, bladz. 263 vgg., ive en ve Boek.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken