Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land van Rembrand (1882-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land van Rembrand
Afbeelding van Het land van RembrandToon afbeelding van titelpagina van Het land van Rembrand

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

ebook (4.11 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land van Rembrand

(1882-1884)–Cd. Busken Huet–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw


Vorige Volgende
bron

Cd. Busken Huet, Het land van Rembrand. Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw (2 delen in 3 banden). H.D. Tjeenk Willink, Haarlem 1882-1884.

codering

DBNL-TEI 1
dbnl-nr busk001land02_01
logboek

- 2006-06-23 DH colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1122 F 9, F 10, F 11

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens enkele hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de eerste druk van Het land van Rembrand. Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw van Cd. Busken Huet uit 1882-1884. Het werk bestaat uit twee delen, verdeeld over drie banden.

 

redactionele ingrepen

De ‘Verbeteringen’ op p. 704 (eerste deel), p. 446, 447 (tweede deel) en p. 565, 566, 567 (tweede deel, tweede helft) zijn in de lopende tekst doorgevoerd.

Aan het begin van elk deel is de betreffende deeltitel tussen vierkante haken toegevoegd.

Aan het begin van elk hoofdstuk zijn de hoofdstuktitels uit de inhoudsopgave tussen vierkante haken toegevoegd.

Tweede deel, p. 382: dankbare → denkbare: ‘De koning begeert alle denkbare middelen aan te wenden, ten einde het cijfer op hetwelk zijne onderdanen regt hebben een weinig meer nabij te komen’.

Tweede deel, p. 447: de verbetering ‘Bladz. 251, r. 4 v.o. Voor "2" lees "4".’ is niet gevonden.

Tweede deel, tweede helft, p. 243: het nootteken op p. 243 is veranderd in ††.

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (eerste deel: p. π1v, IV; tweede deel: p. 2, 448; tweede deel (tweede helft): p. II, 580) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[eerste deel]

[pagina ongenummerd (p. π1r)]

Het land van Rembrand

 

[pagina ongenummerd (p. π2r)]

Het land van Rembrand

 

Studien over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw door Cd. Busken Huet

Korresponderend Lid van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen

 

Eerste deel

 

Haarlem

H.D. Tjeenk Willink

1882

 

[pagina ongenummerd (p. π2v)]

Snelpersdruk van H.C.A. Thieme, te Nijmegen.

 

[pagina ongenummerd (p. III)]

Inhoud

Eerste Hoofdstuk.

Dertiende eeuw. - Olivier van Keulen.

Tweede Hoofdstuk.

Veertiende eeuw. - Graaf Jan van Blois.

Derde Hoofdstuk.

Vijftiende eeuw. - Thomas a Kempis.

Vierde Hoofdstuk.

Zestiende eeuw. - Erasmus.

Zestiende eeuw. - Lucas van Leiden.

Zestiende eeuw. - Overzicht der Letterkunde.

 

[pagina 698]

Inhoud van het eerste deel.

 


  Bladz.
Opdragt v.
Voorrede ix.

 

EERSTE HOOFDSTUK.

 

Dertiende Eeuw. - Olivier van Keulen.


I Inleiding 1
II Olivier van Keulen's loopbaan 9
III Angelsaksische oorsprong van het christendom in Nederland 14
IV Emo, abt van Bloemhof 24
V Het nederlandsch volksgeloof in de 13de eeuw 30
VI Wonderverhalen. Bekeeringsgeschiedenissen 35
VII Dijkwerkers en kruisvaarders 45
VIII De kruistogten volgens arabische berigten. Verhaal van Ibn-Haiyân 50
IX Provençaalsch berigt van Guillaume de Tudèle 60
X Nederlandsche berigten. Inneming van Damiate, Santa Maria, en Cadix 66
XI Byzantijnsche berigten. Nicétas 75
XII Byzantijnsche berigten. Anna Komnéna. Kritiek der kruistogten 78
XIII Maerlant's ‘Van den lande van Oversee.’ Prediking van Bernard van Clairvaux 83
XIV Olivier van Keulen en Joinville 94
XV Villehardouin 99

 

 

[pagina 699]

TWEEDE HOOFDSTUK.

 

Veertiende Eeuw. - Graaf Jan van Blois.


    Bladz.
I Bronnen 106
II Inleiding. Oudnederlandsche staatsinstellingen 108
III Het romeinsch en het karolingisch tijdvak. Folcker 112
IV Het lotharingsch tijdvak. Dirk III 123
V De feodaliteit en de gilden 133
VI Het burgerlijk Nederland der 14de eeuw 140
VII De adel. Jan en Gwy van Blois 149
VIII Het hofleven te Gouda en te Schoonhoven 155
IX De kruistogt tegen de Lithauers 161
X De kruistogt tegen de Lithauers. Vervolg 168
XI Utrechtsche bisschoppen. Graven en gravinnen uit de huizen van Holland, van Henegouwen, van Beijeren 174
XII Nederlandsche edelen en nederlandsche staatslieden in de midden-eeuwen 181
XIII Nederland en de riddertijd 188

 

DERDE HOOFDSTUK.

 

Vijftiende Eeuw. - Thomas a Kempis.

 


I Inleiding. Mystiek en scolastiek 195
II De scolastiek in de schilderkunst 197
III De scolastiek in de dichtkunst. Dante 200
IV De scolastiek en de wetenschappen. Keizer Frederik II 203
V Nederland en de middeneeuwsche hoogescholen in het buitenland 207
VI Het studenteleven in de midden-eeuwen 211
VII Het studenteleven in de midden-eeuwen. Vervolg 216
VIII Thomas a Kempis. Zijne verhouding tot de bisschoppen van Utrecht en de hertogen van Bourgondie 220
IX Thomas a Kempis schrijver der Imitatio Christi 228
X De Imitatio Christi en de mystiek 233
XI Overzigt der Imitatio Christi 240

 

 

[pagina 700]


XII De Imitatio Christi en het protestantisme 248
XIII Dirc Potter en zijn zededicht 250
XV Overzigt en kritiek van den Loop der Minne 260
XVI Kritiek van den Loop der Minne. Vervolg 268
XVII Hendric Mande 272

 

VIERDE HOOFDSTUK.

 

Zestiende Eeuw. - Erasmus.


I Inleiding. Erasmus en Petrarca 280
II Erasmus en Luther 284
III De geloofsvervolging in Nederland 290
IV De wederdoopers te Amsterdam 293
V Burger-oorlogen. Pier van Heemstra 297
VI Burger-oorlogen. Karel van Egmond 302
VII Het hooger onderwijs in Nederland. Kritiek van Geert Groote en Wessel Gansfoort 308
VIII Johannes Murmellius. Het Rome der oudheid 316
IX Lotgevallen van Murmellius 320
X De school te Alkmaar 325
XI Het leven der filologen in de 16de eeuw 328
XII Kritiek van Murmellius' werken 334
XIII Erasmus en het hooger onderwijs. Erasmus' jeugd. Zijn geschrift over ‘Het vlieden der wereld’ 340
XIV Lijkrede van den jongen Erasmus op Bertha van Heyen. Zijn verlangen naar Italie. Erasmus en Froissart 348
XV Erasmus' zelfbeheersching. Brief uit Parijs over zijne hospita en haar dienstmaagd 358
XVI Erasmus en Anna van Borssele. Op Cortgene 365
XVII Erasmus de Voltaire der 16de eeuw. Zijne ‘Zamenspraken’ 378
XVIII Erasmus' levensbeschouwing. De ‘Lof der Dwaasheid’ 393
XIX Albrecht Dürer over Erasmus 411

 

 

[pagina 701]

VIJFDE HOOFDSTUK.

Zestiende Eeuw. - Lucas van Leiden.


    Bladz.
I Noordnederlandsche kunstgeschiedenis. Het vandalisme van 1572 418
II Lot der abdijen, kasteelen, en citadellen. Lot der kerken 420
III De kerken en de dijken 428
IV Romaansche kerkbouw. De slotkapellen te Nijmegen. Roermond's munster 430
V Militaire bouwkunst. Van den leidschen Burgt tot het haagsche Binnenhof 434
VI Gothische kerkbouw. De kathedraal te Utrecht. De kathedraal te 's Hertogenbosch 444
VII Burgerlijke bouwkunst. Stadhuizen en andere openbare gebouwen der 14de, 15de, en 16de eeuw 452
VIII Burgerlijke bouwkunst. Woonhuizen der 14de, 15de, en 16de eeuw 461
IX Groot Paushuize te Utrecht. Adriaan VI 466
X Het Duivelshuis te Arnhem. Maarten van Rossem 470
XI De Apostolische School te Nijmegen. De Rijks-Munt van Karel V te Dordrecht 475
XII Nationale kunstnijverheid in de 15de en 16de eeuw. Snijwerken, gietwerken, drijfwerken 481
XIII Beeldhouwkunst. Graftomben te Roermond, te IJsselstein, te Arnhem, te Breda 488
XIV Beeldhouwkunst. Klaus Sluter en de Mozesput te Dijon. Beteekenis van Sluter 494
XV Noordnederlandsche miniaturen 504
XVI Glasschilderkunst. Dirk en Wouter Crabeth. De Sint Janskerk te Gouda. De Oude Kerk te Amsterdam 510
XVII Oudste noordnederlandsche schilderij in olieverf, 14de eeuw. Hollandsche schilders in Vlaanderen, 15de eeuw. Schilderscholen in Noord-Nederland, 16de eeuw: te Gouda, Utrecht, Haarlem, Delft, Amsterdam, Leiden 518
XVIII Maatschappelijke stelling der noordnederlandsche schilders in de 16de eeuw 526

 

 

[pagina 702]


XIX Vlaamsche invloeden: Cornelis Engelbrechtsen en Lucas van Leiden. Italiaansche invloeden: Jan Schoorl en Maarten van Heemskerk 535
XX Overgangstijd: Karel van Mander en Hendrik Goltzius 540
XXI Overgangstijd: het portret. Cornelis van Haarlem 546
XXII Het portret. Antonis Mor 551
XXIII Lucas van Leiden. Zijne schilderijen. Zijn graveerwerk. Zijne beteekenis. 555

 

ZESDE HOOFDSTUK.

 

Overzigt der Letteren.


I Eenheid van Holland en Vlaanderen in de letteren 566
II Overwigt der vertalingen. Maerlant's Merlijn 567
III Moderne europesche litteratuur der midden-eeuwen. ‘Dmeisken metten sconen vlechtken’ 572
IV Kenmerken der middeneeuwsche letterkunde 587
V De middeneeuwsche letteren en de bijbel 588
VI De middeneeuwsche heiligverklaring 591
VII Kennis aan de vaderlandsche geschiedenis. Melis Stoke 595
VIII Kennis aan de algemeene geschiedenis. Maerlant 598
IX Kennis aan de klassieken. Dante 604
X De verbeelding in de midden-eeuwen. Het diere-epos. Tristram en Ysolde 609
XI Het diere-epos. Ballade van den Boer en de Edelvrouw 614
XII Het diere-epos. Reinaert de Vos en de feodaliteit 618
XIII Het diere-epos. Reinaert in de geschiedenis: Dirk III, Willem I, Wolferd van Borssele, Karel van Egmond 623
XIV De verbeelding in de midden-eeuwen. Oudgermaansche tijd: Tacitus, de Edda, in Friesland 630
XV Oudduitsche en oudfransche heldedichten: Nevelingelied, Walthariuslied, Goedroen, Roelandslied, Reinout van Montalbaan 635
XVI Ridderromans. Parzival 639
XVII Middennederlandsche bijdragen: Beatrijs, Tysken van der Schilden, Het daghet in den Oosten 642

 

 

[pagina 703]


XVIII De rederijkers. Het referein ‘Zal 't altoos neen zijn?’ 648
XIX De rederijkers en de boekdrukkunst 653
XX De rederijkers. Anna Bijns 655
XXI Verschillende klassen van rederijkers 666
XXII De rederijkers. Karel van Mander 673
XXIII De middennederlandsche poëzie 683
XXIV Het middennederlandsch proza 689
XXV Invloed van het fransch 693

 

 

[pagina 704]

Verbeteringen.

Bladz. 47. Het in eene noot bedoelde werk van Koenen is de ook later aangehaalde Geschiedenis van den Boerestand. - Bladz. 109, regel 10 v.o. Voor ‘van Nederland’ lees ‘over Nederland’. - Bladz. 134, regel 4 v.o. Voor ‘in de boeren zelven’ lees ‘de boeren zelven in’. - Bladz. 189, noot. Voor ‘Luse’ lees ‘Luce’; voor ‘Marlet’ lees ‘Merlet’. - Bladz. 261, regel 8 v.o. Voor ‘zelfvoldoening’ lees ‘voldoening’. - Bladz. 310, regel 5 v.o. Voor ‘zijne moeder’ lees ‘zijne moei’. - Bladz. 326, noot, regel 2 v.b. Voor ‘ooggetuigen’ lees ‘tijdgenooten’. - Bladz. 333, regel 2 v.b. Voor ‘vrolijkheid in’ lees ‘vrolijkheid en’. - Bladz. 340, regel 11 v.b. Voor ‘Vereenigde Nedelanden’ lees ‘Vereenigde Provinciën.’ - Bladz. 345, regel 14 v.b. Voor ‘het monarchale’ lees ‘het monachale’. - Bladz. 369, regel 2 v.o. Voor ‘grootmoeder’ lees ‘moeder’. - Bladz. 407, noot. Voor ‘Paucis’ lees ‘Si paucis.’ - Bladz. 443, regel 2 v.o. Voor ‘kwamen’ lees ‘kunnen’. - Bladz. 447, regel 5 v.o. Voor ‘bazen’ lees ‘nederlandsche bazen’. - Bladz. 448, noot 2. Voor ‘terrim’ lees ‘turrim’. - Bladz. 479, regel 4 v.b. Voor ‘achterneef’ lees ‘neef’. - Bladz. 483, noot 2. Voor ‘Vita’ lees ‘Vite’. - Bladz. 493, noot 2. Voor ‘Beitrage’ lees ‘Beiträge’. - Bladz. 555, regel 9 v.o. Voor ‘den trap’ lees ‘een trap’. - Bladz. 563, regel 14 v.o. Voor ‘vóórttrekkend’ lees ‘vóórtrekkend’. - Bladz. 575, regel 6 v.b. Voor ‘tekstuitgaven’ lees ‘teksten’. - Bladz. 577, regel 5 v.b. Voor ‘dezer gedichten’ lees ‘dezer laatste gedichten’. - Bladz. 592, noot 1. Voor ‘1713’ lees ‘1716’. - Bladz. 623, regel 2 v.o. en noot 2. Voor ‘Feesteye’ lees beide malen ‘Teesteye’. - Bladz. 634, regel 9 vgg. v.b. De cijfers 1 en 2 te veranderen in 2 en 3. - Bladz. 636, regel 3 v.o. Voor ‘gelijkt Olivier’ lees ‘en Olivier’. - Bladz. 647, noot 2. Voor ‘ongehuwd meisje’ lees ‘meisje’. - Bladz. 659, regel 7 vgg. v.b. Voor ‘kwaad’, ‘doodlijcke’, ‘beider’, ‘om’, ‘hij’ lees ‘quaet’, ‘dootlijcke’, beyder’, ‘voor’, ‘hy’. - Bladz. 671, noot. Voor ‘1297’ lees ‘I 297’. - Bladz. 673, regel 14 v.b. Hier begint eene nieuwe strofe. - Bladz. 685, noot 2. Voor ‘Etymologetion’ lees ‘Etymologeticon’.

 

[tweede deel]

[pagina ongenummerd (p. 1)]

Het land van Rembrand

 

[pagina ongenummerd (p. 3)]

Het land van Rembrand

 

Studien over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw

 

door

 

Cd. Busken Huet

Korresponderend Lid van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen

 

Tweede deel

 

Haarlem

H.D. Tjeenk Willink

1883

 

[pagina ongenummerd (p. 4)]

Snelpersdruk van H.C.A. Thieme, te Nijmegen.

 

[pagina 443]

Inhoud van het tweede deel.

Eerste helft.


  Bladz.
Voorrede 5

 

Eerste hoofdstuk.

Het Geloof.


I ‘De Bijen corf der H. Roomscher Kercke’ 7
II De kalvinistische gedachte. - Filips van Marnix 13
III Het ‘Geuzelietboeck’. - Verguizing van het katholicisme 19
IV Het ‘Geuzelietboeck’. - Vergelding van kwaad met kwaad 24
V Onder Karel V en onder Filips II 37
VI De godsdienstoorlog en de burgeroorlog 40
VII De watergeuzen. - Hunne roeping 49
VIII De watergeuzen. - Hun bedrijf 55
IX Het theologisch karakter der 17de eeuw 61
X Coornhert. - Zijne ‘Wellevenskunst’ 64
XI Oldenbarnevelt. - De ketter 76
XII Oldenbarnevelt en het ‘cant’ 83
XIII Hugo de Groot. - Zijn ‘Bewijs der ware godsdienst’ 89
XIV Oldenbarnevelt, De Groot, en de kontra-remonstranten 102
XV Johannes Bogerman, en de orthodox-gereformeerde predikanten der 17de eeuw 110
XVI Johannes Bogerman. - De Staten-Bijbel 118
XVII De orthodoxie en de Republiek 126
XVIII Gijsbert Voetius. - Zijn strijd met Descartes 131
XIX Balthazar Bekker. - Zijne ‘Betooverde Wereld’ 139

 

 

[pagina 444]


XX Descartes in Nederland 152
XXI Spinoza. - Bayle over Spinoza 163
XXII Spinoza. - Zijne staatskerk 169
XXIII Het kalvinisme en de poëzie. - Het ‘Offer des Heeren’ 175
XXIV Het kalvinisme en de poëzie. - Constantyn Huygens 183

 

Tweede hoofdstuk.

De Handel.


I Zuid-Nederland en Noord-Nederland 208
II Compromis der Kooplieden 214
III De noordnederlandsche buurt- en de noordnederlandsche wereldmarkt 221
IV Steven van der Haghen. - Zijne ‘Avonturen’ 233
V Steven van der Haghen. - Oudhollandsche reis- en scheepsjournalen 240
VI Steven van der Haghen. - Zijn katholicisme 249
VII De Zeven-Provincien koloniale mogendheid geworden. - Kaap de Goede Hoop 253
VIII De Zeven-Provincien en de O.I. Compagnie 261
IX Verloopen noordnederlandsche kolonien: Mauritius, Formosa, Brazilie, Nieuw-Amsterdam 265
X De O.I. Compagnie in den Maleischen Archipel. - De Nederlanders en de Portugezen 270
XI Het specerij-monopolie der O.I. Compagnie. - Strijd in de Molukken en op Celebes 276
XII De staatkunde der O.I. Compagnie 281
XIII De verovering van Java. - Java's voorgeschiedenis 286
XIV, XV De verovering van Java. - Adipati Anom 293
XVI De verovering van Java. - Zeestrijd van Wolfert Hermansz, 1601-1602 304
XVII, XVIII De verovering van Java. - Batavia. - Nederlaag van Sultan Ageng, 1628-1629 309
XIX, XX De verovering van Java. - Nederlaag van Troeno Djojo, 1676-1682 319

 

 

[pagina 445]


XXI, XXII De verovering van Java. - Nederlaag van Soerapati, 1706-1707 332
XXIII De gouden dagen der Republiek 347
XXIV De strijd met Duinkerken 351
XXV De slag bij Duins, 1639 356
XXVI Vóór en na den vrede van Munster 365
XXVII Cromwell 371
XXVIII Colbert 378
XXIX Lodewijk XIV 383
XXX Amsterdam en Antwerpen 391
XXXI Amsterdam. - Haar bodem. - Haar bouwen 397
XXXII Amsterdam. - Haar rijkdom. - Droogmakerijen 408
XXXIII Amsterdam. - Hare magt in den Staat 414
XXXIV Amsterdam. - Winzucht harer kooplieden 416
XXXV Amsterdam. - Cornelis Pieterszn Hooft 425
XXXVI Amsterdam. - Mr. Hendrik Hooft 432

 

[pagina 446]

Verbeteringen.

 

Eerste Hoofdstuk.

 

Bladz. 17, noot 1, regel 9. Voor ‘supposter’ lees ‘supporter’. - Bladz. 28, regel 11 v.b. Voor ‘ontperst hebben’ lees ‘kunnen ontperst hebben’. - Bladz. 39, noot 1, regel 2. Voor ‘Van Moll’ lees ‘van Moll’. - Bladz. 46, noot 4. Voor ‘Gedenkstukken Van’ lees ‘Gedenkstukken van’. - Bladz. 53, r. 10-12 v.b. Lees ‘waarmede deze tusschen Maastricht en Luik te vergeefs de Maas was overgetrokken’. - Bladz. 69, noot 4. Lees ‘Trigland’. - Bladz. 70, regel 13 v.b. Voor ‘De zaak is’ lees ‘De waarheid is’. - Bladz. 78, r. 12 v.b. Bijvoegen ‘Allen of de meesten, en evenzoo Palamedes’. - Bladz. 81, regel 15 v.b. Voor ‘tyrannie’ lees ‘tyrannis’. - Bladz. 92, regel 2 v.b. Voor ‘Jozef in 't Hof’ lees ‘Jozef aen 't Hof’. - Bladz. 117, noot 5, laatste regel. Voor ‘1882’ lees ‘1878’. - Bladz. 119, regel 1 v.b. Voor ‘beide’ lees ‘beiden’. - Bladz. 122, regel 2 v.b. Voor ‘tekstvervalsching’ lees ‘vervalsching’. - Bladz. 124, regel 3 v.b. Voor ‘Maar een’ lees ‘Een’. - Bladz. 130, regel 1 v.o. Voor ‘theologische professoren’ lees ‘orthodoxe theologische professoren’. - Bladz. 134, regel 7 v.b. Voor ‘zes en dertig’ lees ‘zes en twintig’. - Bladz. 135, regel 1 v.b. Voor ‘acht en twintig’ lees ‘dertig’. - Bladz. 137, regel 13 v.b. Voor ‘dertig’ lees ‘twintig’. - Bladz. 141, noot 3. Bijvoegen ‘Van Vloten bij Arend, 1879, IV2 555-565’. - Bladz. 142 noot 2. Voor ‘113’ lees ‘111 vg.’ - Bladz. 143, noot, regel 2. Voor ‘1860’ lees ‘1861’. - Bladz. 144, noot, laatste regel. Voor ‘noot 3’ lees ‘noot 1’. - Bladz. 147, noot 3. Bijvoegen ‘Works of William Temple, II 278 vgg. der uitgaaf van 1770’. - Bladz. 152, regel 9 v.b. Voor ‘en Melchior’ lees ‘Melchior’. - Bladz. 159, noot 1, slot. Bijvoegen ‘Portret der volwassene in de oude uitgaven van Jacob Cats’. - Bladz. 161, r. 5 v.o. Voor ‘Maar door’ lees ‘Door’. - Bladz. 164, noot. Bijvoegen ‘Van Vloten bij Arend, 1879, IV2 1099, met Spinoza's portret. Ander portret vóór het 2de Deel van Spinoza's werken door Van Vloten en Land, 1883.’ - Bladz. 166, r. 6 v.b. Voor ‘vierlet’ lees ‘verliet’. - Bladz. 168, noot. Bijvoegen ‘Bayle's portret bij Rauwenhoff, Protestantisme, II 144’. - Bladz. 178, r. 13 v.b. Voor ‘in onzen tijd’ lees ‘in onze dagen.’ - Bladz. 184, r. 10 v.b. Lees ‘die onder Karel V en onder Alva eene breede schaar anabaptisten en kalvinisten enz’. - Bladz. 189, r 1 v.b. Voor ‘Lofzang op’ lees ‘Lofzang van’. - Bladz. 195, r. 5 v.b. Voor ‘Hofwyck en Biddaghsbede’ lees ‘Biddaghsbede en voorname gedeelten van Hofwyck’.

 

Tweede Hoofdstuk.

 

Bladz. 220, noot 2. Bijvoegen ‘J. Scheltema, Onoverwinnelijke Vloot, 1825, bladz. 220’. - Bladz. 226, noot 1. Bijvoegen ‘B.

 

[pagina 447]

Woordenboek van Van der Aa, XI 490 vgg.’ - Bladz. 244, r. 4 v.b. Bijvoegen ‘Antonides zal de Oost-Indische Compagnie bezingen (Ystroom, 2de Boek)’. - Bladz. 248, r. 5 v.o. Voor ‘met welke’ lees ‘helden eener litteratuur met welke.’ - Bladz. 251, r. 4 v.o. Voor ‘2’ lees ‘1’. - Bladz. 254, r. 11 v.b. Voor ‘keizerlijke’ lees ‘roomsch-koninklijke’. - Bladz. 254, noot 1, r. 4. Voor ‘V 69’ lees ‘IV 69’. - Bladz. 264, noot 2. Bijvoegen ‘Dagverhaal van Jan van Riebeeck, in Werken van het H. Genootschap, 1848’. - Bladz. 266, noot 3. Bijvoegen ‘Edmond Plauchut, Armées de la Civilisation, 1879, bladz. 15, 51’. - Bladz. 274, r. 8 v.b. Voor ‘bleef op’ lees ‘bleef nagenoeg op’. - Bladz. 275, r. 5 v.o. Voor ‘van Europa’ lees ‘uit Europa’. - Bladz. 276, r. 8 v.b. Voor ‘den Europeaan’ lees ‘Europeaan’. - Bladz. 279, noot, r. 4 v.o. Voor ‘moord, van’ lees ‘moord van’. - Bladz. 280, noot 3. Bijvoegen ‘Nieuwe bijzonderheden bij Van der Chijs Jr., Tijdschrift Bataviaasch Genootschap 1883, XXVIII v 392-453, opstel: Kapitein Jonker’. - Bladz. 281, noot, r. 1. Voor ‘De Jonge Jz.’ lees ‘De Jonge Jr.’ - Bladz. 282, r. 7 v.o. Voor ‘Soedanezen’ lees ‘Soendanezen’. - Bladz. 288, noot 2. Bijvoegen ‘De Jonge Jr., Opkomst, VII cvii, 308. No. lxviii der O. Stukken’. - Bladz. 295 r. 5 en r. 10 v.b. Voor ‘Modjopahit’ lees ‘Modjopait’. - Bladz. 296, r. 9 v.b. Voor ‘keizer Anom’ lees ‘den keizer’. - Bladz. 298, r. 1 v.o. Voor ‘n'y a rien’ lees ‘il n'y a rien’. - Bladz. 366, r. 7 v.b. Voor ‘niet lang’ lees ‘niet altijd’. - Bladz. 367, r. 15 v.b. Voor ‘de voorspoedige’ lees ‘onze voorspoedige’. - Bladz. 376, noot 1, r. 5. Voor ‘wat’ lees ‘war’. - Bladz. 380, r. 7 v.o. Voor ‘Colbert’ lees ‘De koopmanszoon Colbert’. - Bladz. 382, noot. Bijvoegen ‘Vreede, Inleiding tot eene geschiedenis der nederlandsche diplomatie, II2 Bijlage xxviii, 1861’. - Bladz. 383, noot 2, r. 3. Voor ‘suffient’ lees ‘suffirent’. - Bladz. 398, r. 9 v.b. Voor ‘dien wij den kring’ lees ‘die wijde halve maan’. - Bladz. 423, r. 1 v.o. Voor ‘aanwendsel’ lees ‘aanwensel.’

 

[tweede deel (tweede helft)]

[pagina ongenummerd (p. I)]

Het land van Rembrand

 

[pagina ongenummerd (p. III)]

Het land van Rembrand

 

Studien over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw door Cd. Busken Huet

Korresponderend Lid van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen

 

Tweede deel

Tweede Helft

 

Haarlem

H.D. Tjeenk Willink

1884

 

[pagina ongenummerd (p. IV)]

Snelpersdruk van H.C.A. Thieme te Nijmegen.

 

[pagina 562]

Inhoud van het tweede deel.

 

Tweede Helft.

 

Derde hoofdstuk.

 

De Wetenschappen en de Letteren.


Bladz.
I Het protestantisme en de wetenschap 1
II De wiskunde. Paulus van Middelburg, Gemma Frisius, Simon Stevin 9
III, IV Stevin en Maurits 14
V, VI Stevin en Hugo de Groot 26
VII Beteekenis van Stevin 35
VIII, IX De sterrekunde. Christiaan Huygens 40
X, XI Het natuuronderzoek. Jan Swammerdam 52
XII De ontleedkunde. Nicolaas Tulp 69
XIII, XIV Het mikroskoop. Antony van Leeuwenhoek 77
XV Natuuronderzoekers in de kolonien. Jacobus Bontius, Wilhelm Piso, Engelbert Kämpfer, Van Rheede, Rumphius 86
XVI De geneeskunde. Joan van Beverwyck 99
XVII, XVIII De geneeskunde. Boerhaave 106
XIX, XX, XXI De metafysica. Spinoza 120
XXII, XXIII Het volkeregt. Hugo de Groot 143
XXIV Hugo de Groot en het staatsregt 159
XXV Hugo de Groot en de staathuishoudkunde. Willem Usselincx 164

 

 

[pagina 563)]


XXVI Leven van Hugo de Groot 176
XXVII Latijnsche dichters. Martinus Dorpius, Ianus Secundus, Ianus Gruterus, Josephus Scaliger, Hugo de Groot 187
XXVIII, XXIX De filologen. Lipsius, Scaliger, de Vossiussen, Nicolaas Heinsius 196
XXX, XXXI P.C. Hooft. De geschiedschrijver 216
XXXII P.C. Hooft. De briefschrijver 228
XXXIII Vondel en de klassieken 232
XXXIV Vondel en de Franschen 240
XXXV Beteekenis van Hooft en Vondel 249

 

Vierde hoofdstuk.

 

Zeden en Personen.


I De zeden van het tijdvak: tucht, onafhankelijkheid, liefdadigheid, weelde, de burgers, de aanzienlijken, afgunst van het buitenland, Albrecht Haller's nederlandsche reisherinneringen, de vrouwen, de mannen, nationale karaktertrekken 254
II Het geslacht Oranje-Nassau. Willem de Zwijger 275
III Maurits 283
IV Frederik Hendrik 289
V Willem de Tweede 296
VI Willem de Derde 304
VII François van Aerssen 313
VIII Johan de Witt 324
IX Michiel de Ruyter 335
X Cornelis Speelman 350
XI Adriaan Pauw, Balthazar de Moucheron, Isaac Lemaire, Sommelsdijk, Lodewijk de Geer, Nederlanders te Venetie 360
XII Nicolaas Witsen 386

 

 

[pagina 564]


XIII Cornelis van Bynkershoek 391
XIV De joodsche kolonie te Amsterdam 399
XV Anna Roemers en Maria Tesselschade 408

 

Vijfde hoofdstuk.

 

De Kunsten.


I De welsprekendheid 426
II De tooneelspeelkunst 438
III De muziek 451
IV De beeldhouwkunst 462
V De bouwkunst 471
VI De schilderkunst. Oordeel der tijdgenooten 481
VII Hollandsche schilders in Italie. - Delftsche plateelbakkunst. - De prenten in Cats 493
VIII De hollandsche school en het lager leven 500
IX De hollandsche school en de bijbel 509
X Portretten, Doelenstukken, Schuttersmaaltijden 518
XI Het Landschap. Stads-, Rivier-, Zeegezigten 534
XII Vermeer, Dou, Ter Burg, Cuyp, Ruysdael, Potter. - Rembrand aan het hoofd der hollandsche school 541
XIII Besluit 559

 

 

[pagina 565]

Verbeteringen.

 

Derde hoofdstuk.

 

Bladz. 24, r. 3 v.b. Voor ‘in 1584’ lees ‘sedert 1582’. - Bladz 37, r. 4 v.b. Voor ‘en hij’ lees ‘en dat hij’. - Bladz. 38, noot 2. Voor ‘rectum’ lees ‘rectam’. - Bladz. 51, r. 12 v.o. Aldus: ‘De methoden en de werktuigen waarvan hij zich bediende zijn sedert overtroffen; andere en betere zijn in de plaats gekomen; doch hetgeen Condorcet omtrent één dier nieuwere doet opmerken enz.’ - Bladz. 51, noot 1. Bijvoegen: ‘Poggendorff, Geschichte der Physik, 1879, bladz. 589 vgg.’ - Bladz. 52, r. 14 v.b. Voor ‘nagelaten reliek’ lees ‘reliek’. - Bladz. 77, r. 2 v.b. Voor ‘uit voedsand’ lees ‘int voedsand’. - Bladz. 80, r. 2 v.o. Voor ‘1733’ lees ‘1723’. - Bladz. 99, r. 14 v.o. Voor ‘maar door’ lees ‘maar om’. - Bladz. 109, r. 9 v.b. Voor ‘onder drie’ lees ‘onder vier’. - Bladz. 111, r. 2 v.b. Voor ‘uitnemend en’ lees ‘uitnemend leerling en’. - Bladz. 126, r. 5 v.o. Voor ‘en zij al’ lees ‘en al’. - Bladz. 140, noot 2. Bijvoegen: ‘A. Pierson, Wijsgeerig Onderzoek, 1882’. - Bladz. 152, r. 2 v.b. Voor ‘jurist’ lees ‘onroomsch jurist’. - Bladz. 162, noot 1. Bijvoegen: ‘R. Dareste, Essai sur François Hotman, 1850; Ed. Cougny, Étude sur Hotman, 1875.’ - Bladz. 177, noot 1. Bijvoegen: ‘Elf fransche brieven van De Groot, gevonden door De Caix de Saint-Aymour, zijn verschenen in de Revue Libérale van 1884’. - Bladz. 193, r. 10 v.b. Voor ‘Marie’ lees ‘Maria’. - Bladz. 196, noot 1. Voor ‘vorzügligsten’ lees ‘vorzüglichsten’. - Bladz. 222, r. 10 v.o. Voor ‘in plaats van’ lees ‘liever dan’. - Bladz. 243, noot 1. Bijvoegen: ‘Jan Te Winkel, Vondel als Treurspeldichter, 1881, 8ste en 9de Hoofdstuk’.

 

Vierde hoofdstuk.

 

Bladz. 271, r. 9 v.b. Voor ‘op den stang’ lees ‘op de stang’. - Bladz. 271, r. 9 v.o. Voor ‘Van Mieris’ lees ‘Mierevelt’. - Bladz. 279, noot 3, aan het slot. Voor ‘1481’ lees ‘1841’. - Bladz. 283, r. 15 v.b. Voor ‘van het goede’ lees ‘aan het goede’. - Bladz.

 

[pagina 566]

285, r. 13 v.o. Voor ‘een korten’ lees ‘een korte’. - Bladz. 301, r. 1 v.b. Voor ‘ten offer te brengen’ lees ‘op te offeren’. - Bladz. 324, noot 3 aan het slot. Voor ‘d'eshonorent’ lees ‘déshonorent’. - Bladz. 346, r. 3 v.o. Aldus: ‘Al de verslaagentheit, die de gemoederen der ingezetenen sedert de ramp van 's Landts vloot in Junius hieldt beklemt’. - Bladz. 361, noot 1. Voor ‘1840’ lees ‘1842’. - Bladz. 380, r. 5 v.o. Voor ‘Denemarken’ lees ‘Rusland en Denemarken’. - Bladz. 382, noot 4. Voor ‘veertienhonderd’ lees ‘dertienhonderd’. - Bladz. 387, r. 9 v.o. Voor ‘verdere studien’ lees ‘overige studien’. - Bladz. 388, r. 10 v.o. Voor ‘amsterstamsch’ lees ‘amsterdamsch’. - Bladz. 389, noot 4. Bijvoegen: ‘Voor ‘hoofdpersoon’ lees ‘type’. - Bladz. 399, r. 12 v.b. Voor ‘bali’ lees ‘balie’. - Bladz. 404, r. 4 v.b. Voor ‘wetenschappelijke ontwikkeling’ lees ‘algemeene ontwikkeling’. - Bladz. 405, r. 7 v.b. Voor ‘Urie’ lees ‘Uriel’. - Bladz. 409, noot 4. Voor ‘1884’ lees ‘1844’. - Bladz. 409, r. 2 v.o. en Bladz. 410 noot 1. Voor ‘Margaretha’ lees ‘Margareta’. - Bladz. 411, r. 5 v.o. Lees: ‘de uit Brabant herkomstige Anna Maria van Schurman’. - Bladz. 413, r. 1 v.b. Voor ‘de twee eenige vrouwen’ lees ‘de twee eenige hollandsche vrouwen’. - Bladz. 413, noot 1. Voor ‘zijner kinderen’ lees ‘zijner vier kinderen’.

 

Vijfde hoofdstuk.

 

Bladz. 432, r. 14 v.b. Voor ‘den gierigaard’ lees ‘den vaderlandschen gierigaard’. - Bladz. 446, r. 6 v.b. Voor ‘zekeren opgang gemaakt’ lees ‘zekere lauweren geplukt’. - Bladz. 449, r. 1 v.o. Voor ‘bijbelsche tragedie’ lees ‘bijbelsche tragedien’. - Bladz. 430, r. 12 v.b. Aldus: ‘De remonstrant Paschier de Fyne laat in een zijner traktaten een orthodox predikant enz.’ - Bladz. 449, r. 7 v.o. Aldus: ‘Te onzent, waar van de onderliggende katholieke gemeente geen uitspattingen te duchten waren, toonden de roomsche herders zich welwillender’. - Bladz, 454, r. 10 v.b. Voor ‘de heerschappij’ lees ‘de storende heerschappij’. - Bladz. 457, r. 7 v.o. Voor ‘bezoeken’ lees ‘het bezoek’. - Bladz. 482, r. 3 v.b. Bijvoegen: ‘Het westfriesch muzeum te Hoorn’. - Bladz. 493, r. 2 v.o. Voor ‘één allegorie’ lees ‘één groote allegorie’. - Bladz. 495, r. 4. v.o. Aldus: ‘De voorwerpen, waarop deze kunst-industrie hare keus vestigde’. - Bladz. 495, noot 2. Bijvoegen: ‘Ook van Antony Leeuwenhoek bestaan portretten in delftsch aardewerk. Haaxman's monografie, bladz. 17 vg. noot. - Bladz. 499, r. 1 v.b.

 

[pagina 567]

Voor ‘ontstaan’ lees ‘geboren’. - Bladz. 506, r. 3 v.o. Voor ‘een historisch verschijnsel’ lees ‘een verschijnsel van den dag’. - Bladz. 509, r. 10 v.o. Voor ‘was de eenige’ lees ‘was nevens de psalmwijzen van Goudimel de eenige’. Over Goudimel bij Viotta, Lexicon der Toonkunst, I 613. - Bladz. 524, r. 10 v.o. Voor ‘linnenwevende’ lees ‘wolspinnende’.

 

Deel I bladz. 138 noot 2. Bijvoegen: ‘P.J. Blok, Eene Hollandsche stad in de middeleeuwen, 1883, en: Eene Hollandsche stad onder de bourgondisch-oostenrijksche heerschappij, 1884’.

Deel I bladz. 378 noot. De uitgevers van Erasmus' brieven kunnen gemeend hebben dat Tornehensis de ware lezing was. Anna van Borssele's schoonvader, Antony van Bourgondie bijgenaamd de Groote Bastaard, werd in 1479 door Lodewijk XI begiftigd met het kasteel Tornehem, bij de stad van dien naam in het voormalig Artois. Overblijfselen in het tegenwoordig fransch departement Pasde-Calais, arrondissement Saint-Omer. ‘Heer van Tornehem’ is langen tijd een titel van Antony van Bourgondie's nakomelingen geweest.

Deel I bladz. 568 r. 6 v.b. Staat ‘Ernest Daudet’. Moet zijn ‘Alphonse Daudet’.

Deel I bladz. 653 noot 2. Van Mander's bedoelde tooneelstukken worden in den katalogus der Mij van Letterkunde niet genoemd.

Deel I bladz. 667 noot 1. Bijvoegen: ‘AEm. W. Wybrands, Het geestelijk drama hier te lande in de middeleeuwen, 1876. Studien en Bijdragen, III 193-293’.

Deel I bladz. 668 r. 5 vgg. v.b. Te lezen: ‘Die hem vonnisten waren twee raadsheeren uit het Hof van Holland, door Alva in kommissie gesteld en uit Den Haag naar Haarlem gekomen’.

Deel II 1ste Helft bladz. 44 r. 5 v.o. Staat ‘Toen zijne dochter’. Moet zijn ‘Toen Quiryn's dochter’.

Deel II 1ste Helft bladz. 51, r. 15 v.b. Staat ‘noordfransche’. Moet zijn ‘westfransche’.

Deel II 1ste Helft bladz. 391 r. 3 v.o. Staat ‘tien jaren’. Moet zijn ‘achttien jaren’.

Deel II 2de Helft bladz. 90 noot, aan het slot. Van Rheede was in 1691 op nieuw in Indie en is 15 December van dat jaar op eene inspektiereis gestorven. Zijne graftombe wordt nog heden, volgens mededeeling van den reiziger J.A.B. Wiselius, te Suratte gevonden. Valentyn, 6de Stuk, bladz. 149.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken