Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land van Rembrand (1882-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land van Rembrand
Afbeelding van Het land van RembrandToon afbeelding van titelpagina van Het land van Rembrand

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

ebook (4.11 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land van Rembrand

(1882-1884)–Cd. Busken Huet–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw


Vorige Volgende

XXV [Invloed van het fransch]

De invloed van het latijn op onze letteren was, bemerkten wij, ondanks het algemeen gebruik in de midden-eeuwen, bijna niet voelbaar. Het verging het latijn zooals het in veroverde provincien de landstalen pleegt te gaan. Onze middennederlandsche auteurs, wanneer zij gelijk de egmonder Monnik en andere kronijkschrijvers, gelijk Olivier van Keulen, Emo, Filips van Leiden, Thomas a Kempis, zich van het latijn bedienden, bedierven veeleer door het bezigen van middennederlandsche uitdrukkingen de klassieke taal, dan zij van deze partij trokken om hun eigen middenne-

[pagina 694]
[p. 694]

derlandsch te verbeteren. Erasmus gaf het latijn zichzelf terug, doch deed voor de moedertaal nog minder dan de anderen. Wij bekladden zijne nagedachtenis niet, hoop ik, wanneer wij onderstellen dat hij het nederlandsch als een verloren idioom beschouwde.

Vooral het fransch heeft de vorming van het middennederlandsch beheerscht. Dit was, onafhankelijk van ons geregeerd worden door souvereinen uit fransch sprekende vorstehuizen, een onvermijdelijk gevolg van den opgang dien in Europa de fransche taal en de fransche letteren maakten. Graaf Floris V, die voor een bevorderaar van het middennederlandsch doorging, had als knaap door de zorg zijner tante fransch geleerd, en schreef op later leeftijd fransche brieven aan den koning van Engeland.Ga naar voetnoot1 De koning van Engeland sprak en schreef vermoedelijk nooit eene andere taal. Sedert Engelands onderwerping door Willem den Veroveraar, in 1066, was dit onder de aanzienlijken daar te lande regel.Ga naar voetnoot2

De engelsche edelman Mandeville schreef zijne Reis naar het Oosten (1357) in het fransch; omdat het fransch,

[pagina 695]
[p. 695]

zeide hij, algemeener verstaan werd dan het latijn. Eerst later bezorgde hij van zijn eigen werk eene latijnsche, nog later eene engelsche vertaling. Mag men Mandeville gelooven, dan spraken te Caïro, aan het hof van den sultan van Egypte, in die dagen sommige hoofdpersonen fransch.Ga naar voetnoot1

In de 13de eeuw werd heel uit Buda een aanstaand hongaarsch koning naar Parijs gezonden om er zijne opvoeding te ontvangen. Aan de hoven der graven en markgraven in Duitschland waren taalmeesters uit Frankrijk verbonden, die de jonkers en de freules fransch leerden spreken.Ga naar voetnoot2 En niet, of niet alleen, ter wille van de mode! In Duitschland stelde men er prijs op, uit de eerste hand bekend te worden met de fransche letteren. In Frankrijk beschouwde men deze verbroedering van beide christenvolken in de taal, als een nieuw bolwerk tegen de overheersching der mohammedanen.Ga naar voetnoot3

Hoe gemeenzaam in het Italie der 13de eeuw onder de hoogere standen de kennis van het fransch was,

[pagina 696]
[p. 696]

deed reeds vroeger in Dante's Hel de episode van Paolo en Francesca ons vermoeden.Ga naar voetnoot1 Dante zelf was door zijn verblijf te Parijs van nabij met de taal bekend geraakt.Ga naar voetnoot2 Middennederlandsche studenten volgden Dante's voorbeeld; zelfs de Bivalva's onder hen maakten zich boos indien men onderstelde dat zij geen fransch verstonden.Ga naar voetnoot3 In Gelderland, in Brabant, aan al de kleine hoven in de Zuidelijke Nederlanden, was in de 13de en de 14de eeuw het fransch zeer populair.Ga naar voetnoot4

De vertaalde fransche romans, waarmede in ditzelfde tijdvak ons vaderland overstroomd is, bewijzen dat de groote menigte te onzent slechts dietsch verstond. Zelfs Jan van Heelu, begaafd vlaamsch letterkundige, verkeerde in dat geval.Ga naar voetnoot5 Doch men begrijpt dat door dit overzetten voor het volk, gevoegd bij het menigvuldig fransch spreken der aanzienlijken, en het in zwang komen van den franschen kanselarijstijl voor de staatsstukken, ons middennederlandsch allengs zich naar het fransch moest gaan vormen. Thans was het niet het volmaakter latijn dat zwichtte voor het minder volmaakt middennederlandsch, maar het onvolmaakt

[pagina 697]
[p. 697]

middennederlandsch dat door het volmaakter fransch onderworpen werd.

Wenscht men wat den vorm betreft onze middeneeuwsche letteren naar een algemeen en in het oog springend karakter beoordeeld te zien, dan is dit de maatstaf. De zuiver nationale trekken van het beeld zijn of, gelijk in de burgerlijke poëzie van Maerlant, bot; of, gelijk bij de rederijkers, pedant.Ga naar voetnoot1 Doch bij meer dan één gelegenheid zagen onze vaderen het fransch de kunst af, tegelijk eenvoudig en verheven, eenvoudig en geestig, eenvoudig en bevallig te zijn. Zoo vaak zij daarin slaagden waren zij voortreffelijk; en deze kleine keurbende van gelukkige proeven vormt eigenlijk de middennederlandsche letterkunde.

 

einde van het eerste deel.

voetnoot1
Oorkondenboek van Holland en Zeeland, No. 481. - Melis Stoke, Rijmkronijk, B. IV, vs. 65 vgg.:
 
Si dede 't kind wel achterwaren,
 
Tote het quam tot zulken iaren,
 
Dat hi hem selven began verstaen.
 
Doe dede sine ter scolen gaan,
 
Walsch en Dietsch leren wel.
voetnoot2
Augustin Thierry, Conquête de l' Angleterre, druk van 1872 IV 313 vgg. - Eerst sedert Chaucer (1328-1400) is, na de angelsaksische van koning Alfred (849-900), weder eene engelsche letterkunde in het engelsch ontstaan.
voetnoot1
Taine, Littérature Anglaise, I 110 vg. Van Vloten, Prozastukken, bladz. 247 vgg.
voetnoot2
Adenes le Roy (1240-1300), Li roumans de Berthe aus grans piés, uitgaaf van A. Scheler, 1874, vs. 147 vgg.
voetnoot3
Wanneer Adenes le Roy gezegd heeft:
 
Avoit une coustume ens el tiois pays
 
Que tout li grant signor, li conte et li marchis
 
Avoient entour aus gent françoise tous dis
 
Pour aprendre françois lor filles et lor fis,
dan gaat hij, na over den hongaarschen koningszoon gesproken te hebben, aldus voort:
 
Adonc tenoient Franc les Tiois por amis,
 
S'aidoient li un l'autre contre les Arabis.
Met ‘les Tiois’ worden hier niet de Dietschen of Nederlanders, maar in het algemeen de Duitschers bedoeld. ‘Tiois pays’ is Duitschland, met inbegrip van Hongarije.
voetnoot1
Hiervóór, bladz. 572 vg.
voetnoot2
Hiervóór, derde hoofdstuk, bladz. 200 vgg.
voetnoot3
Hiervóór, derde hoofdstuk, bladz. 213.
voetnoot4
Boudewijn IX van Vlaanderen, Hendrik III van Brabant, Wenceslas, schreven fransche gedichten. Geldersche graven hiervóór, bl. 580, n. 2.
voetnoot5
Jan van Heelu, dichter van den Slag van Woeronc (1288). Bij Jonckbloet, Letterkunde, I 99:
Ic ben des Fransoys niet wel meester.
voetnoot1
Reeds halverwege de 14de eeuw vindt men dit rederijkers-gebrek tot eene deugd verheven door Boendale, die, hoewel niet onbekend met hooger eischen, nogtans het dichter-zijn in de eerste plaats afhankelijk stelt van het ‘gramarijn’-zijn. - Leekespiegel, uitgaaf van De Vries, 1845, B. III, c. 15: ‘Hoe dichters dichten sullen ende wat si hanteeren sullen.’ Hetzelfde hoofdstuk bij Verwijs, Bloemlezing, II 181 vgg. Overzigt der plaatsen bij Te Winkel, Maerlant's Werken, bladz. 378 vgg. Schotel, Rederijkers, I 53.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken