Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land van Rembrand (1882-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land van Rembrand
Afbeelding van Het land van RembrandToon afbeelding van titelpagina van Het land van Rembrand

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

ebook (4.11 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land van Rembrand

(1882-1884)–Cd. Busken Huet–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw


Vorige Volgende

XXVII [Cromwell]

Ik schrijf een buitengewoon nederlandsch geschiedkenner en staatsman onzer dagen na, wanneer ik het leven van Jan de Witt en Willem III een strijd tegen het noodlot der Republiek noemGa naar voetnoot2.

[pagina 372]
[p. 372]

Of de raadpensionaris en de stadhouder, voor de zaak van het regtsgenootschap der volken, in dien strijd de spits hebben afgebeten, dit kunnen wij niet beoordeelen. Het regtsgenootschap der volken was geen begrip hunner eeuw; dan wel, zij zouden desgevraagd niet geloochend hebben dat Frankrijk onder Lodewijk XIV, Engeland onder Karel II en Jacob II, van het genootschap deel uitmaakten, even goed als Nederlands medestanders of Nederland zelf.

De hoofdzaak echter is dat wij, van den eersten engelschen oorlog in 1652, tot den vrede van Utrecht in 1713, Nederlands lotgevallen ons hebben voor te stellen als eene met waardigheid volgehouden worsteling tegen een onvermijdelijken ondergang, waarbij het Gemeenebest ten slotte toonbare voordeelen wegdroeg, maar niet één der schitterende waarop zijn verleden het aanspraak scheen te geven, niet één dat voor het begin eener tweede jeugd gelden konGa naar voetnoot1.

Een geschikt middel ons van het zeldzame in Jan de Witt en Willem III rekenschap te geven, is te letten op het even zeldzame in hunne tegenstanders, en in het genie der door deze mededingers vertegenwoordigde volken.

Engeland had in den dertigjarigen oorlog zich bijna

[pagina 373]
[p. 373]

niet gemengd. Een werkzaam middel van Engelands zijde zou geweest zijn zich met Turkije te verbinden, en het katholiek Oostenrijk door den turkschen sultan te doen aanvallen in den rug. Doch, ofschoon protestantsche vorsten, Jacob I noch Karel I wilden eene politiek begunstigen die in hunne oogen naar een bondgenootschap van Christus met Belial zweemdeGa naar voetnoot1. Zij lieten dus de protestantsche zaak op het Vasteland nagenoeg voor hetgeen zij wasGa naar voetnoot2, of verrieden haar onwillekeurigGa naar voetnoot3, - maar niet tot vermeerdering hunner persoonlijke rust in Engeland zelf.

Geprikkeld door 's konings kwade trouw en zijne autokratische neigingen, was onder Karel I bij de Engelschen, met eene ongekende kracht, de voorvaderlijke hartstogt der zelfregeling ontwaakt. Met zijn leven had de koning geboet voor zijn weerstand bieden aan het parlement. De Republiek was uitgeroepen; en bij het sluiten van den vrede van Munster telde Europa een gekroond hoofd minder.

Gedurende al den tijd dat in Engeland deze nationale worsteling aanhield, waren de belangen van handel, nijverheid, en scheepvaart, er verwaarloosd. Toen het pleit tegen den koning beslist was, en Engeland zijne welvaart met die van Nederland vergeleek, toen bespeurde men dat er een achterstand viel bij te werken. De nieuwe engelsche Republiek was verloren,

[pagina 374]
[p. 374]

zoo zij niet ijlings tegen de royalistische vrijbuiters, aanhangers van den gevallen souverein, militaire vloten in zee bragt. Zij kon het niet winnen, zoo zij hare eigen handelsmarine en haar eigen handel niet tegen de nederlandsche konkurrentie beschermde.

Vandaar dat wij omstreeks dezen tijd in den persoon van Blake, overwinnaar der royalisten en zee-cavaliers, voor het eerst een dier engelsche admiralen zien opstaan welke daarna, evenals de nederlandsche, de wereld met den roem hunner wapenfeiten vervullen zoudenGa naar voetnoot1. Vandaar ook de regtstreeks tegen de Hollanders gerigte AkteGa naar voetnoot2, welke uit andere werelddeelen voortaan geen invoer in Engeland tenzij met engelsche schepen toeliet; uit andere landen van Europa geen invoer tenzij of met engelsche, of met schepen van het land waaruit de goederen afkomstig waren. Deze protektionistische maatregel heeft den grond van Engelands handelsmagt in de toekomst gelegd, en is tot in het laatst der 18de eeuw door beroemde engelsche ekonomisten met warmte verdedigdGa naar voetnoot3.

[pagina 375]
[p. 375]

Eigenlijk kwam hij meer van Vane, lid van het uitvoerend bewind der engelsche republiek, dan van Cromwell, die toen nog Protector moest wordenGa naar voetnoot1. Voor de Hollanders evenwel, wier vrachtvaart voor een niet klein gedeelte van den invoer in Engeland leefde, maakte dit geen verschil. Wie Henry Vane was wisten zij niet, of ging hen niet aan. Het handhaven van den maatregel, door Cromwell, bragt hun meer schade toe dan het vinden door hém. Cromwell beligchaamde in hunne schatting de gehate Akte.

Uit dezen strijd van handels- en scheepvaartbelangen, tusschen Engeland en Nederland, is een der hevigste en minst logische internationale antipathien

[pagina 376]
[p. 376]

geboren, van welke de geschiedenis der 17de eeuw aanteekening heeft gehouden.

Cromwell scheen in de wieg gelegd om het hart zijner nederlandsche tijdgenooten te winnen. De engelsche omwenteling van 1648 was de vleijendste hulde aan die der Nederlanders van 1572. Dezen hadden toen met niet minder nadruk tegen hun wettigen vorst de wapenen opgevat, als de Engelschen zeventig jaren later den hunnen voor de parlementaire jury daagden en ter dood veroordeelden. Filips II was met dezelfde geestdrift afgezworen als Karel I onthoofd. Milton, in zijne beroemde Pro Populo Anglicano Defensio, beriep, tot zijne en Cromwell's vrijspraak, zich bij de vierschaar van Europa op het door de Hollanders kloekmoedig gegeven voorbeeldGa naar voetnoot1. Sedert Willem den Zwijger was in dat werelddeel niet zulk een onverschrokken opstandeling te voorschijn getreden als Cromwell, met zulk een organiserend genie. Na 's prinsen dood, in 1584, had Nederland eene republikeinsche orde van zaken het aanzijn gegeven, welke in dezelfde mate als Cromwell dit verlangde de vrijheid aan de orde verbond. Een Nederlander van naam, in Engeland gevestigd, sloot met hart en ziel zich bij den engelschen opstand aanGa naar voetnoot2. In Cromwell's puriteinsche tale Kanaäns

[pagina 377]
[p. 377]

herleefden de nederlandsche Geuzeliederen en de nederlandsche Staten-Bijbel. Zijn gemeenebest en dat der Zeven-Provincien wortelden in hetzelfde kalvinistisch geloof.

Maar de engelsche vloot, - die in 1603, het sterfjaar van koningin Elisabeth, slechts 42 bruikbare schepen telde, - bestond na niet meer dan vier jaren republikeinsch bestuur, in 1651, uit 106 sterk bemande bodems. Nadat Marten Tromp in December 1652 haar eene zware nederlaag had toegebragt, wies zij in één jaar tot 136. Eene pressing van zeevolk deed in hetzelfde jaar hare bemanning stijgen van 15.000 tot 30.000 koppen.

Dit, en de krachtiger bouw harer schepen, maakten haar onwederstaanbaar. Toen in 1654 Jan de Witt den vrede verlangde, schreef Cromwell onze Republiek de wet voor. Daar hij het Huis van Oranje verdacht één lijn met de Stuarts te trekken, eischte hij dat de Staten-Generaal den kleinzoon van Frederik Hendrik van het stadhouderschap zouden uitsluiten. ‘Of dit,’ zeide hij, ‘of geen vrede.’Ga naar voetnoot1 In plaats dat hij de Akte van Navigatie zou hebben ingetrokken, dwong hij met

[pagina 378]
[p. 378]

het mes op de keel Nederland ook nog de Akte van Seklusie af.

De hieruit ontstane vervreemding is nooit bijgelegd. Veeleer ging, toen Karel II naderhand op zijne beurt Nederland den oorlog aandeed; en nogmaals toen Willem III, met de beste bijoogmerken, van de nederlandsche admiralen engelsche vice-admiralen maakte; de kloof telkens wijder gapenGa naar voetnoot1.

voetnoot2
Thorbecke, Historische Schetsen, 1860, bladz. 17: ‘De Witt stond op een scherpen post. Zijn leven was een strijd tegen het lot der Republiek; een strijd, waarin zij het spits afbeet voor de zaak van het regtsgenootschap der volken’.
voetnoot1
‘Omtrent ten tien uuren des morgens, 12 April 1713, werdt te Utrecht de vrede den volke aangekondigd door 't lossen van eenige ligte stukjes die voor 't Stadhuis stonden. De afkondiging geschiedde daarna door 't gansche land. De vreugde was klein onder 't gemeen, en groot de verbittering tegen de engelsche staatsdienaars, dien 't alleen geweeten werdt dat men, na 't voeren van eenen roemryken en voorspoedigen oorlog, zig met eene schandelyke en niet zeer vooreelige vrede vergenoegen moest.’ Wagenaar, Vad. Historie, XVII 515.
voetnoot1
Van Oordt, Nederland en Turkije, Gids 1873, III 440, 446.
voetnoot2
Over de flaauwe ondersteuning, door Jacob I verleend aan zijn schoonzoon Frederik van den Paltz, bij Schotel, De Winterkoning en zijn gezin, 1859, 7de en 8ste Hoofdstuk.
voetnoot3
Over Karel I's heulen met Spanje in 1639, hiervóór.
voetnoot1
Ranke, in het hierna te noemen hoofdstuk zijner Englische Geschichte vornehmlich im 17ten Jahrhundert.
voetnoot2
‘Die caraibische Inseln, vor allen Barbadoes, waren durch ihre Zuckerpflanzungen zu hohem Wohlstand emporgekommen: aber sie hielten, so wie Virginien, an dem König fast. In Barbadoes sind die Anhänger der Republik vertrieben worden; die Einwohner haben förmlich den Beschluss gefasst, in allen Handel und Wandel den Holländern den Vorzug zu geben. So wurden auch die Producten von Virginien in holländischen Schiffen nach aller Welt, selbst nach England verfahren. Eben gegen diese Verbindung royalistischer und holländischer Interessen waren die Bestimmungen der Navigationsacte zunächst gerichtet.’ Ranke.
voetnoot3
Adam Smith, Wealth of Nations, 1776: ‘It is not impossible that some of the regulations of this same Act may have proceeded from national animosity. They are as wise, however, as if they had all been dictated by the most deliberate wisdom. National animosity, at that particular time, aimed at the very same object which the most deliberate wisdom would have recommended: the diminution of the naval power of Holland, the only naval power which could endanger the security of England.’ Bladz. 128 der uitgaaf in één deel. - ‘Von allen Acten, die in dem Parlement durchgegangen sind, ist die Navigationsacte vielleicht die, welche die umfassendsten Folgen für England und die Welt herbeigeführt hat.’ Ranke, Englische Geschichte, 3de Druk, IV 64, hoofdstuk: Machtstellung der Republik zu Land und See.
voetnoot1
‘Vane's aim was to raise in the navy a force devoted to the House and to eclipse the glories of Dunbar and Worcester by yet greater triumphs at sea. With this view the quarrel with Holland had been carefully nursed; a Navigation Act, prohibiting the importation in foreign vessels of any but the products of the countries to which they belonged, struck a fatal blow at the carrying trade from which the Dutch drew their wealth.’ Green, A short history of the English people, 1882, bladz. 562.
voetnoot1
De ‘illustrious States of Holland’ zijner dagen worden door Milton genoemd ‘the genuine offspring of those deliverers of their country.’ In eene apostrofe bezweert hij de Staten te overwegen wat er in Holland gebeuren zou, indien zij prijsgaven ‘that liberty of yours, asserted and vindicated by so many years war and toil.’ 1651. - Engelsche vertaling van 1692.
voetnoot2
Isaac Doreslaer, van Enkhuizen, sedert 1628 hoogleeraar in de geschiedenis te Cambridge. Hem wordt nagegeven in het regtsgeding van Karel I eene rol gespeeld, en het zijne bijgedragen te hebben om den koning op het schavot te brengen. Vermoord in Den Haag door een uitgeweken engelsch royalist, Mei 1649. Zijn lijk naar Londen overgebragt en op staatskosten begraven; zijn zoon en zijne dochters door het Parlement geëerd. - Van der Aa, B.W., IV 227. - Van Vloten bij Arend, IV1 83, met Doreslaer's portret.
voetnoot1
‘Cromwell weigerte sich den Frieden zu ratificiren, ehe ihm die Acte van Seclusie eingehändigt wurde.’ Ranke, Englische Geschichte, IV 121 en de noot.
voetnoot1
Bagehot over Carlyle's Cromwell, naar welken bovenstaande trekken meest gevolgd zijn: ‘Whatever may be the fate of his fame, Mr. Carlyle has taught the present generation many lessons, and one of these is that Godfearing armies are the best armies. Before his time people laughed at Cromwell's saying: Trust in God, and keep your powder dry. But we now know that the trust was of as much use as the powder, if not of more. That high concentration of steady feeling makes men dare everything and do anything.’ Physics and Politics, 5de Druk, bladz. 76 vg.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken