Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Robert Bruce's leerjaren (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Robert Bruce's leerjaren
Afbeelding van Robert Bruce's leerjarenToon afbeelding van titelpagina van Robert Bruce's leerjaren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Robert Bruce's leerjaren

(1898)–Cd. Busken Huet–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 12]
[p. 12]

III Een oosterling.

Woltera en hare ouders waren sedert lang in de rust, toen op Robert's kamer nog druk geredeneerd werd. Al spoedig na zijne thuiskomst was een jong mensch komen oploopen, wiens gemeenzame toon aan een broeder zou hebben doen denken, ware zijn uitzigt daarmede niet te zeer in strijd geweest. Hij was even donker als Robert blond en droeg een fijnen zwarten knevel, die onder zijn haviksneus en bij zijn blozende wangen sprekend uitkwam, - evenals tegen zijn blank voorhoofd de raafzwarte krullende haren en de fijngepenseelde raafzwarte wenkbraauwen, waaronder twee bijziende, maar glinsterende oogen als gitten vonkelden. Voor het overige klein van gestalte, maar treffend welgemaakt, en met veel zorg gekleed. Als hij pas begon te spreken, lispelde hij; maar dat gebrek verdween naarmate hij warm werd. En dien avond werd hij zelfs zóó warm, dat hij Robert tegen zijne gewoonte stil maakte.

- ‘Wij gaan een heerlijken tijd te gemoet!’ riep hij. ‘De midden-eeuwen zijn eigenlijk nu eerst achter den rug. Er waren nog altijd bergen van misbruiken overgebleven. Verdienste kwam niet tot haar regt, kruiwagens hielpen meer dan kundigheden, ware gelijkheid bestond niet. Eerst nu begint voor de aristokratie van het verstand de bloeitijd aan te breken!’...

- ‘Och kom!’ viel Robert hem in de rede, half bitter, half op een toon van verveling. ‘Verkoop toch zulke praatjes niet. De aristokratie van het verstand heeft altijd bestaan. Nieuw is alleen die van het geld; nieuw zijn de dynastien van jodenbankiers. Daar kunnen zelfs de Bonapartes en de Koburgen niet tegen aan. Jelui van de natie regeert tegenwoordig de wereld en laat koningen en ministers naar je pijpen dansen. Nu, je hebt de oudste brieven. Verder ben ik het alleen in zoo ver met je eens, vriend Adolf, dat een goede tijd voor de advokaten, zooals de onze, ook een goede tijd voor de kinderen Israëls is. Als de zon schijnt en het meteen regent, dan is het kermis in de hel.’

[pagina 13]
[p. 13]

Adolf nam dien uitval niet kwalijk. Hij was een jood, en wilde het wel weten. Bij de Bruce's aan huis, te Amsterdam, waar hij was opgevoed, heerschte een humane, maar vrije toon, en reeds als kind was hij er aan gewoon geraakt, spelend met Robert en de andere kleine Bruce's, drie meisjes en nog een jongen, zich schertsend of in ernst aan zijne afkomst te hooren herinneren,

- ‘Laat het oude testament nu eens rusten, Robert,’ zeide hij en speelde met een gouden lorgnet die aan een fijn zwart koord om zijn hals bevestigd was. ‘Zonder geld kan de wereld niet bestaan, en of een leening door joden of door christenen genomen wordt is onverschillig. Op den maatschappelijken rang van het talent komt het aan, in onderscheiding van de geboorte. En die vijand is eindelijk overwonnen - zoo we ten minste zorg dragen dat er niet dadelijk een nieuwe voor in de plaats komt. Jou barrikadehelden bedoel ik, jou kommunisten en socialisten, heel Europa door; die geboren haters van alles wat uitblinkt: van de wetenschap, van de kunst, van het genie!’

- ‘Welnu,’ zei Robert met een satirieken lach, ‘je bent immers rustbewaarder geworden van avond, en ik ook? De socialisten en de kommunisten kunnen ons nu geen kwaad meer doen!’

- ‘Natuurlijk steek je den draak met hetgeen in de vergadering van het korps besloten is,’ hernam Adolf. ‘Maar dat kan mij niet schelen. Ik weet even goed als jij, dat wij met vrrrdubbelde rrrotten rrrêgts in de flânk het Faubourg Saint Antoine en zijn lieve jongens ons niet van het lijf kunnen houden. Maar ik kom op voor het beginsel. De wereld mag niet kunnen zeggen dat wij den adel en het droit divin een kop kleiner hebben gemaakt, alleen om zelven naderhand door het kanalje te worden opgevreten. Kan ik het ongedierte niet verdelgen, ik wil er voor het minst tegen schutteren. Schoudêrr 't gwrrr!’

- ‘Dat ongedierte, Adolf, is het volk Gods van onze negentiende eeuw. Het is familie van je!’

- ‘Wel mogelijk. Maar verloochenen ze mij, ik doe het ze terug. Je ne transige pas avec l'émeute! Kon ik er op schieten, ik liep de kans, kippig als ik ben!’

- ‘Maar kerel,’ riep Robert, die nu óók warm begon te worden, ‘stroomt er dan zóó weinig bloed van Abraham, Izak en Jakob door je aderen, ben je zulk een renegaat geworden,

[pagina 14]
[p. 14]

zulk een egoïst, dat je niets gevoelt voor het lijden van je broederen naar den geest? La sainte canaille, zooals ik met Barbier haar noem - ofschoon hij tot het valsche konvent behoort - is het Lam Gods van onzen tijd, de Messias der eeuw. Je kunt hem verkoopen voor geld, zooals Judas heeft gedaan en uu de koningen en de minísters doen; je kunt hem verraden aan de moderne Kajafassen, die hem an Pilatus zullen overleveren; je kunt hem kruisigen tusschen twee tuchthuisboeven - maar bij God, ten derden dagen zal hij opstaan uit de d'ooden en een gemeente stichten, die de poorten der hel niet zullen overweldigen! Die hel ben jij, - jij en je vervloekte geestverwanten, die den Verlosser der wereld ten tweede male aan het schandhout slaat. Bloedzuigers ben jelui, vampyrs van het arme volk, dat alleen deugt om tigchelsteenen voor je te bakken en piramiden voor je te bouwen. Huichelaars ben je, die met een sajetten pruik op je bol en een zwarte soepjurk aan, schijnheilig regt spreekt naar een wet, die je zelf gemaakt hebt. Zielverkoopers ben je, die de eene helft van het volk als soldaten ronselt om er de andere helft als honden door te laten doodschieten. Wacht maar! Het zal je vergolden worden! De dag des oordeels komt! Op je knieën, op je bloote knieín ja, zul je eenmaal je slagtoffers van heden om genade smeeken. Maar dan zullen het je beulen geworden zijn. En verbaas je dan niet als ze in het martelen uitgeleerd bevonden worden, want je hebt er hun zelf les in gegeven!’

Een vreemdeling, die Robert voor het eerst dus hoorde losbarsten en zijne blaauwe oogen apokalyptische stralen zag schieten, terwijl zijne lange dunne baren begonnen te golven als de manen van een leeuw, zou misschien onrustig geworden zijn. Was het met dien knaap wel rigtig? Maar Adolf bleef er kalm onder en zette zijn knijpbrilletje op.

- ‘Ik misgun niemand het goede,’ zeide hij, ‘en wanneer het volk, zooals je het noemt, kans ziet zich een betere positie te veroveren, zal ik er mij hartelijk over verheugen. Maar de wet gaat vóór. Waarom keeren jou kliënten de wereld onderst boven? Wat verlangen ze? Ben jij schaapachtig genoeg om ze voor apostelen en profeten te verslijten - ik niet. Benijders zijn het, geen heiligen of martelaars. Op hun beurt willen ze in de koets rijden, die hen nu met modder bespat. Versch willen ze den visch en de roomtaartjes eten, die ze nu alleen stinkend of oudbakken bekomen kunnen. De mannen? schenk hun vrij wijn, betaal de meubelmakersrekening van hun maîtres,

[pagina 15]
[p. 15]

en ze zullen hun wettige kinderen van honger laten omkomen. De vrouwen? spiegel ze een loge in de opera voor, een veer op haar hoed, een sleep aan haar japon, een camée op haar borst, en over een jaar of wat moog je bij haar volwassen dochters slapen. Onder al jou barrikadehelden en heldinnen is er niet één, die een zier meer deugt dan onze eigen middenstand. Wat zeg ik? Alleen in onzen stand worden mannen gevonden, voor wie men zonder laagheid den hoed afnemen, vrouwen waar men zonder huichelarij voor knielen kan. Wat daarboven is schenk je me, dat weet ik. Maar wat ik je bidden mag, idealiseer niet wat er beneden gaat, want het denkbeeld alleen werkt bij mij als een braakmiddel!’

Robert was weder in zijne gemelijke stemming teruggezonken. Al zoo dikwijls had hij met Adolf over zulke onderwerpen geredetwist, dat hij geen lust gevoelde den ijdelen woordenstrijd juist nu weder voort te zetten. Bovendien was het laat geworden, en hij wilde den volgenden ochtend tijdig bij de hand zijn om buiten de stad een bezoek te gaan afleggen.

- ‘Niet dat ik je wegjaag,’ zeide hij half geeuwend, toen Adolf had uitgesproken, ‘maar het is half drie.’

Benijdenswaardige vrijmoedigheid van het studentenleven! Robert zeide slechts wat hij meende, en Adolf vond hem niet grof of onbeleefd. Hij verweet den wenk alleen zich zelven, en redde zich met eene aardigheid ten koste van den sergeant-instrukteur der nieuwerwetsche vrijkorporisten.

- ‘Half drie!’ riep hij, overeind springend en zijn pet grijpend. ‘Aaaff 't gwrrr, dan, en plaaats rrrst!’

Hij ging zijns weegs en Robert droomde dien nacht van eene sociaal-demokratische republiek waarin alle menschen tevreden waren met hun deel, en van eene jagerswoning in een bosch, waaruit een klein meisje hem te gemoet kwam loopen en de armpjes om zijnen hals sloeg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De Bruce's. Deel 1: Robert Bruce's leerjaren. Deel 2: Jozefine


plaatsen

  • Amsterdam


landen

  • IndonesiĆ«