Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoera voor het Leven (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoera voor het Leven
Afbeelding van Hoera voor het LevenToon afbeelding van titelpagina van Hoera voor het Leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.75 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoera voor het Leven

(1959)–J.J. Buskes–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 181]
[p. 181]

De oorlogsjaren

Vanaf honderden preekstoelen is er in de oorlogsjaren tegen het nationaalsocialisme gepreekt en gebeden. Terecht. Het nationaalsocialisme was een modern heidendom, een heidendom na Christus, dat zeer bewust tegen Christus en in Christus tegen alle geestelijke waarden, die wij aan het christendom te danken hebben, neen zei.

Het hart van het nationaalsocialisme was het antisemitisme en dit antisemitisme was naar het woord van Karl Barth een zonde tegen de Heilige Geest.

Tegen het nationaalsocialisme koos de kerk geen partij, maar was de kerk partij.

In de oorlogsjaren ben ik met velen, meer nog dan in de vooroorlogse jaren, gaan verstaan, dat de bijbel van het begin tot het einde opkomt voor de waarachtige menselijkheid, de ware humaniteit. Voor de oorlog heeft de kerk veel te hooghartig en te goedkoop over het humanisme gesproken, niet beseffend wat humaniteit voor het leven op aarde betekent. In de oorlogsjaren heeft de kerk een aantal geestelijke waarden, verworvenheden, verdedigd - gerechtigheid, waarheid, vrijheid, barmhartigheid - die ook door de humanisten verdedigd werden. Zo had de kerk een woord samen met anderen. Dat heeft bij velen buiten de kerk waardering gevonden. Duizenden, die nooit meer een voet in de kerk zetten, kwamen in de jaren 1940-1945 telkens weer in de kerk, omdat in de kerk gebeden werd voor allen, die in nood waren: de Joden, de mannen en vrouwen in de gevangenissen en concentratiekampen, de onderduikers. Wat deze voorbede voor ons volk betekend heeft, is in geen woorden tot uitdrukking te brengen. In de laatste oorlogsjaren preekte ik vrijwel elke zondag in de Muiderkerk. A.J. Koejemans, de hoofdredacteur van De Waarheid, schreef 20 september 1945 over de vreselijke winter van 1944-1945:

‘Ik moest denken, hoe ik op de Kerstmorgen van die barre winter naar de Muiderkerk ging. In die kerk vertolkte een predikant wat ons allen bezielde met moedige woorden, die geen gestapo vreesden. Die Muiderkerk heeft voor ons iets beteekend in die zwarte dagen, al was het slechts

[pagina 182]
[p. 182]

om er in het gebed te hooren van een mensch, die in het openbaar durfde getuigen voor de gemartelden in de concentratiekampen. Toen drie man reeds te veel was voor een bijeenkomst, was het goed daar samen te zijn’.

Wat Koejemans van de Muiderkerk zegt, gold van zeer vele kerken.

In die jaren leerden wij de bijbel en het boek der psalmen opnieuw verstaan. We hebben gepreekt, gezongen en gebeden. Dwars tegen het nationaalsocialisme in, dwars tegen het antisemitisme in. We waren geen helden. De nood was ons opgelegd. En in de prediking van het evangelie van Jezus Christus zijn we opgekomen voor de ware humaniteit, voor de eer van de mens, zijn eer van Gods wege.

Het was niet eenvoudig, want de N.S.B.ers, ook die, welke lid van onze kerk waren, zaten niet stil, al zaten ze in de kerk. Ze werden wild vanwege onze preken. Ze noemden ons ‘preektijgers’ en in nationaalsocialistische bladen vestigden zij de aandacht van de Duitse autoriteiten op ons.

Volk en Vaderland schreef 23 augustus 1940: ‘Een ding in het bijzonder moet Ds Buskes zeer goed onthouden: ophitsing tegen de overheid, die over ons gesteld is en die zich uitsluitend mag en zal laten leiden door het geestelijk en stoffelijk heil van het geheele volk, zal onder geen beding kunnen worden geduld, met name niet als ze geschiedt onder christelijk mom, met vrome en sentimenteele frazen’. 31 januari 1941 schreef hetzelfde blad over de joodse geest in de kerken. Het verweet ons, predikanten, dat wij voor de joden opkwamen. Bij ‘dit volksverraad’, zo zei het, bleek ‘de naar bloed en geest verjoodschte Ds Buskes een zeer waardevolle hulpkracht’. Het blad riep ons op onze schijnvrome en in wezen goddeloze ophitsing op de kansel te staken en het waarschuwde ons: ‘Als de door ons misleiden met hun bloed zouden moeten betalen, zullen de ware schuldigen en ophitsers hun gerechte straf geenszins ontloopen’.

Het Nieuwe Volk schreef 2 november 1940: ‘Dat de halfjood Buskes geen gevoel kan hebben voor de adel en de heiligheid van ons nederduitsche volk, kunnen we maar al te goed begrijpen. Het wordt van hem als niet-Nederlander ook niet verlangd. Maar daarom behoeft hij met zijn femelende woorden ons Nederlanders nog niet in onze heiligste gevoelens te

[pagina 183]
[p. 183]

kwetsen. Zoolang de kerk zulke volksvreemde en volksvijandige hetsers op haar kansels duldt moet zij zich er niet over verwonderen als er tenslotte eens hard tegen sommige kerkbeambten ingegrepen wordt. Wil de kerk het verwijt van verpolitiekt te zijn en de gevolgen van dit verwijt ontgaan, dan zal zij dergelijke politiseerende dominees, en voorop die van joodsche bloede, hebben uit te zuiveren’.

En De Misthoorn van 14 december 1940 vroeg aan het einde van een artikel: ‘Hoe lang zal deze Jood zijn op geraffineerde wijze gedoseerd vergif nog aan de man mogen brengen?’

Zo werd er in de nationaalsocialistische pers over de predikanten in het algemeen en over een aantal van hen in het bijzonder en met name geschreven. Het ergste was, dat in vele gevallen eigen gemeenteleden de scribenten waren.

In het verzet van de kerk werd ik op twee wijzen betrokken: ik kwam in het IKO en deed mee met de actie van de Lunterse kring.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken