Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoera voor het Leven (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoera voor het Leven
Afbeelding van Hoera voor het LevenToon afbeelding van titelpagina van Hoera voor het Leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.75 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoera voor het Leven

(1959)–J.J. Buskes–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Lunterse Kring

Vertegenwoordigde het IKO het officiële verzet van de kerk, de Lunterse Kring vertegenwoordigde het officieuze.

Op de tentoonstelling van het verzet in de Nieuwe Kerk te Amsterdam (1946) - dat grote prentenboek voor ons volk - zag men op een van de schilderijen het Nederlandse gezin, gevangen in een web van nazi-

[pagina 188]
[p. 188]

maatregelen. Door allerlei verzetsscharen wordt dit web echter stuk geknipt. Een van die scharen is de Stem der Kerk. Van de opschriften luidt er één: ‘Betere Weerstand’. Een ander schilderij, dat de Februaristaking van 1941 uitbeeldt, toont ons een geweldige mannenfiguur die de Duitsers verwenst en vervloekt. Hij is behangen, gedecoreerd, met herinneringen aan het oorspronkelijke en allervroegste verzet. Eén van die herinneringen is een klok, die op even voor twaalf staat, met de woorden: ‘Bijna te laat’. Deze beide opschriften: ‘Bijna te laat’ en ‘Betere Weerstand’, de titels van twee door de Lunterse Kring in grote getale verspreide illegale geschriften, geven de beste karakteristiek van wat deze kerkelijke verzetsgroep wilde en bedoelde. Zij werd in haar actie gedragen en gestuwd door deze twee beseffen, 1) dat het in kerkelijk Nederland bijna te laat was en er dus gevaar dreigde, 2) dat een uitsluitend nationaal verzet niet voldoende was en er dus een betere weerstand moest komen.

De actie van de Lunterse Kring ging uit van de predikanten, die onder invloed van Karl Barth intens meeleefden met de strijd van de Belijdende Kerk in Duitsland. Zij gaven voor de oorlog Berichten over de Duitse Kerkstrijd uit. Kort na mei 1940 kwamen enkelen van hen in Leiden bijeen. Augustus 1940 werd in Lunteren een clandestiene bijeenkomst van predikanten uit de Hervormde Kerk en het Hersteld Verband gehouden. Ook enkele gereformeerden - volgelingen van Prof. Schilder - waren aanwezig. Aan deze conferentie te Lunteren ontleende de verzetsgroep haar naam.

De Lunterse Kring heeft voortdurend de Synode der Hervormde Kerk en het IKO onder druk gezet. In september 1940 begonnen we met een Berichten-dienst: de rondzending in gecyclostyleerde uitgave van berichten, gegevens, artikelen en discussies, die de kerk en het kerkelijk verzet moesten stimuleren. Hieraan werkten o.a. mee Dr. J. Koopmans, Ds K.H. Kroon, Dr. K.H. Miskotte, Mr. G. Slotemaker en ik. Gedurende enkele jaren werden deze Berichten rondgezonden, vooral aan predikanten. Het doel van de Berichten was op te roepen tot een radicaal en principieel verzet tegen het steeds meer opdringende nationaalsocialisme.

In het najaar van 1940 verscheen het meest bekend geworden vlugschrift

[pagina 189]
[p. 189]

van de Lunterse Kring Bijna te laat, geschreven door Dr. J. Koopmans, een fel protest tegen het antisemitisme en een hartstochtelijke oproep, in geen enkel opzicht medewerking te verlenen aan de maatregelen van de Duitsers tegen de Joden. Het werd in meer dan vijftig duizend exemplaren verspreid. Toen het verschenen was, reisde ik met een grote koffer, waarin twee duizend exemplaren zaten, van Amsterdam naar Rotterdam.

Het tweede geschrift Ons kind in gevaar werd door mij geschreven in samenwerking met Nico Okma - de latere professor van de Vrije Universiteit - en van Randwijk. Het handelde over de aanval van de nazi's op het onderwijs en de scholen.

Nog vele andere geschriften zijn gevolgd: Betere Weerstand, Gesprek in bezet gebied, Wat wij wel en wat wij niet gelooven, Volk van Drente kiest nu, Geloof en Leven. Al deze illegale geschriften werden door Ds Touw opgenomen in het tweede deel van zijn Het verzet der Hervormde Kerk.

Namens de Lunterse Kring presteerde Mej. H. Kohlbrugge - Lotje - het in juli 1942 naar Bazel te reizen, om aan Karl Barth een aantal vragen voor te leggen. Deze vragen zijn van betekenis, omdat zij duidelijk maken, op welke fronten we in die dagen moesten vechten:

1)Is het mogelijk de kerkelijke voorbede voor de Koningin te laten vervallen?
2)Is het rechtvaardig en noodzakelijk, dat de kerkelijke diaconie de arbeiders, die weigeren in Duitsland te werken, maatschappelijk ondersteunt?
3)Is het de individuele christen geoorloofd, de illegale organisaties tot herstel van de rechtstoestand in Nederland financieel en door persoonlijke deelname te steunen?
4)Bestaat er in verband met de verplichte strijd voor de rechte staat en tegen de staat van het rovershol een bijzondere opvatting van het goddelijk gebod, om de waarheid te spreken?
5)Kan een groep kerkleden haar meningen en eisen, die verder reiken dan de uitspraken van de officiële kerkelijke leiding, in het openbaar publiceren zonder gevaar voor een schisma?

Barth beantwoordde deze vragen in een brief An meine Freunde in den Niederlanden, die door Mej. Kohlbrugge naar Nederland gebracht en

[pagina 190]
[p. 190]

door Ds Kroon in het Nederlands vertaald werd. Met medewerking van het illegale Vrij Nederland werd deze brief illegaal gedrukt en door de mensen van Vrij Nederland en de Lunterse Kring verspreid.

De eerste vraag beantwoordde Barth met een onvoorwaardelijk neen. Het gebed voor de Koningin is geen romantisch spel en ook geen zaak van sentimenteel patriottisme, maar een ernstige belijdenis van de door God ingestelde rechte staat, waarvan het Huis van Oranje de exponent is. Juist deze belijdenis wordt door de nazi's bestreden. Alles, wat de kerk aangaande de goddelijke drieëenheid, de godheid van Jezus Christus, de rechtvaardiging van de zondaar door het geloof belijden moet, culmineert thans in deze belijdenis. Nationaalsocialisme betekent anarchie in het gewaad van de orde van een rovershol en daardoor de loochening van alle artikelen van het christelijk geloof. Daartegen moet de kerk de belijdenis van de rechte staat en daarmee de ganse christelijke belijdenis inzetten. Juist daarom mag het gebed voor de Koningin tot geen prijs nagelaten worden. Het is articulus stantis en cadentis ecclesiae.

De tweede vraag beantwoordde Barth met een onvoorwaardelijk ja.

De derde vraag wordt beantwoord met de woorden: niet alleen geoorloofd maar geboden! Veel wat nu illegaal heet is het uitsluitend legale. Het antwoord op de vierde vraag luidde: Met voorzichtigheid en bedachtzaamheid, maar onversaagd ja! Crede et fac quod debes!

Op vraag vijf antwoordt Barth: Ja! Hij verdedigt het goed recht van een vrije voorhoede, daar officiële kerkelijke instanties nooit voluit het eigenlijke zeggen kunnen.

Barth besluit met de woorden, die ons bovenmate gesterkt hebben: ‘Er is hier en er is in alle landen, binnen en buiten de kerk, een gemeenschap van hoop en van moed. Ik meen de kerk van Jezus Christus niet te verloochenen maar te belijden, wanneer ik u thans ook ten teeken van deze wijdere gemeenschap groet met de wensch en de bede, dat ook de aardsche tijdelijke hoop en de menschelijke politieke moed, zooals gij die tot nu toe getoond hebt, niet slechts behouden blijve, maar toeneme. Het zou wel zonderling zijn wanneer wij christenen ons daarin door anderen lieten overtreffen, wijl we hen juist omgekeerd daarin ver en ver de baas moesten zijn. Hebben niet juist wij christenen allereerst de belofte van deze hoop en van deze moed? Hebben wij daardoor niet oneindig veel

[pagina 191]
[p. 191]

betere gronden dan alle anderen? Wie weet of het noodzakelijke herstel van de wereldlijke orde niet juist daarom zoo schrikkelijk langzaam vordert, omdat wij christenen het louterende, verwarmende en verterende vuur, dat allang branden kon en branden moest, niet de ruimte gunnen, die het juist en allereerst in ons hart en geweten hebben moest?’

Deze brief van Barth gaf ons een theologische fundering en motivering van het kerkelijk verzet. Wie deze brief leest is voor goed genezen van de dwaling, die door de kerkelijke pers in Nederland in de hand werd gewerkt, dat volgens de Barthiaanse theologie het evangelie niets met de politiek te maken heeft.

In de adventtijd van 1942 schreef Barth een Brief nach Holland, die door ons verspreid werd.

Beide brieven zijn opgenomen in Barth's Eine Schweizer Stimme. De eerste brief werd door Ds Touw opgenomen in zijn boek over het verzet der Hervormde Kerk.

Enkele malen was de situatie zo, dat de Lunterse Kring op het punt stond een oppositiegroep tegen de Synode der Hervormde Kerk en het IKO te worden. Het is niet gebeurd omdat zowel de Synode als het IKO op de duur een krachtiger houding aannam dan in het begin.

De Lunterse Kring heeft anders dan het IKO voortdurend contact met de illegaliteit gehad. De meesten van ons behoorden tot de illegaliteit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken