Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het 'ezelken', wat niet vergeten was (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het 'ezelken', wat niet vergeten was
Afbeelding van Het 'ezelken', wat niet vergeten wasToon afbeelding van titelpagina van Het 'ezelken', wat niet vergeten was

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

Scans (7.40 MB)

ebook (2.86 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het 'ezelken', wat niet vergeten was

(1910)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 164]
[p. 164]

XXI.

Met al dat waren en bleven de bezoeken in het kostershuis toch feitelijk de eenige uitspanningsuren, die het Ezelken, sinds juffer Toria's ziekte, genoot.

Juffer Toria was een van die verwende en lastige zieken, die aldoor iemand om zich heen willen hebben. Was juffer Constance eventjes uit, zoolang ze niet terug kwam moest Aamlie bij haar blijven. Maar juffer Toria bleek oneindig veel meer gesteld op het gezelschap van juffer Constance dan op dat van haar meid, die trouwens ook genoeg haar werk in huis had, en zoo kwam het van zelf dat het Ezelken haar schaarsche oogenblikken rust en vrijheid steeds zag inkorten.

Daarover klaagde zij niet en paste haar zieke vriendin met liefde en toewijding op. 't Werd zelfs een goede afleiding voor haar verdriet, en zij, die na de brouille met haar broer onder gebrek aan bezigheid geleden had, was gelukkig zich weer voor iemand te kunnen opofferen.

't Was anders geen vermakelijke taak. De kwaal van juffer Toria bleef sleepende, nu eens wat beter,

[pagina 165]
[p. 165]

dan weer minder goed, maar toch in het geheel met tragen, stagen achteruitgang. Wat dokter Van Boeckel ook al troostte en welke middelen hij ook voorschreef, genezen deed hij juffer Toria niet.

Voor wie dagelijks met de oude kwezel leefde was 't niet zoo opvallend, maar wie haar slechts af en toe zag, schrok van de verandering. 't Was als een boom of een plant, die langzaam uitdroogt en doodgaat. Alles aan haar scheen te verschrompelen en te vervallen: haar knokkelige handen werden als gerimpeld perkament, haar geel gezicht scheen te versmallen en te verkleinen, haar hoofd zonk, als te zwaar geworden, voorover op de borst, door de trekkende pezen van den ontvleesden hals, als met strakgespannen touwen vastgehouden.

De eetlust was weg en kon, zelfs door de fijnste schoteltjes van Aamlie, niet meer worden opgewekt. De stem had een schorhollen, doffen klank gekregen, de pijnen werden knagend en bestendig, en de groote mond met dikke, blauwachtige lippen, hing, als in benauwend hijgen, voortdurend half open. Alleen de oogen, de groote, stuursche, kwade, zwarte oogen, hadden nog niets van hun somber vuur verloren en schenen van de heldergebleven kracht harer geestvermogens te getuigen.

[pagina 166]
[p. 166]

Juffer Toria scheen het voorgevoel te hebben, dat zij niet meer zou genezen. Zij geloofde niet langer aan de troostende voorspellingen van dokter Van Boeckel, zij koesterde zelfs een geheime, wrokkige minachting tegen hem en deed niets meer van al wat hij haar voorschreef; maar met al de inspanning harer laatste krachten en de medehulp van 't Ezelken, streed zij, om, door den steun der goddelijke macht, misschien nog haar genezing, en, in elk geval, haar ziele-zaligheid te bewerken.

Juffer Constance werd in het dorp rondgestuurd, om oude en jonge ongehuwde dochters van uitmuntend gedrag bij elkaar te zoeken, die, voor juffer Toria's genezing, gezamenlijke bedevaarten naar ver-afgelegen dorpen zouden ondernemen. Juff er Constance zelve, met Aamlie voor de heilige huisbeeldjes neergeknield, bad vroom, en uren lang, elken ochtend en avond, en zelfs de oude Marcellien en 't Puipken werden op de verste bede-wegen, waar de vrouwen moeilijk op één dag konden komen, uitgezonden.

Sinds het Ezelken van haar broer verwijderd was, had ook juffer Toria alle betrekking met hem en de pastorij onderbroken; maar de oude

[pagina 167]
[p. 167]

kwezel, die anders haar leven lang in de intimiteit der dorpsgeestelijkheid had verkeerd, voelde zeer de leemte van die brouille, vooral nu zij in de geestelijke hulp haar laatste toevlucht zocht; en, na enkele dagen strijd en aarzeling, liever dan zelve den eersten stap der trouwens zeer bezwaarlijke toenadering te wagen, zond zij een boodschap naar meneer den pastoor van het naburig dorp, waar 't Ezelken nog steeds ter kerke ging, of die haar ook soms een bezoek zou willen brengen.

Meneer August De Stampelaere, pastoor van bedoelde gemeente, was een man van zeer geringe afkomst (zijn ouders waren kleinboeren) maar die, om zijn knappe voortvarendheid, bizonder gunstig bij zijn overheden aangeschreven stond.

Nog geen dertig jaar oud en reeds pastoor eener zeer belangrijke parochie, had hij zijn invloed en prestige zóó weten op te houden, dat hij, in de geheele streek, een macht geworden was, waarmee, op allerlei gebied, moest afgerekend worden. Hij was het, die in tijden van verkiezing met meneer den baron-burgemeester rondging om de boeren te leeren stemmen; hij, eerder nog dan de kantonrechter, die menig geschil tusschen de ingezetenen

[pagina 168]
[p. 168]

weer in het reine bracht; hij, eindelijk, die huwelijken makelde en meer dan één grooten pachter zijn boerderij had aan de hand gedaan. Maar zijn groote specialiteit, waarin hij reeds de schitterendste triomfen had gevierd, was het inpalmen van oude, rijke vrijsters, die, door zijn welsprekendheid voor 't goede doel bekoord, meestal eindigden met hem, het zij van hand tot hand, het zij per testament, belangrijke sommen gelds te legateeren. Dit ging niet altijd zonder ergernis of wrijving, en doorgaans zelfs met verwoede vijandschap vanwege gefrustreerde erfgenamen; maar hoog stond meneer de pastoor boven zulke kleinzielige bezwaren van enkele nichtjes of neefjes verheven: hij deed het immers tot meerder eer en glorie van God; en zijn prestige, inplaats van er onder te lijden, verhoogde nog aanzienlijk door het angstig ontzag, dat hij alom daarmee inboezemde.

Van 't eerste woord dat het ontroerde Ezelken over haar boodschap zei, begonnen zijn felle oogen te flikkeren, en dadelijk was hij bereid om met haar mee te gaan. Toch kwam er even een confraterneele bedenking in hem op; hij herinnerde zich dat juffer Constance's broer pastoor van zijn gemeente was, en vroeg:

[pagina 169]
[p. 169]

- Joa moar, menier Désiré, iefer Constance, komt-ie hij bij iefer Toria niet?

Het Ezelken sloeg bedroefd den blik ten gronde:

- Nien hij, menier de páster, nien hij; iefer Toria'n hêt hem nie gevroagd, antwoordde zij stil.

Meneer De Stampelaere drong niet aan. Hij was op de hoogte van het geschil tusschen broeder en zuster en wenschte er zich niet verder in te mengen. 't Was hem om te beginnen voldoende te weten, dat juffer Toria wel hèm en niet den pastoor van haar eigen dorp verlangde. Later zou hij den toestand wel zien te regelen zooals 't behoorde.

Met de vaste belofte, dat hij dienzelfden avond nog zou komen, leidde hij het Ezelken tot aan de voordeur uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken