Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tantes (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tantes
Afbeelding van TantesToon afbeelding van titelpagina van Tantes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tantes

(1924)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]

XI.

Hij verweet aan Adrienne haar overijlde en angstige vlucht, maar hij vermoedde niet wat zij had uitgestaan alvorens zij 't zooverre bracht als tot bij hem te komen.

In de volle vrijheid van zijn eigen leven kon hij zich niet verplaatsen in den zielestrijd van een jong meisje, die onder allerhande dwang en vooroordeelen is opgevoed en grootgebracht. Hij vermoedde niet welk een enormen stap het voor haar was geweest, tegen al haar vastgeankerde principes in, aan zijn oproep gehoor te geven. Wanneer ze daar helder en kalm over nadacht vond ze haar daad als die van een straatmeid, een daad die Martha, haar dienstmeisje, daar was ze zeker van, nooit zou gewaagd hebben.

Tienmaal, honderdmaal, had ze het denkbeeld verre van zich afgeworpen en vast besloten in zichzelf gezegd: ik zal niet gaan. Doch haar liefde was te sterk geweest; zij was bezweken en dat verweet ze zich nu als een schandelijke misdaad, als een verraad tegenover haar vader en haar gansche familie.

Zij lag daarover na te denken en te rillen in haar bed en zij voelde een soort afschuw van zichzelve. Zijn wilde zoenen brandden nog op haar lippen en zij wist niet wat

[pagina 118]
[p. 118]

overweldigender was: de duizeling-wekkende hartstocht van het gesmaakte genot, of de horreur van het gesmaakt te hebben. Indien nu op dat oogenblik haar vader of haar zusters bij haar sponde waren komen staan en haar gevraagd hadden wat zij gedaan had, dan zou zij alles bekend hebben en zich gedwee, bijna met vreugde, aan hun verdiende verachting en zware straffen onderworpen hebben. In de overdreven nauwgezetheid van haar naïef geweten voelde zij zich moreel en zelfs bijna lichamelijk verloren en in haar radeloosheid zag zij geen andere uitkomst dan de biecht, de onvoorwaardelijke overgave en algeheele schuldbekentenis aan het vertrouwen van haar biechtvader.

Zij lag daar heel den nacht over te tobben en toen de eerste schemering van den dageraad den rand van haar gordijnen tintte, was haar besluit genomen.

Zij stond op, kleedde zich haastig aan en kwam heel stil beneden. Martha was reeds in de keuken bezig met het vuur aan te maken en zij keek verbaasd en bijkans verschrikt op bij Adrienne's ontijdige verschijning. Maar toen Adrienne haar eenvoudig zei dat zij ter biecht wou, nam zij dat weer heel natuurlijk op. Het gebeurde wel meer, zoo heel op 't onverwacht. Wanneer een der meisjes vreesde dat zij gezondigd had, hetzij in daden, hetzij in gedachten, ging zij wel eens vroeg in den ochtend haar biechtvader raadplegen.

Adrienne repte zich. Zij vreesde reeds te laat te komen. Gelukkig was zij nog op tijd. Toen zij in de kille, schemerige kerk kwam, waar slechts enkele lichtjes weemoedig brandden, zag zij dadelijk een drietal vrouwen in zwarten kapmantel bij den biechtstoel zitten. Zij schoof

[pagina 119]
[p. 119]

in de rij en wachtte. Zij vouwde haar handen en bad met innige vroomheid, het hoofd diep neergebogen. Een vrouw kwam uit den biechtstoel, een andere vrouw nam hare plaats, Adrienne schoof op.

Toen kwam haar beurt. Met wankelende schreden beklom zij het trapje, knielde op het harde bankje neer. Het tralieluikje was gesloten. Meneer de pastoor hoorde de biecht van een andere penitente aan de overzijde. Dat duurde zoo een heele poos. Adrienne voelde haar wangen gloeien en haar slapen bonzen. Eindelijk schoof het luikje open.

Door de traliën zag Adrienne meneer de pastoor in zijn geplisseerd wit koorhemd zitten. Zijn oogen waren dicht, zijn handen gevouwen. Hij bad. Een fijne, wit-linnen zakdoek lag over zijn zware borst.

Hij opende zijn oogen en keek haar met een zacht-ernstige uitdrukking aan.

 

Hij luisterde, het hoofd naar het luikje geheld, de witte hand beschuttend voor zijn oogen. Hij liet haar zonder onderbreking spreken, maar af en toe ontsnapte hem een zucht en maakten zijne schouders een beweging, alsof hij nu en dan wel, door hare bekentenis, tot in het diepste van zijn wezen werd geschokt. Toen zij eindelijk zweeg lichtte hij langzaam zijne hand van voor zijn oogen weg, keek haar weer zacht en ernstig aan en fluisterde:

- Gij hebt zwaar gezondigd, ik kan u enkel absolutie geven als gij diep berouw voelt en het vast voornemen hebt niet weder in de zonde te vervallen.

- Ik heb berouw en ik beloof het, snikte zij.

Hij vroeg haar niet wie de verleider was. Misschien wist

[pagina 120]
[p. 120]

of raadde hij het wel, maar hij hoefde 't niet te weten. Hij sprak haar over hare plichten en over de snoodheid van haar bedrog. Weer vouwde hij zijn handen, sloot zijn oogen en verdiepte zich in eene lange bede. In stilte zat Adrienne te schreien. Er was als 't ware iets in haar gebroken. Hij keek op en zag, met een soort schrik, haar tranen. Hij sprak haar stille troostwoorden toe. Zij moest bidden en hopen. Alles kon nog goed komen, onze lieve Heer zou zich over haar ontfermen.

Voor de derde maal sloot hij zijn oogen, vouwde zijn handen en murmelde eenige Latijnsche woorden waarvan zij den zin niet verstond, maar die als een verzachtende lafenis over haar neerkwamen. Hij lei haar een penitentie op, schetste met de hand een kruisje en schoof zacht het luikje dicht. Met diep gebogen hoofd rees zij overeind en ging weer plaats nemen op haar stoel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken