Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 777]
[p. 777]

IX

Reeds van de volgende dag kwam er verandering in de verdeling van 't werk op de hoeve van de broeders Foncke. Onder voorwendsel dat de veldarbeid hem te zwaar werd, eiste Jan dat Pol hem voortaan zou helpen. Dit onverwachte besluit verwekte weer wel wat de verbazing van Pier-Cies en Domien, doch geen van beiden waagde het zich ertegen te verzetten, nadat Jan, die toch feitelijk de steun van de ganse hoeve was, hen zonder verdere uitleggingen categorisch verklaard had, dat hij nu zijn verblijf in de gemeenschap op die voorwaarde stelde.

't Was om hem onophoudelijk in 't oog en onder de hand te hebben, dat Jan, zijn haat en woede overwinnend, de hulp van zijn verfoeide neef gevergd had.

Van 's morgens tot 's avonds, zonder ooit het woord tot hem te richten om hem iets te bevelen of te vragen, in schijn onverschillig of hij werkte of niet, oefende hij aldus zijn waakzaamheid op hem uit. Hij was gewoon 's middags na den eten een uurtje op zijn bed te gaan liggen; hij brak met die gewoonte af. Hij speelde graag, met enkele boeren uit de buurt, een partijtje kaart, 's zondags, na de vroegmis; hij staakte het, en ging nu naar de hoogmis, die Pol ook bijwoonde. En 's nachts, elke nacht nu, zonder uitzondering, sloop hij in 't kamertje van de oude meid, om ook op die manier niet bedrogen te worden.

Maar wat een akelig, onheilspellend leven! wat een benauwende drukking over heel het huisgezin! wat een dreigend voorgevoel van nog komende stormen, onder die valse schijn van vrede!

Jan, stug in zijn smart teruggetrokken, repte voortdurend geen woord van het gebeurde, en als de goede Pier-Cies, verbaasd en ongelukkig om die onbegrijpelijke omwenteling in

[pagina 778]
[p. 778]

de gemoedsstemming van zijn broeder, hem soms meewarig vroeg wat er toch aan hem schortte, kreeg hij niets dan een ontwijkend antwoord. Met het overspannen geduld van het paroxisme in de haat, wachtte Jan, uiterlijk kalm, op het uur van de wraak, hij wist nog niet welke. Doch wat voor een razende strijd met zichzelf om zo bedaard te kunnen blijven! Er kwamen dagen waarop 't vernederend bewustzijn van 't bedrog zó onuitstaanbaar scherp zijn lijf doorboorde, dat het in hem een gevoel werd of hij ze beiden, haar en hem, met zijn beide handen 't hoofd tegen elkaar zou gaan verbrijzelen. Somtijds, als hij de dikke luiaard daar vóór zich zag lopen, laf-waggelend op zijn brede heupen, moest hij zich uit al zijn macht bedwingen om hem niet met een tijgersprong te achterhalen en, met een woedekreet, hem zijn spade door het lijf te gooien. Somtijds, als hij haar met haar emmers zag naar 't braskot gaan, was hij op 't punt haar na te hollen, er haar in op te sluiten, en er haar levend te verbranden.

Andere malen was hij neerslachtig, terneergedrukt als door een ziekte, zó ellendig dat hij wenste te sterven. De ganse kleurloosheid van zijn gedwongen oud-vrijersleven, zo tegenstrijdig met zijn aard en natuurneigingen; al de herinneringen van verleden smarten, strijden en berovingen stegen hem in walgingen van afkeer en van gruwel naar de keel, en, als een gewond beest, ging hij zich ergens verschuilen om in eenzaamheid te wenen en te snikken. De kalme onderworpenheid, die hem tot dus toe, in het troostend bezit van Marie, met zijn leven van opofferingen verzoende, was voor eeuwig verbeurd; want Marie zelf, ofschoon nu getrouw, was slechts, met de onverjaagbare herinnering aan haar verleden bedrog, een oorzaak van lijden meer voor hem. En nogmaals wenste hij, dat zij heel en al uit zijn leven zou verdwijnen, dat hij zelfs niet meer 't materieel genot van haar zou hebben, nu dat genot toch telkens weer door zulk een razende foltering van haat en jaloezie verbitterd werd.

Aldus verliepen de winter, de lente en een groot deel van de zomer. Van lieverlede hadden de huisgenoten zich toch, door de macht der gewoonte, in die dreigende, eerst zo ondragelijk schijnende toestand van zwaardrukkende onenigheid, we-

[pagina 779]
[p. 779]

ten te schikken; en 't scheen wel of het nu nog jarenlang aldus zou kunnen voortduren, toen een gebeurtenis, waarmee de broeders Foncke eigenlijk zelf niets te maken hadden, het uitgangspunt van een aanzienlijke omwenteling in hun leven werd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken