Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 940]
[p. 940]

VI

Zoals Robert wel voorzien bad, keurde Alfred zijn optreden in de politieke strijd sterk af.

In Alfreds opgeruimd, gelukkig, ietwat lichtzinnig karakter, was er weinig belangstelling voor de oplossing van de gewichtige, maatschappelijke vraagstukken. Hij vergenoegde zich, ofschoon intelligent, met een zeer eenvoudige, gemakkelijke, nuchtere levensfilosofie, in enkele axioma's saam te vatten: de volmaakte rechtvaardigheid had nooit op de wereld bestaan en zou ook nooit bestaan; er waren altijd rijken en armen geweest, en dat zou altijd zo blijven; waarom dan pogen te veranderen wat door God zelf was ingesteld! Waarom zich vijanden en een verdrietig leven maken? Wat deed het er ook toe dat de een wat meer had dan de ander, als de beter bedeelde maar altijd zo goed en zo mild mogelijk was met de mindere, als hij hem maar altijd hielp en steunde, naar de maat van zijn krachten. Dat was tot nu toe zijn gedragslijn in 't leven geweest; en zou er wel iemand kunnen beweren, dat de arbeiders, die van hem afhingen, niet gelukkig waren in hun lot?

- Zo goed en zo mild mogelijk? daar heb je 't juist! antwoordde Robert. - Waar zijn de rijken en bevoorrechten, die inderdaad zo goed en zo mild mogelijk handelen ten opzichte van de rampzaligen die hen omringen? Hoevelen zijn er wel, die werkelijk, in diep gewetensbewustzijn, zulk een hoog broederlijk begrip van mensenliefde en liefdadigheid hebben?

- Meer dan je denkt, misschien, meende Alfred.

- In woorden, niet in daden, weerlegde Robert. - Want als de rijken inderdaad volgens de nobelste ingeving van hun geweten handelden, dan zouden er haast geen rampzaligen op de wereld meer te vinden zijn.

[pagina 941]
[p. 941]

Maar Alfred was niet te overtuigen. Zijn levensopvatting was anders, helemaal anders dan die van Robert.

Geregeld elke zaterdag las hij Roberts artikel in Christelijk Vlaanderen, en al vond hij het doorgaans waar, touchant en mooi geschreven, toch betreurde hij de geest ervan. - Je sticht meer kwaad dan goed, zei hij; - je verwekt kwelling en smart in vele harten waar tot nu toe geluk en vrede heerste. Waarom gezegd, aan mensen die zich gelukkig wanen en gevoelen, dat zij ongelukkig en rampzalig zijn? Waarom gezegd, aan mensen die zich gezond wanen en voelen, dat ze ziek zijn? Zou het niet veel beter zijn ze zolang mogelijk in hun illusie van tevredenheid en geluk te laten? Bedeesd, met een geheime tegenzin, vooraf zeker dat Alfred hem niet begrijpen zou, en triestig omdat hij die enige broeder, waarop hij zeer gesteld was, en die werkelijk zeer goed was voor zijn onderhorigen, wellicht verdriet aandeed, poogde Robert hem toch, in de verdediging van zijn ideeën, iets van zijn ideaal te doen gevoelen.

- Ja, zeker, hij wist het, dat hij onbewuste, diep verborgen smarten deed ontwaken. Maar 't was voor 't goed van allen, uit een besef van algemene menselijke waardigheid. En stichtte hij dan ook geen goed, duizendmaal meer dan kwaad? En indien de volmaakte rechtvaardigheid een chimera, een onmogelijkheid was op aarde, moest men dan toch niet trachten die zoveel mogelijk te bevorderen, uit een geest van onderlinge verheffing en veredeling, uit een gevoel dat zijn bronnen had in al het beste, al het hoogste en edelste van wat in 't menselijk hart verborgen lag?

Onovertuigd, onovertuigbaar, schudde Alfred het hoofd.

- Jij zelf, antwoordde hij, - zult het eerste slachtoffer van jouw utopieën zijn. Men zal je niet begrijpen, men zal je beste bedoelingen verkeerd uitleggen. Langzamerhand zal je de ganse rust en vreugd van je eigen leven bederven, zonder daarom de minste dankbaarheid van hen die je zult willen helpen, en die je werkelijk zult geholpen hebben, in de plaats te krijgen. Slechts een zeer klein kringetje van aanhangers, wellicht dan nog verdeeld door onderlinge naijver, zullen zich om je scharen, terwijl de overgrote meerderheid je als een vijand zal beschouwen. Nu reeds, in dit dorp,

[pagina 942]
[p. 942]

waar je, lange jaren, bemind en geacht hebt geleefd, begint er, als eerste loon voor je zelfopofferende edelmoedigheid, een geheime vijandelijke stemming tegen je te ontstaan. Velen zien met lede, afkeurende ogen je pogingen aan, en de geestelijkheid springt in 't harnas.

Het was de waarheid. De christelijk-democratische beweging, door de orthodox-katholieke chefs eerst beschouwd als de ijle chimera van een groepje heerszuchtige heethoofden, had, in enkele maanden, zo ontzettend veel veld gewonnen onder de landelijke bevolking, dat haar invloed, in de aanstaande verkiezingen, overwegend dreigde te worden. Voor 't eerst hoorde het diep gezonken volk van 't platteland een grote stem van waarheid en verlossing, waarnaar het met vertrouwen durfde luisteren, omdat die stem, al sprak zij ook met haat en afkeer van het slaafse fanatisme, hun fondamen teel geloof in God toch ongedeerd liet. En al durfden de meesten, uit vrees voor de machtige geestelijkheid en de kasteelheren, nog niet openlijk voor hun nieuwe mening uitkomen, toch streelden zij, soms onbewust, in stille gretigheid, het diep ontroerend ideaal, als een heimelijke schat van troost en geluk voor de toekomst. Maar ook in de betere standen, tot in de rangen van de geestelijkheid zelf, telde de christelijk-democratische leer hoe langer hoe meer openlijke of geheime aanhangers; en, op bevel van de bisschoppen, die een tijdlang als bevechtingsmiddel het doodzwijgen hadden aangeprezen, werd nu eindelijk, onder de dringende knelling van 't gevaar, een heftige strijd gevoerd. De grote eigenaars en kasteelheren door hun geldelijke invloed, de pastoors in dreigende sermoenen, een omgekochte dagbladpers in laffe lasterschriften, die overvloedig werden rondgestrooid tot in de verste gehuchten, het ganse hoog- en laagconservatieve element was in 't harnas gesprongen. Daartegen stelden zich de voorstanders van de nieuwe leer met verdubbelde inspanning van krachten, als jonge kampioenen toetsend hun sterkte aan de razende weerstand van de machtige vijand; werkend en strijdend met een taaie, nooit uitgeputte kracht, die zich na elke ruwe stoot als onder een springveer weer oprichtte, een kracht die gepaard ging met een oprechtheid helder als een vuurbaak, met een openhar-

[pagina 943]
[p. 943]

tigheid die aan allen het doel liet zien, die hoog de verantwoording van alle daden op zich nam, met fiere trots zich beroemend op de in schijn verdachte, politieke tractaten en verbonden welke hun verweten werden; zó fier, en trots, en onversaagd, dat zij openlijk bekennen durfden, voor een tijd samen te zweren met tegenstrevers en zelfs vijanden, liever dan die nog veel grotere vijanden, de klerikale, conservatieve bourgeois aan het hoofd van de regering te zien blijven. Hun kranig optreden had dan ook van lieverlede bijna alle anticonservatieve partijen tijdelijk met elkaar verzoend, in een hartstochtelijk elkaar opzwepen tot de algemene strijd. Van alle kanten kwamen toetredingen tot het Algemeen Verbond; de mogelijkheid van de zegepraal, jarenlang beschouwd als een hersenschim, vervulde plotseling met hoop en geestdrift aller harten, en in de meeste grote steden werden weldra reusachtige volksmeetings gehouden, - monstermeetings, werden ze genoemd - waarin sprekers van de verschillende gezindheden de geest en het doel van de beweging kwamen uitleggen, en het volk tot de gemeenschappelijke strijd om verlossing en vrijheid aansporen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken