Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1046]
[p. 1046]

XVIII

Twee dagen gingen voorbij zonder dat er iets gebeurde. Toen kwam er een tweede brief, van mijnheer Desgenêts zelf ditmaal. Harde, korte, bijna beledigend-verontwaardigde brief, waarin hem uit de hoogte zijn congé gegeven werd, met terugzending van de verlovensring, die hij enkele weken tevoren aan Ghislaine had cadeau gedaan.

Robert, die zich wel aan iets dergelijks verwacht had, was er ternauwernood door ontroerd. Zijn hart werd stug, en naarmate men hem scherper en boosaardiger aanrandde, versterkte zich meer en meer in hem 't onwankelbaar besluit zijn leven volgens de diepe overtuiging en de hoogste aspiraties van zijn geweten in te richten. Zelfs tegen de zachte Ghislaine, zo ongelukkig door zijn schuld, en van wie hij vruchteloos een eigen antwoord op zijn schrijven had verwacht, voelde hij, dwars door zijn liefde en zijn medelijden heen, een onrechtvaardige verbittering in zich opkomen, omdat ook zij hem niet begrepen had, omdat ook zij noch genoeg kracht in zichzelf, noch voldoende vertrouwen in hem had gehad, om blindelings met hem, wars alle tegenstand en hinderpalen, hun gezamenlijke levensbaan te volgen. Hij had op mijnheer Desgenêts' schrijven niet meer geantwoord, en nu, teruggetrokken in volkomen eenzaamheid, leefde hij dagen van een eindeloze, eentonige leegte. Hij werkte niet, las niet, ging niet uit, ontving geen enkel bezoek. Hij had de meiden speciaal opgedragen niemand bij hem toe te laten. En lange uren lag hij doelloos op zijn divan uitgestrekt, de ogen star, de wenkbrauwen gefronst, in stugge meditaties zijn toekomstig leven schikkend. Zelfs met Alfred, die hij enkel op het uur van de maaltijden ontmoette, wisselde hij ternauwernood enige banale woorden, en wat er buiten hem in de wereld omging wist hij helemaal niet

[pagina 1047]
[p. 1047]

meer en wilde hij niet weten; maar niets dan het zien van Alfreds doorgaans zo vrolijk-opgewekt, nu aanhoudend betrokken en somber-afkeurend gelaat, liet hem meer dan genoeg vermoeden welke geweldige opschudding zijn geruchtmakende scheiding met Ghislaine, en zijn onverklaarbaar ontslag als volksvertegenwoordiger wijd en zijd moesten teweeg hebben gebracht.

Maar hij had in zichzelf de eed gedaan zich terug te trekken uit de wereld, uit die ellendige wereld die leeft van valse begrippen en kleinzielige zelfzucht, en langzaam ontwikkelde zich in hem het nieuwe levensplan, waarvan de verwezenlijking alvast besloten was.

Hij zou alleen gaan leven, volgens zijn ziel en geweten. Volgens zijn geweten, dat hem voorschreef nederig te leven, in gemeenschap en in liefde met de nederigen en misdeelden van de wereld. Volgens zijn hart en zijn geweten, die hem zegden dat het een misdaad en een zonde was te leven in een weelde, die met het lijden en de beroving van anderen betaald wordt. Onwankelbaar was zijn besluit genomen. Hij zou aan Alfred de scheiding van hun vermogen vragen, en alles wat hij oordeelde te veel te hebben, zou hij aan liefdadigheidswerken besteden. Niet door tussenkomst van armenzorgadministraties of andere inrichtingen van die aard, maar zelf bij de behoeftigen en ongelukkigen aan huis gaan, zelf onderzoeken, zien en weten aan wie hij geven moest, in de onmiddellijke levenskring om hem heen. Geen holklinkende woorden, geen vage plannen van algemene welstand en geluk, geen onuitvoerbare beloften meer waarmee het volk zich laat bedriegen en verleiden: daden, daden, sterke, individuele daden. Daar zou hij vast mee beginnen. Het mocht nog eindeloos veraf zijn van de volmaakte rechtvaardigheid, die trouwens wellicht nooit op een van aard zó onvolmaakte, onrechtvaardige wereld zou bestaan; het was tenminste, in de directe maat van zijn krachten, een eerlijke, praktische vordering naar een rechtvaardiger en gelukkiger staat. Later, dan, zou hij zijn ideaal wellicht verder en ruimer kunnen ontwikkelen. Zijn leven, eenmaal onwankelbaar op de stevige grondslag van zoveel mogelijk rechtvaardigheid, menslievendheid en goedheid gebouwd, zou hem vanzelf de

[pagina 1048]
[p. 1048]

verdere weg wel aanwijzen. Misschien zou hij zich slechts over zeer magere resultaten mogen verheugen, misschien zou hij eindeloze teleurstellingen ontmoeten; maar toch in elk geval zou hij de innige troost genieten, alles te hebben aangewend om een weinig geluk om zich heen te verspreiden, alles te hebben gedaan wat hij individueel doen kon om een weinig meer rechtvaardigheid en volmaaktheid op de wereld te doen heersen. Een voorbeeld, een eerlijk, nederig voorbeeld van goedheid en liefde te zijn;... dát zou, in afwachting dat hij een ruimere toepassing van zijn krachten en gevoelens vond, zijn directe, en tenminste niet ondoelmatige, medewerking tot het geluk van allen zijn.

Het was een pijnlijke avond, die avond waarop Robert aan Alfred zijn onherroepelijk besluit mededeelde.

Zij zaten zwijgend tegenover elkander aan 't dessert, langzamerhand van elkander vervreemd door hun meer en meer uiteenlopende levensopvatting, toen Robert, uiterlijk zeer kalm, er zo opeens mee begon:

- Alfred, ik ben niet van plan hier nog langer te blijven. Ik meen dat het noodzakelijk wordt, dat wij voortaan ieder onze eigen weg gaan in de wereld.

Alfred gaf geen antwoord. Hij vergenoegde zich koel bevestigend met het hoofd te knikken, slechts even vluchtig naar zijn broeder opkijkend. En alleen een vlugge trilling van het mes waarmee hij een peer schilde, verried heel eventjes zijn emotie.

Toen zei Robert hem alles: zijn onwrikbaar besluit alleen te gaan leven, zijn verlangen dat het ouderlijk vermogen nu verdeeld werd.

Voortdurend hoorde Alfred hem doodkalm zwijgend aan, in de gewild strak-onverschillige, onbeweeglijke houding van iemand die nu eens voor goed 't besluit genomen heeft zich over niets meer te verbazen. Een heel ruime tijd het hij Robert zo doorspreken. Toen viel hij hem plotseling, met koud-matte stem, in de rede:

- 't Is goed, 't is goed, daar hoeft niet eens langer over gezanikt. Het zal naar je zin geschikt worden. Je zult je deel krijgen, geheel en gans je deel, zo spoedig als 't gedaan kan worden.

[pagina 1049]
[p. 1049]

Toen begon bij plotseling zeer sterk te beven, als kon hij zich niet langer in bedwang meer houden. Hij wilde nóg iets zeggen, maar de woorden bleven hem halfwege stokken in de keel. Eensklaps rees hij bruusk van tafel op, en verliet de kamer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken