Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1141]
[p. 1141]

IV

De tweede dag na haar vertrek ontving hij van Florence een brief. Maar de lezing was hem een teleurstelling. Hij had gehoopt dat ook zij in de afwezigheid iets voelen zou van de zachter en edeler gewaarwordingen, die in hemzelf na de eerste opwelling van bitterheid waren ontstaan, maar het had er helaas niets van. Haar brief was niets dan een banaal mondain gekeuvel, ergerlijk storend naast de verheven bespiegelingen die hij in zichzelf, in zijn grote harmonie met de natuur, zo zuiver waargenomen en zo diep gevoeld had.

- Tu n'as pas d'idée, chéri, zo schreef zij hem, - du luxe qu'on voit ici et du nombre de personnes de connaissance que nous avons déjà rencontrées: les de Lisieux, les Berlaimont, les de Lozij, les Loebmuller, les van den Bulck, tous semblent s'être donné rendez-vous ici, et nous nous proposons pour la semaine prochaine, qui est la grande semaine d'Ostende, les plus joyeuses parties. Ce soir nous dînons à six à une petite table au Palace-Hôtel. Ce sera délicieux. Et, figure-toi, que j'ai vu la belle Otero! Oui, de tout, tout près, devant le Kursaal, sur la digue. Jamais je n'ai vu chose aussi impressionnante. Imagine-toi que son corsage, que je prenais de loin pour un brocart couleur gorge-de-pigeon, était tout simplement, - je te demande un peu! - un vaste chatoiement d'opales! C'était d'un effet!... non, tu n'en as pas d'idée! Et, figure-toi, autout et derrière elle il y avait au moins deux cents curieux qui la suivaient, et, devant elle, marchait à reculons, pour la voir mieux venir, un groupe au moins aussi nombreux! Et elle marchait à côté d'un vieux monsieur à cheveux gris et chapeau mou, qui n'avait pas l'air luxueux du tout, lui. Il se tenait très courbé et ses jambes flageolantes avaient l'air de se dérober sous lui. Il paraît que c'est son amant, je te demande un peu! elle qui est si jeune

[pagina 1142]
[p. 1142]

et si jolie, et si distinguée! On prétend que c'est un comte français, fabuleusement riche et qui lui donne tous ces merveilleux bijoux. Père dit qu'il l'a rencontré jadis à Paris, dans un cercle, mais qu'il a oublié son nom. Vraiment, chéri, tu dois venir, on s'amuse comme des Dieux ici...

Mistroostig en geërgerd legde hij de brief opzij. Weer voelde hij de diepe verbittering van twee dagen tevoren, nadat ze vertrokken was. Hij was boos om die brief en had zin haar een schimpend antwoord te sturen. Het wufte en banale van haar schrijven ergerde hem haast zo sterk als de verderfelijke invloed die hij erin voelde. Hij had lust om haar spottend te antwoorden dat hij niet recht goed begreep wat zij bedoelde met ‘s'amuser comme des Dieux’, aangezien toch niemand wist wat een god wel voor een wezen was en dus ook niet weten kon of een god zich amuseerde, en hoe of hij zich amuseerde. Maar de droefheid nam de bovenhand over zijn bittere schimplust, en hij antwoordde heel koel dat hij weer aan 't werk was en dus niet kon komen, en dat hij vooral hoopte haar zeer spoedig weer terug te zien. Hij schreef haar verder dat de verhalen over de toiletten van la belle Otero hem niet interesseerden en hij ook helemaal geen artistieke schoonheid vinden kon in edelgesteenten, al waren deze nóg zo groot en nóg zo duur.

Een paar dagen verliepen. Alfred had zijn twee grote schilderijen van het eilandje naar huis gebracht, en in afwachting dat hij met de herfst zijn grootse plan kon doorzetten, was hij weer aan 't schilderen gegaan, in de bossen, op een bijzonder lief plekje, waar een klein bouwvallig huisje, met lichtblauwe afzakkende luikjes en grijs strodak, op een heuveltje van bijna rode aarde, dicht tegen de donkere bosrand stond. Het was een eigenaardige, verrassende schakering van geweldige kleuren naast elkaar, en hij werkte weer vol gloed en geestdrift, met het hoog geweten van de machtige artiest, die al het beste van zijn tijd en levenskracht aan de scheppingen van zijn genie opoffert.

Zo vond zijn vader hem eens zitten, op een middag dat hij heel onverwacht, per automobiel, op Far-West aankwam.

- Hé! Papa! Hoe komt u hier zo plotseling! riep Alfred blij-verrast opstaande en zijn palet neerleggend.

[pagina 1143]
[p. 1143]

- Ik kom je eens opzoeken, glimlachte de oude heer Melville, zijn zoon de hand drukkend. En even keek hij onverschillig naar het schilderij, zonder er iets van te zeggen.

- U blijft dineren, niet waar? Ik ben alleen, weet u? Florence is met haar mama naar Oostende.

- Ja, daar heb ik van gehoord, antwoordde mijnheer Melville. En jij had geen zin om mee te gaan?

- Nee, sprak Alfred, haastig zijn doek en verfdoos opruimend. - Wacht u even, ik ga dadelijk met u mee?

Hij liep binnen in 't huisje, waar hij, als naar gewoonte, zijn gerei liet staan; en samen gingen zij door bossen en lanen naar Far-West terug.

- A propos, vroeg plotseling mijnheer Melville, - wat is er hier toch gebeurd met het bezoek van je vrienden?

Alfred kreeg een kleur. Hij begreep dat zijn vader daar iets van vernomen had en kwam om er meer van te weten.

- Heeft u daar iets van gehoord? vroeg hij bijna angstig.

- Ja, ze schijnen niet erg tevreden te zijn.

- Hoezo?

- Dat heb ik tenminste vernomen bij een oom van 't meisje Desfeuilles, die er in haar familie moet over gesproken hebben.

Alfred beet op zijn lippen, en tranen van ergernis kwamen in zijn ogen.

- Dat is ook zo, sprak hij met trillende stem. En plotseling kon hij zich niet langer inhouden, en vertelde het hele bezoek aan zijn vader, op een bitter-opgewonden toon.

Mijnheer Melville zei eerst een hele poos geen woord: hij het zijn zoon tot 't einde toe vertellen. Hij was een flinke man, een man van weinig woorden, maar van kras en praktisch handelend optreden. Het huwelijk van zijn zoon was eigenlijk niet helemaal naar zijn zin geweest, al had hij er zich geen ogenblik bepaald tegen gekant. Hij, de grote werker, behorend tot een geslacht van machtig-rijke fabrikanten die de hoge toon voerden in zijn geboortestad, voelde een zekere minachting voor de verarmde, nietsdoende adel, waar hij zich ver boven achtte, en die meer en meer door huwelijken, in zijn stand, hun toevlucht en fortuin kwamen zoeken. Hij was buitengewoon ontstemd geweest door 't verhaal

[pagina 1144]
[p. 1144]

van het meisje Desfeuilles, wier oom een intieme vriend van hem was, en daar hij al van in 't begin een speciale hekel had aan de hoogmoedig-verwaande mevrouw de St. Mars, wenste hij niets liever dan het haar eens goed betaald te mogen zetten.

- Die moet je hier verbannen! riep hij eindelijk met driestheid uit, onverschillig of hij daardoor ook de antipathie van Alfred tegen zijn schoonmoeder nog verergerde. - Je moet, in weerwil van alles, Florence aan haar verderfelijke invloed onttrekken, liefst met zachtheid natuurlijk, maar als 't niet anders gaat, dan met geweld. Je huwelijksgeluk en vrede staan op. 't spel. Mag ik dat eens bedisselen? Komt ze hier nog terug?

- Dat weet ik niet, maar ik hoop wel van neen! riep Alfred.

- Welnu, áls ze nog terug komt, dan wordt het al spoedig de tijd voor de opening van de jacht, en dan kom ik hier ook. En dan zal ik haar eens goed waarnemen, en haar, als 't moet, in krasse woorden zeggen wat ik van haar handelwijze denk.

Zij waren aan huis, en de eerste bel voor het diner galmde. Alfred wilde zijn vader binnenleiden, maar nu de oude heer eens goed gezegd had wat hem op het hart lag, was hij niet langer te houden. Neen, hij ging in de stad dineren en wou er nog graag vóór de duisternis aankomen. Over een paar weken, met de opening van de jacht, zou hij voor een tiental dagen komen. En hij wenkte zijn chauffeur, die naast de remise stond, en dadelijk, met het ruisend en daverend gevaarte kwam aangereden. Zij wisselden nog slechts enkele woorden, roepend met luider stem in het zwaarder opdreunend gedruis en geplof van de machine, die plotseling als 't ware hoog begon te zingen en zacht raderend in versnelde vaart over de bochtige grintallee verdween.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken