Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 161]
[p. 161]

XIV

Nu het was uitgemaakt dat de merrie geen veulen verwachtte, werd het wel van belang geacht, dat zij er zo spoedig mogelijk een zou krijgen. Zo'n schoon gezond veulentje, het groeide zonder al te grote zorg en moeite naast de moeder op en 't was een aardig sommetje geld, wanneer het zo als achttienmaander of tweejaartje op de markt verkocht kon worden.

Er werd over beraadslaagd. Boer Dons en vader Van Dalen met zijn beide zonen vergaderden op een zondagnamiddag bij Alfons en een lange discussie had plaats.

- Ik geleuve dat de mirrie t' oud es om nog veulen te krijgen, meende Miel van Dalen.

Boer Dons maakte zich kwaad:

- Watte! 't oud! Negen joar! Zij-je nie wijs dan, jongen?

- Ge zeg gij wel negen joar, moar ge'n weet gij da meschien zelf op 'n joar of twieë noar niet, glimlachte Miel.

- Zegt dan liever rechtuit dat 'k zot geworden ben, of da 'k ne leugenoar of nen bedrieger ben! toornde de oude boer.

- Joa moar, boer, ge'n meugt ou nie kwoad moaken; 'k en wil ik nie kontroarie zeggen, suste Miel.

Vader Van Dalen en Vaprijsken, die geen verstand hadden van paarden, zaten te luisteren, Vaprijsken leuk glimlachend in zijn gele baard, vader Van Dalen 't een oog helderlevendig wijdopen, als alles ziende en begrijpend, het ander dood en dof, als in suffige slaap gedommeld. Alfons, zijn pijpje in de mond, aarzelde en twijfelde.

Toen gaf de oude Dons eindelijk een wijze, praktische raad.

- Probeer ne kier bij nen anderen hijnkst, zei hij. En hij vertelde van een prachtige hengst, waar Smul juist was naartoe geweest, met een van boer Kneuvels' merriepaarden. - Weet-e wat da ge doet! gilde hij: - Vroagt an Smul of er

[pagina 162]
[p. 162]

hij Fanny euk wil leen, den ieste kier dat ze were peirdig es!

- Nie, loat Smul doarbuiten! riep eensklaps kortaf Rozeke, zich onverwachts in het gesprek mengend.

Verwonderd keken allen op.

- Woarom niet? vroeg Alfons.

- Wel, omdat 't weeral onneudige onkosten zijn; omda ge da toch zelf euk wel keunt doen, gij of Vaprijsken, antwoordde zij ietwat wrevelig.

Zij wist het zelf niet waarom ze zo plotseling opstoof; die naam van Smul had het gedaan. Zij had er eensklaps een hekel aan dat hij nu nog meer dan volstrekt nodig was bij hen aan huis zou komen.

- Vaprijs 'n hé gien verstand van peirden, zei Alfons kalm: - moar mij es 't goed: 'k wil d'r ikzelf wel noartoe goan, as ik moar 'n we te woar dat 't es.

- 't Es bij boer Leysele, te Vanneloare, de greutsten hijnksteboer van vijfentwintig uur in 't ronde, antwoordde Dons. Plotseling flikkerden zijn kleine, ondeugende oogjes en hij schettergilde naar Rozeke:

- Zeg, bezinneke, wille wulder nou ne kier wedden, veur 'n stik van twintig fran, wie dat er nou iest mee eentsje komt, gij of Fanny?

Rozeke kreeg een kleur als vuur en een vreemde uitdrukking van verbazing, smart en toorn glinsterde vochtig in haar ogen. Zij wist niet wat te antwoorden, zij brabbelde iets onverstaanbaars en verdween eensklaps in de binnenkamer.

- Hé, wa scheelt er dan? verbaasde zich de oude boer.

Alfons glimlachte en schudde sussend zijn hoofd.

- 't Es azeu, d'r es weer eentsjen op wig bij heur en 't es zeker doardeure da z'n beetse zemelachtig es, fluisterde hij.

- Bah zeu! riep de oude boer verwonderd uit, terwijl hij zo wijd mogelijk zijn kleine oogjes opensperde.

Vader Van Dalen lachte:

- Ze kwieken hier goed, e-woar, boas Dons? Da es zeker die vruchtboare grond!...

- En da mijn wijf hier pertanGa naar voetnoot1 nie gedijd 'n hét! Hoe ver-stoa-je datte? schetterde de oude.

[pagina 163]
[p. 163]

Zij schaterden en proestten allen met hem mee en ledigden een ‘dreupelken’ op de dubbele voorspoedige gebeurtenis met Fanny en met Rozeke.

voetnoot1
Pourtant.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken