Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 164]
[p. 164]

XV

Toen Alfons enkele dagen later op een vroege ochtend van einde december in de paardestal kwam, bleek het hem duidelijk dat het met Fanny zó gesteld was, dat de kans op 't veulentje nog eens gewaagd kon worden. Hij zou dan ook maar niet talmen en dadelijk met de merrie naar boer Leyseles verafgelegen hoeve rijden.

Het was een grauwe, gure wintermorgen. Scherp loeide een ijzige oostenwind in de naakte, piepende populierenkruinen en uit de effengrijze, doodtriestige lucht viel een koud en vochtig mengsel neer van mist en sneeuw en motregen.

Alfons voelde zich al een paar dagen huiverig en rillerig, hij hoestte nogal erg en 't speet hem wel dat hij tenminste geen karretje had om er de merrie voor te spannen. Rozeke raadde hem aan de sjees van boer Lauwe te gaan vragen; maar, hoewel hij met de Lauwes in goede buurschap leefde, kende hij hen nog te weinig om gaarne die dienst te vragen en hij besloot eindelijk maar de afstand te paard af te leggen, op het oude zadel, dat hij, in de verhuistijd, van boer Dons overgenomen had.

Hij kleedde zich warm aan en na een paar koppen hete koffie met een groot glas brandewijn, hees hij zich niet zonder moeite op de rug van de merrie en vertrok.

Hij was geen flinke ruiter zoals Smul, doch kon zich wel op een behoorlijk drafje in het zadel houden. Maar de merrie was lastig en schichtig die ochtend; telkens brak zij haar draf door plotselinge sprongen of door kort getrippel af, en maakte hem zo moe omdat hij zich niet lekker voelde. Voortdurend moest hij het beest weer op stap houden of hij voelde pijn in de zij als iemand die te hard gerend heeft.

De weg strekte zich eindeloos uit, kronkelend en modderig onder de lage, grijze hemel, tussen de naakte populieren,

[pagina 165]
[p. 165]

waarvan de kruinen klagend piepten in de natte wind, die onophoudend ijzige gesmolten sneeuw en motregen in zijn gezicht joeg. Nog nooit had zijn land hem zo vuil, zo triestig, zo somber-verlaten geschenen. De hoge grauwe strodaken van de boerderijen schenen zwaar als lood op de lage muurtjes met de kleingeruite raampjes te drukken, en al de lieve, heldere, frisse kleuren van de schone zonnedagen: het lichtblauw of lichtroze van de geveltjes, het blinkend-rood van de pannendaken en het wit-en-groen van de open luikjes, alles, álles leek verwaterd en versmolten en verkleurd in 't zelfde vuile, natte grauw en grijs, dat als één oneindige, dikke, lome, droeve deken vanuit de hemel op de aarde was gedaald.

Hij rilde en zijn tanden klapperden. Wat voelde hij zich ver van huis en eenzaam, eenzaam en verlaten, alsof hij nooit zijn eigen warm en gezellig boerderijtje, met zijn vrouw en kind terug zou zien! Zijn handen waren ijskoud, als versteven, om de teugels geklemd en zijn dijen en knieën zó doorweekt, dat hij het water, als koud-kruipende slangetjes, tot in zijn kousen voelde druipen.

Soms hield hij even voor een landelijke herberg stil en bestelde er een borrel, zonder van zijn paard te stijgen. In één teug sloeg hij die met een grimas van afkeer binnen, en hij rilde van de scherpe, slechte drank tot in het merg der beenderen. 't Verwarmde hem toch even, maar hij voelde dat zijn maag erdoor van streek raakte en weldra leed hij aan hevige hoofdpijn en had neiging tot braken.

Eindelijk kwam hij op de verre, grote hoeve aan. Gelukkig kon hij dadelijk geholpen worden: de hengst was op stal. De boer, die medelijden met hem had, raadde hem aan zich flink bij de haard te gaan warmen en drogen en ook iets warms te eten en te drinken; de stalknecht zou voor de merrie wel zorgen. Met een kreunzucht liet Alfons zich van het zadel zakken. Hij voelde zich zó ziek en slap, dat hij niet eens aandrong om de dekking bij te wonen. Hij sleepte zich voort naast de boer, trad binnen in een ruime, slordige keuken, ontwaarde vagelijk een zware dikke vrouw en enkele kinderen.

- Zet ou, kameroad, zet ou; da zijn weerkes, hè? Joa, joa,

[pagina 166]
[p. 166]

we zillen hem al gouwe ne woarme spoelkom kaffee mee nen boterham en 'n firme schel heufvlakke geên! hoorde hij, als in een droom, de dikke boerin met een vette stem zeggen; en 't ogenblik daarna zat hij rillend met gebogen hoofd en bevend uitgestrekte handen voor een helder flikkerend en krakend haardvuur. Toen kreeg hij een grote kop warme koffie en een dikke snee grijs brood met hoofdkaas, en machinaal ging hij aan 't eten.

Zijn tanden klapperden, zijn kakebenen waren als verlamd en zijn keel kon haast niet slikken. Telkens slokte hij van zijn hete koffie zonder te voelen hoe brandend ze was. Toch deed het weinige dat hij nemen kon hem goed; hij voelde zich weldra wat opgefleurd en kon enkele woorden spreken. Hij at zijn boterham goed half op en aanvaardde een tweede kom koffie. Hij herleefde als 't ware en ontstak zelfs een pijpje nadat hij de boer de gebruikelijke dertig frank van de dekking had betaald.

De knecht kwam zeggen dat 't er klaar mee was en met inspanning stond hij weer op.

- Ha moar 'k zoe nog wa blijven; wacht te minsten tot da ge dreuge zijt, raadden de boer en de boerin hem dringend aan.

- O, 'k ben al hoast dreuge; en euk, 'k zal toch direkt weeromme nat zijt, antwoordde hij met een doffe en zwakke stem, die heel vreemd in zijn eigen oren klonk.

- Da es woar, 't es leulijke bieste van were, moesten de boer en de boerin toegeven; en zij vergezelden hem tot aan de deur, waar de stalknecht wachtend de merrie bij de breidel hield.

Alfons gaf de jongen een frank drinkgeld en liet zich door hem in het zadel helpen. Wat ging het zwaar en moeilijk! 't Was of hij geen ziertje kracht meer in zijn lichaam had en zijn armen en benen waren als lood.

Hij wenste ‘elk ne goên dag’ en vertrok. Hij had slechts één verlangen, één behoefte: zo spoedig mogelijk weer thuis te zijn, om met gesloten ogen in zijn bed te liggen en te rusten en te slapen.

Hij legde weer dezelfde lange weg, nu met wind en regen in de rug, af. Hij was nog niet droog van voren en nu werd

[pagina 167]
[p. 167]

hij ook spoedig druipnat langs achter. De scherpe wind zweepte thans de piepende kruinen van de bomen als 't ware vluchtend vóór hem uit, en hijzelf voelde zich mee gedreven, loom op het paard ineengezakt, de pet diep over de oren, zijn halskraag overeind. Er kwam iets triestig-onverschilligs over hem, een dof gevoel dat hij toch tegen de vernielende kracht van regen en wind niet opkon; en nu voelde hij het ijskoud water langs zijn schouders en zijn rug neersijpelen, tot het weldra sopte op het zadel, in een kletsend plassen als van natte, kille doeken, telkens als hij machinaal op en neer wipte, in het nu gekadanseerd eentonig, loom en langzaam draven van zijn kalm geworden paard.

De vroege avond begon reeds te duisteren, vaal en triestig, van een doodsbenauwende melancholie in al dat natte en vuile en slappe van de grauw-stervende dag, toen hij eindelijk weer aan zijn hoevetje kwam. Rozeke, die hem door 't raampje had zien naderen, kwam hem op de drempel tegemoet en jammerde meelijdend over het ellendig weer dat hij de ganse dag getroffen had; maar zij schrikte hevig toen zij hem zo machteloos ineengezakt zag zitten, de ogen dof en het gezicht asgrauw met ingevallen wangen, en angstig riep zij Vaprijsken, om hem te helpen afstijgen.

- Zij-je nie wel dan, boas? vroeg Vaprijsken uit de schuur toesnellend. Maar Alfons gaf zelfs geen antwoord; hij schudde zwak het hoofd en zuchtte; hij zakte, op Rozeke en Vaprijsken gesteund, uit het zadel en struikelde gebogen naar binnen.

- Kom, zet ou al gauwe bij 't vier; 'k zal ou ander klieren hoalen en 'k hé goeje woarme soepe gekookt, zei Rozeke, ontsteld hem vóór het haardvuur brengend.

- Mijn bedde, anders nie as mijn bedde, zuchtte hij hees en haast onhoorbaar, naar de voutekamer strompelend.

- Ha moar dreugt ou toch iest; eet en drijnkt toch iest watte! smeekte Rozeke.

- Mijn bedde! Mijn bedde! kreunde hij. - Help mij ontkliën; leg mij in mijn bedde.

Rozeke begon te schreien. Zij riep het Geluw Meuleken en samen brachten zij hem op de voutekamer, trokken zijn natte kleren uit en stopten hem warm onder de dekens.

[pagina 168]
[p. 168]

- Ach Hier, ach Hiere, 'k ben ziek, 'k ben zeu ziek! klaagde hij met dichte ogen.

- 't Zal wel beteren, zuchtte Rozeke. - Houdt ou stil en sloap moar; we zillen ou woarm dekken, da ge goe zwiet. Zij spreidde nog meer dekens over hem uit, stopte hem zorgvuldig in en bleef een lange poos angstig-onbeweeglijk naar hem staren, terwijl hij daar even volkomen stil en roerloos op de rug uitgestrekt lag, de ogen toe, een lichte roze kleur over zijn magere konen, met korte, snel-hijgende trekjes ademhalend door zijn zenuwachtig op en neer trillende neusvleugels.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken