Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 264]
[p. 264]

XL

Voortaan was Rozekes leven afgesloten in een nauw-beperkte kring, waarin zijzelf haast geen verandering meer verwachtte. In vroeger jaren had ze geleefd in hoop, in vrees, in afwachting van zij wist niet wat al komende of mogelijke gebeurtenissen: nu scheen haar alles vast vooruit geregeld, alsof het al jaren en jaren tevoren onwederroepelijk aldus voorspeld en geschikt was.

Vanaf het eerste ogenblik stelde hij zich tirannisch aan als enig opperhoofd en baas en zij werd dadelijk als een tweede dienstmeid, ternauwernood verheven boven die welke er reeds was. Hij was vertoornd op haar ouders, die zich tegen haar huwelijk met hem gekant hadden en verbood haar nog ooit een voet over hun drempel te zetten, noch iemand van haar familie bij zich aan huis te ontvangen. Hij vroeg haar de sleutel van de geldkast en nooit meer zag zij hem terug. Wanneer ze geld nodig had moest ze 't hem voortaan vragen. Kort was hij met haar in zijn woorden en deze klonken steeds als bevelen. Nooit noemde hij haar bij de naam. Hij riep haar, als een knecht of meid, met een ‘hé!’ of een ‘hier!’ zoals men tegen een hond spreekt; en, als ze 't niet dadelijk hoorde of begreep, vloekte hij op haar.

Zijn leven was dag aan dag 't zelfde: om halfvijf op en dadelijk naar de stal, terwijl zij, gedwongen gelijk met hem op te staan, in de keuken 't vuur aanmaakte en de koffie maalde. Meleken was toen ook reeds op en molk de koeien; Vaprijsken gaf het voeder aan de beesten. - Even na vijf uur kwam hij terug in huis, ging sprakeloos aan tafel zitten, liet zich door Rozeke bedienen, slikte gulzig twee tarwe-boterhammen in en slurpte twee grote koppen koffie leeg. Dan stak hij zijn pijp op, ging weer naar de stal, haalde met het eerste daglicht paard en kar uit en reed weg naar de

[pagina 265]
[p. 265]

akker.

Om acht uur of half negen was hij op de boerderij terug. Zijn tweede ontbijt stond klaar: een dikke snee spek op een stuk roggebrood, naast een glas bier. Haastig gebruikte hij dat alles en als hij enigszins goed ter sprake was, wisselde hij met haar enkele woorden, steeds kort van toon, zonder haar aan te kijken en steeds uitsluitend zakelijk. De kinderen waren dan op en kwamen hem ‘goên dag’ wensen, hem ‘voader’ noemend, zoals Rozeke het hun geleerd had. Hij mompelde een ‘goên dag’ terug, maar zonder ze ooit aan te halen of er verder enige notitie van te nemen. Hij stond op, stak een pijp aan en ging weer naar 't veld waar hij tot twaalf uur bleef.

Dan zat hij met Rozeke en de kinderen, met Meleken en Vaprijsken aan de gemeenschappelijke tafel. Hij maakte als de anderen zijn kruisteken, bad en at, praatte soms even over weer en landbouwaangelegenheden, stond gelijk met de anderen op en was weer met hen weg, tot 's avonds. Dan weer het eten, de pijp, een kort gepraat, en vroeg naar bed.

's Zondags zond hij Rozeke naar de vroegmis en zelf ging hij later naar de hoogmis. Daarna liep hij enkele herbergen af waar hij borrels dronk en kaart speelde. Met hoogrood gezicht en waterige ogen kwam hij tegen twaalf uur terug. Hij zag er altijd woedend uit en zijn adem stonk naar jenever. Hij slikte als een dier zijn eten in, sprak meestal met niemand een woord en ging dadelijk na het eten een paar uur op zijn bed liggen. Tussen drie en vier was hij weer op de been, slurpte koffie, ging even naar zijn stallen en dan verder, zonder Rozeke te waarschuwen, naar de kleine herbergjes van het gehucht, waar hij tot laat in de avond bleef drinken en spelen.

De ganse nacht lag hij dan als een dier aan haar zijde te snurken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken